| |
Een Nieuw Lied.
Op de Jordaansche Meisjes, binnen Amsteldam.
Op een Aangename Vois.
1.
Hier ziet gy nu een gantsche schaar ha ha
Van Burger dogters by malkaar, ha, ha,
Zy houden van een Thee salet,
Wel hee wat hebben zy een pret, ha, ha
2.
't Gesprek schynt haar wel aan te staan ha, ha,
Dat toone elks gebaarden aan, ha, ha
Geen wonder want een ieder praat,
Van vryery, en zwier en staat, ha, ha,
3.
Wie ziet aan de uiterlyke schyn, ha, ha,
Dat deze burger dogters zyn, ha, ha,
Elk meisje is zo net gekleed,
Of zy het geld met scheepels meet, ha, ha.
| |
| |
4.
De eerste Juffrouw op de hoek, ha, ha,
Geheel gekleet in Neteldoek, ha, ha,
Een dogter van een winkelier,
Zy heeft een dragt na de eerste zwier ha, ha.
5.
En wat heeft deze een boven last, ha, ha,
Zy draagt een pofdoek of 't haar past, ha, ha,
Een Sjerp en een Charlotte Hoed,
Ei ziet eens wat de groosheid doet, ha, ha.
6.
Daarop volgt Teuntje Timmerhout, ha, ha,
Haar haêr is wel wat hoog gebouwt, ha, ha,
Zy is egter vol van pronkery,
Een goud Hollogie op haar zy, ha, ha.
7.
Daar ziet gy Mietje van der Naald. ha, ha,
Zy heeft 't door het oog gehaald, ha, ha,
Die schoone Sak waar zy mee prykt,
Waarin zy wel mevrouw gelykt, ha, ha.
8.
Hier hebje Klaartje dat grootse ding, ha, ha,
Gewis haar dragt is zonderling, ha, ha,
Een Kapsel dat voor niemand zwigt,
Een lange punt voor het aangezigt, ha, ha.
9.
Daar hebje maar wat droes is dat, ha, ha.
Veel meisjes kiesen het basepad, ha, ha.
Ik denk ik hebse kwaad gemaakt,
En mooglyk haar zeer geraakt, ha, ha.
| |
| |
10.
Gy meisjes die hier by blyve staan, ha, ha.
Gaat u myn stuk in 't minst niet aan, ha, ha,
Ik zie hoe hartlyk dat gy lacht,
De gek scheerd met de burgerdragt, ha, ha.
11.
Uw kledingdragt is buiten kyf, ha, ha,
Niet al te zwierig, niet al te styf, ha, ha,
Gy kleed u naar u rang of staat,
En houd dus juist de middelmaat, ha, ha.
12.
De meisjes die zo zwierig zyn, ha, ha,
Gewis haar grootsheid is maar schyn, ha, ha,
Haar tas is doorgaans slegt gesteld,
Het syn diepe sakken en geen geld, ha, ha.
13
Hoe menig jonkman word bedot, ha, ha,
Raakt hy op zoo een meid verzot, ha, ha,
Hy krygt een vrouw vol hovaardy,
En na haar pragt geen geld 'er by, ha, ha.
14.
Dan 't is thans tyd dat ik vertrek ha, ha,
Eer u geduld niet langer rek, ha, ha,
Ik leg u myn stuk wel nader uit,
Maar zing deez' regel tot besluit, ha, ha van falderala.
|
|