De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft
(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij
[pagina 282]
| |
Niet weinig in haar schik met dit gekogte Beest.
Juist kwam haar op den weg een oude kennis tegen:
Die hield haar staande, en zei: wel Tryn, vind ik je hier?
Ik heb een Kraai gekogt, zei Tryn, 'k moet schielyk loopen;
Jan wagt me: de andre sprak: waar toe een Kraai te koopen?
Wat doe je met zoo'n lelyk dier?
'k Zal, was het antwoord, u de reden kortjes zeggen.
Myn man en ik zyn lui, gesteld op onderzoek:
Wy houden beiden veel van zaken uit te leggen.
Wy lazen onlangs in een Boek,
Met Grootvaârs eigen hand al lang geleên geschreven,
Dat Kraaijen, naar 't getuigenis,
Wel zevenhonderd jaren leven.
Wy willen zelven zien of dit ook waarheid is.
|
|