De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 293] [p. 293] Avondstond. Zyt welkom, gunstig' Avondstond! Die met uw sluyer my komt dekken, Opdat ik, met myn Rozemond, Gerust mag trekkebekken: Terwyl geen dag, ô duisternis! My zoo bekoorlyk is. Uw kleed, daar ik de zilvren maan En gouden starren op zie blinken, Trekt gy, voor 't nydig oog, my aan, Als ik myn pint gaa drinken: Terwyl geen dag, ô duisternis! My zoo bekoorlyk is. Verzaad van vocht, en moê gekust, Als of de ziel my wil begeven, Geniet ik d' aangenaamste rust, Om weer op nieuw te leven: Terwyl geen dag, ô duisternis! My zoo bekoorlyk is. Vorige Volgende