De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 143] [p. 143] 263. De pogchende bedreiging. Twee Kastiljaansche Dons verschilden byster veel, En grabbelden bykans elkandren naar de keel. Zwyg, zei de felste, zwyg: gy zoudt het gantsch verkerven. 'k Vat u haast by den kop, en slinger u zoo hoog Aan geen zy' van de Zon, uit aller menschen oog, Dat gy van honger eer dan van den val zult sterven. Vorige Volgende