Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990
(1990)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Jan Fred van WijnenBoekhandel Athenaeum aan het Spui in Amsterdam, toch al geen kleine winkel met een voorraad van zo'n dertigduizend boeken - maar kleiner dan Scheltema Holkema Vermeulen, die tweehonderd meter verderop met honderdduizend boeken aan het Koningsplein zit - gaat flink uitbreiden. Ze heeft de voorraad overgenomen van de opgeheven boekhandel Postma scientific in de Amsterdamse Spuistraat. Die voorraad, neerlandistiek en algemene linguïstiek, komt in het nieuwe pand dat Athenaeum komend voorjaar zal openen, pal achter de tijdschriftenwinkel Athenaeum Nieuwscentrum. Postma scientific was in 1984 opgericht als filiaal van antiquariaat Postma in het ‘Huis aan de drie grachten’, het monumentale pand met de rode luiken dat wordt begrensd door de Oudezijds Voorburgwal, de Oudezijds Achterburgwal en de Grimburgwal. Het filiaal werd geopend naast de toen nog te voltooien nieuwe Letterenfaculteit van de Universiteit van Amsterdam, en volgens eigenaar G. Postma liep het niet slecht. Drie jaar geleden deed Postma zijn filiaal over aan de Dordtse uitgever en drukker Foris Publications, die hem had verteld over grote plannen met de linguïstiek in heel Nederland. Maar de plannen van Foris bleven steken bij Postma's winkel aan de Spuistraat, en kortgeleden werd de zaak gesloten.
In het weekend van 6 en 7 oktober zouden vijftig Haagse woonhuizen hun deuren openen voor het publiek, dat kon komen luisteren naar meer dan zestig dichters die uit eigen werk zouden voorlezen. Dat zou het eerste Haagse poëzie-weekend Dichter aan Huis zijn. Het gaat niet door. Volgens Ton Haak, bestuurslid van de Stichting Dichter aan Huis, hadden ambtenaren bij de WVC-directie Letteren de indruk gewekt dat er een flinke subsidie in aantocht was. Maar het ministerie liet zich negatief adviseren door de Raad van de Kunst, die het, in de weergave van Haak, een ‘te lokale activiteit’ vond. Omdat er zoveel belangstelling bleek te zijn, onder meer bij ‘mensen die fondsen kunnen openbreken’, heeft het bestuur opnieuw een aanvraag ingediend bij WVC, en ook bij het Prins Bernhard Fonds en de kleinere culturele fondsen. Het bestuur verwacht nu dat het poëzieweekend over een half jaar alsnog zal doorgaan.
Op maandag 13 augustus stond in NRC Handelsblad een advertentie voor de achtste druk van de Grote Winkler Prins Encyclopedie: ‘onmisbare informatie voor het hele gezin’. De vijfentwintig delen en het supplement waren te krijgen via een telefoonnummer; een naam werd niet genoemd. Een intrigerende advertentie, kortom, want de achtste druk is van tien jaar geleden, en in juni dit jaar had uitgeverij Elsevier bekend gemaakt dat ze vanaf september met een negende druk zouden komen (waarin Michail Gorbatsjov en Diego Maradona ook in zullen staan). Was hier iemand op het idee gekomen om nog snel een partij oude Winkler Prinsen op te ruimen? Het in de advertentie genoemde telefoonnummer blijkt gewijzigd, en de PTT verbindt automatisch door met uitgeverij Argus, het Elsevier-onderdeel dat de encyclopedie uitgeeft. Daar wordt verteld dat de hele advertentie fout was: achtste druk moest negende druk zijn en het telefoonnummer was oud. Omdat Argus, net als NRC Handelsblad, een onderdeel is van Elsevier, veroorlooft NRC Handelsblad het zich wel eens om een advertentie van zo'n collega-dochterbedrijf als ‘stopper’ te gebruiken, om de pagina op te vullen. Argus heeft al enkele malen vergeefs gevraagd om de advertentie uit de la te verwijderen, want er is zelfs geen enkel exemplaar meer van de achtste druk. Zo moesten ze enkele weken geleden nee verkopen aan de VARA, die een paar complete encyclopedieën nodig had voor de quiz Twee voor Twaalf, die ze weer nieuw leven willen inblazen. Drie jaar geleden had Elsevier overigens laten weten dat er nooit meer een nieuwe Winkler Prins zou verschijnen, omdat de Nederlandse markt volstrekt verzadigd zou zijn: de verkoop van Nederlandse encyclopedieën (De Oosthoek, de Spectrum, de Winkler Prins) was in tien jaar gedaald van 60.000 naar een paar duizend per jaar. Op 17 september liggen de eerste twee delen (beide A) in de boekwinkel. Als de H van Hoessein aan de beurt is zullen er zeker een paar regels aan de Golfcrisis worden gewijd, verzekert Argus, want zelfs de delen D, E en F zijn nog niet afgesloten; dat gebeurt over zes weken.
