De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De advokaat G..... Een Advokaat, wiens hoofd een groote waan bezat, Maar die geen kunde of oordeel had, Had met een lang Pleidooi des Regters hoofd gebroken, En voor der Wezen regt gesproken, In een zeer slegt geval, waarin der Voogden wil Verschilde van de keus en zin van hun Pupil. Na 't einde van het Pleit, een stukje vol gebreken, Ging onze Cicero, met andren, uit de zaal. In 't wandlen naar zyn huis, gebeurde 't menigmaal [pagina 283] [p. 283] Dat hy een woord bestond te spreken Met deez' of geenen Heer, die in de Regtbank zat. Dit was ook nu 't geval, hy liet niet na te vragen, Of hy, want nimmer kon zyn werk hem zelf mishagen, De harten niet getroffen had? Ik, was het antwoord, ben, wat my betreft, bewogen. Uw taal heeft me aan het hart geraakt; Doch denk, zoo deze lof u wat hoogmoedig maakt, Dat gy het voorwerp waart van al myn mededogen. Vorige Volgende