De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 262] [p. 262] Whiston. Toen whiston, door de kragt der Starren In oordeel vreeselyk aan 't warren, Een vreemde Profeetsy aan 't menschdom deed verstaan; Toen hy met ronde taal voorspelde, Dat de Aarde en al het aardsche, op welken prys men 't stelde, In agttien jaren tyds onfeilbaar zou vergaan; Weersprak de man zichzelv' en viel in vreemde kuren. Hy moest, niet lang na dezen tyd, Voor zich eene andre woning huren. Zyn huis was hem onthuurd: hy zogt, met alle vlyt, Aan 't een of 't ander huis te raken, Waarin hy blyven kon, zoo lang hy leven zou. Hy vond het: dong 'er na: 't kwam by, en Whiston wou Een huurseel voor den tyd van twintig jaren maken. Vorige Volgende