Het vrolyk gezelschap op Amstels zangburg. Deel 2(1780)–Anoniem Vrolyk gezelschap op Amstels zangburg. Deel 2, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] Zang. Wys: Jaime un Ingrate Beauté. 1. EEn ondank'bre wreede Maagd, Heeft myn vryheyd my benoomen: 'k Voel myn hart en wil belaagd, 'k Zal die banden nooyt ontkoomen, Ondanks haar wreed gemoed Moet ik haar strafheyd Minnen, Boven het Liefdens zoet Van andere Herderinnen. 2. Eer de Zon aan 's Hemels thrans, Komt haar straalen te verspreyden: Praalt Auroor met schoonder glans, Als zy gaat haar Schaapjes weyden, Het Bloempje fris van geur; Wil op haer Boezem sterven, De gloed van haar couleur, Siert de Roos, met zyn verven. 3. 't Nagtegaaltje zingt verheught, Ziende haar bevallig weezen: [pagina 20] [p. 20] 't Bytje snorrende vol vreugt, Denkt die nieuwe Bloem te leezen; Haar adem vult de Lugt, Met lieve Zoomerwinden, Terwyl myn bang gezugt, Zig op haar spoor laat vinden. Vorige Volgende