Nederlands blijft een moeilijke taal voor buitenlanders. Het Franse weekblad Le Nouvel Observateur schrijft een reportage over de zes Europese koningshuizen, die natuurlijk hoofdzakelijk gaat over schandalen en rijkdommen. Hoe rijk is het Nederlandse koningshuis, bijvoorbeeld? ‘Aan het eind van de jaren tachtig,’ schrijft Le Nouvel Observateur, ‘bezit de familie Oranje-Nassau de eigendomspapieren van Shell, De Beers, General Electric en KLM.’ Het tijdschrift moet zich een verkeerde voorstelling hebben gevormd van het begrip ‘Koninklijke’ bij de Shell en de KLM. Bij General Electric en de Zuidafrikaanse diamantfirma De Beers zal het wel gaan om een canard.
Eponiemen zijn woorden die van een persoonsnaam zijn afgeleid: ‘sandwich’ van John Montagu, de vierde graaf van Sandwich, en ‘kiekje’ van de Leidse fotograaf Israël Kiek. In het buitenland verschijnen al jaren eponiemenwoordenboeken - in Engeland werden er onlangs zelfs twee gepubliceerd van dezelfde schrijver (Martin Manser) bij verschillende uitgevers (Avon Books en Sphere Books). Overigens bestaat het woord eponiem niet. Dat wil zeggen, niet in de Van Dale. Het is afgeleid van het Griekse woord eponumoi, maar alleen de Engelsen hebben daar officieel het woord ‘eponym’ voor. In Nederland is de journalist Ewoud Sanders al zes jaar bezig aan het eerste Nederlandse eponiemen woordenboek. Het woord eponiem is volgens hem geïntroduceerd door Battus in de Opperlandse Taal en Letterkunde, die suggereerde dat we het beter meteen weer konden vergeten omdat er maar twee Nederlandse eponiemen zouden zijn - flikje en bintje. Als Sanders' woordenboek verschijnt, staan er zeshonderd Nederlandse eponiemen in, waarvan er bijna honderd zijn afgeleid van Nederlanders. Die verschijning is al enkele malen aangekondigd door uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, maar werd steeds weer uitgesteld (met de motivering, bij de laatste aankondiging voor september 1990: ‘haastige spoed is zelden goed’). Het laatste nieuws is dat het op 11 oktober uitkomt. Sinds een paar weken worden Sanders' eponiemen afgedrukt in NRC Handelsblad, waar ze onder de serienaam Naamwoorden verschijnen op de Achterpagina - de pagina waar Sanders tot maart dit jaar eindredacteur van was (hij werkt nu free-lance voor dezelfde krant). De serie stopt als het boek verschijnt. Er is al veel rumoer ontstaan rondom dit woordenboek. Sanders kreeg aanvankelijk de door zijn uitgever betaalde assistentie van een neerlandicus uit Baarn, dr. C.G.L. Apeldoorn, maar die samenwerking was onvruchtbaar en eind 1988 besloot Sanders om maar weer alleen verder te gaan. Enige tijd later werden verschillende uitgevers benaderd door dr. C.G.L. Apeldoorn, of ze belangstelling hadden voor een eponiemenwoordenboek. Sanders had daar nooit wat van geweten, als Apeldoorn niet zo onverstandig was geweest om ook contact op te nemen met Nijgh & Van Ditmar. Na een flinke woordenwisseling verklaarde Apeldoorn in april 1989 schriftelijk aan Sanders en de uitgever dat hij het eponiemenwoordenboek van zijn programma had geschrapt. Maar de laatste maanden krijgt Nijgh & Van Ditmar weer te horen van collega-uitgevers dat ze zijn benaderd doordr. C.G.L. Apeldoorn. De laatste was uitgeverij Boom, waar redactrice Alice Boreel van hem een culinair eponiemen-boekje kreeg aangeboden. Apeldoorn kan het zich overigens niet herinneren. Hij wil ook geen enkel commentaar op zijn werkzaamheden geven. Gevraagd of hij zijn handelswijze helemaal verantwoord vindt, zegt hij: ‘Als Jan een boek mag schrijven, mag Piet het toch zeker ook?’ De driehonderd eponiemen van Sanders die hij ooit in huis had, heeft hij naar eigen zeggen nooit gebruikt. Joost Nijsen is vol goede moed: ‘Als het boek van Apeldoorn eerder uitkomt dan dat van Sanders, maakt het toch geen kans. Ons boek is zó grondig, dat de schrijver er bijna aan onderdoor is gegaan.’ Desondanks heeft Sanders alweer het plan opgevat om een boek met ‘fictieve’ eponiemen te schrijven. Dat zijn woorden die zijn afgeleid van fictieve personen, zoals Brave Hendrik en Nieuwsgierig Aagje. ‘De basis is gelegd,’ vertelt Sanders, ‘maar het kan nog wel een paar jaar duren.’
HERSTEL: In rubriek ‘Afgeprijsd’ (Boekenbijlage van vorige week) is verzuimd te vermelden dat de besproken titels verkocht worden door Boekhandel Het Martyrium, Van Baerlestraat 170-172, 1071 BH Amsterdam. |
|