De vrolyke zeeman, verheugd over de vrye zeevaart(1803)–Anoniem Vrolyke zeeman, verheugd over de vrye zeevaart, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] Een Nieuw Lied. Of aardig voorval, tusschen een Boer en Jonge Dogter, die al de Snipjes in haar Kooi gevangen heeft. Op een Aangenaame Wys. 1. Daar ging een boer uit ryden: Langs een zoo'n groene hyden; Langs een zoo'n groene laan, Daar vond hy een Meisje staan. 2. Het Meisje sprak wel landman hoort, Hoe ryd gy zo deftig voort, Ryd gy zo na die stee: Neemt my op jou wagen meê. 3. Den boer die dagt heel vaardig, Dat lykt een Meisje aardig, Hy stond stil met zyn sleê: En hy nam het Meisje meê. 4. Wel Boertje wat heb gy in u mand, Waar op den Boer sprak viegeland, Voogelen groot en klyn, Ik verkoopse by het douzyn. 5. Heb gy daar toe een voogele zan, Ik zal 'er jou helpen an, Dan geef ik u kontant, Daar nog geld voor in jou hand. [pagina 56] [p. 56] 6. Den boer nam zyn Patrysje, Hy wees hem aan het Meisje, Hy zy schoon engelin; Is dat beesje na jou zin. 7. Of wild gy hebben eene snip, Die kan speelen wip, wip, wip, Of een zoo'n braave vink: Ik heb 'er een hy is zo flink. 8. De Snip kwam ongelooge: Wel op haar knip gevloogen; Met een raakte hy daar in, Dat was net het meisjes zin. 9. Die Snip die is 'er in gegaan, En voort de knip wierd digt gedaan; En hy ging wip, wip, wip, Toen hy moe was in de knip. 10. De Boer sprak met verrassen, Wilt nu terdeeg oppassen, Want daar is een vink op streek: Die wil drinken uit jou beek. 11. Het Meisje sprak ik voel hem wel, En met kreeg zy het in haar vel, Zo dat het vinkje was: Schier verzoopen in die plas. 12. Den Boer sprak met verlangen, Nu is hy al gevangen, Vogel, Patrys en snip, Alles in jou Voogle knip, [pagina 57] [p. 57] 13. Het Meisje sprak daar is tot loon: Een drinkpenning een goude kroon, Ryd 'er nu maar na de steê, En neem al de Vogels meê. Vorige Volgende