De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft
(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij
[pagina 325]
| |
Dees ongemeene vreugd
Schenkt Bes en Bestevaar
Vernieuwing van hun jeugd,
In spyt van 't gryze hair.
Dartle zieltjes, moedige schaapjes,
Zyt gegroet!
Lenkende, vonkende, wulpsche knaapjes
Vol van gloed,
Drinkt eens om,
In den drom!
Geeft zoentjes met geluid:
Vergeet geen Bruid!
Heft op uw stemmen, hart en handen,
Lokt heiligheid ten Hemel af:
Smeekt dat deez' twee in liefde branden,
Gezegend leven tot aan 't graf;
En dat zy bovendien
Kindskindren mogen zien,
Met lust getrouwd, gekust,
Tot beider zielen rust.
Spaart nu geen snaar of lustig kweelen,
Maar trouwt de stem aan de eedle Luit;
De zang, vereenigd met het spelen,
Beelde af hoe Bruidegom en Bruid,
Vereenigd door verliefde zinnen,
Regt leven zullen door het minnen.
|
|