Vrolijk volks-lied, bij de aankomst van den eersten haring in het vaderland. Den 6e van julij 1815(1815)–Anoniem Vrolijk volks-lied, bij de aankomst van den eersten haring in het vaderland. Den 6e van julij 1815– Auteursrechtvrij Vorige [pagina 1] [p. 1] Vrolijk volks-lied, bij de aankomst van den eersten haring, in het vaderland. Den 6e van Julij 1815. Wilhelmus van Nassouwen, Klink' weer uit aller mond! Op Hem is ons vertrouwen, En onze hoop gegrond. Laat vlag en Wimpel waijen, Van Stengel en van Mast, Terwijl de Mutzjes zwaijen, Van elken Visschers gast. [pagina 2] [p. 2] Brengt Visschers! ons den zegen Der groote Visscherij! Geen Dwingland houdt u tegen, Uw Vaderland is vrij. De Roovers zijn verstoven, Als onbeduidend stof, En 't blij Oranje Boven Klinkt weer tot Willems lof. Vliegt Jagers naar de stranden, Met Neerlands Zeebanket: Kom Kuipers, rept de handen: 't Moet Willem voorgezet. Verzendt aan Neerlands Braven De vruchten van uw vlijt Maar 't beste van uw' gaven, Zij onzen Held gewijd. [pagina 3] [p. 3] Gij, die den Held moogt nadren, Vergeet uw hulde niet, Daar gij den grond der Vadren, Door Hem beveiligd ziet. Door Heilig vuur gedreven, Vogt hij met Edlen moed, Hij waagde lijf en leven En redde ons met zijn bloed. Hem worde, in naam van allen, De Glorie toegebragt! De Dwingland is gevallen, Want Willem hield de wacht. Men zet nu vol vertrouwen, Den voet aan Neerlands strand: Het Stamhuis van Nassouwen, Blijft de eer van Vaderland. Vorige