Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990
(1990)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Jan Fred van WijnenHet maandblad Avenue stopt met het onderdeel Avenue Literair, dat onder redactie staat van de journalist Jan Donkers. In dit literaire segment stonden korte verhalen en hoofdstukken uit nieuwe boeken. Redactiemedewerkers van Avenue kunnen alleen vertellen dat het tijdschrift ‘in deze vorm’ met het onderdeel stopt; voor een motivering kan hoofdredaclrice Loukie Boin (spreek uit: Bwèn) niet tijdens de maandagochtendvergadering worden gestoord. Volgens welingelichte bronnen gaat het roer om bij Avenue, en wordt het oor (nog) meer te luisteren gelegd bij de adverteerders. Over het lot van Avenue Poëzie, het onderdeel waar reisjournalist en schrijver Cees Nooteboom verantwoordelijk voor is, durft de redactie nog niets te zeggen. Avenue is eigendom van het mediaconcern VNU, dat onlangs besloot om zich wegens de aanhoudende exploitatieverliezen te ontdoen van het weekblad De Tijd.
Ook het Engelstalige culturele kwartaalblad Dutch Heights, dat wordt uitgegeven door de ministeries van WVC en Buitenlandse Zaken, is in moeilijkheden, maar dan nog wat ernstiger dan Avenue. Volgend jaar geeft WVC, dat driekwart van het budget betaalt, geen geld meer. Daarmee houdt het blad, dat door Buitenlandse Zaken in een oplage van zesduizend werd verspreid op Nederlandse ambassades en culturele instituten in de hele wereld, op te bestaan. Hoofdredacteur Hans Keller heeft nog geen motivering voor dit besluit gekregen, en is alleen informeel door ambtenaren over de beslissing geïnformeerd. Voorlichters van WVC kunnen overigens wél officieel bevestigen dat het blad volgend jaar wordt gestaakt. Het bleek ‘in de huidige opzet niet effectief genoeg voor culturele promotie’, volgens voorlichter Hans Smit. Er zijn nog geen ideeën over een opvolger, waar in principe wel belangstelling voor is. Dutch Heights heeft het met zijn vier jaar wel aanzienlijk korter uitgehouden dan zijn voorganger, Delta. Dat was een Engelstalig cultureel tijdschrift van het ministerie van CRM, de voorloper van WVC, dat na zestien jaar in 1973 werd opgeheven door minister Engels - nadat minister Luns tevergeefs had geprobeerd de verspreiding te verhinderen van een nummer over euthanasie. Ook Dutch Heights heeft nu politieke problemen veroorzaakt. Drs. mr. dr. A. Postma, Eerste-Kamerlid voor het CDA, is hevig in zijn wiek geschoten over een passage in het laatstverschenen nummer, waarin de verschillen tussen Vlaams en Nederlands werden gedefinieerd. Dutch Heights had een fragment gepubliceerd uit Het verdriet van België van de Vlaamse schrijver Hugo Claus, een boek dat kortgeleden is vertaald in het Engels. Door het Vlaamse taalgebruik was dat geen alledaagse bezigheid voor de Engelse vertaler Arnold Pomerans (er is nog geëxperimenteerd met een Engels dialect, maar zonder succes), en daarom werd er bij het fragment een kadertje afgedrukt met informatie over Claus en over de bijzonderheden van het Vlaams. Het verdriet van België, legt Dutch Heights uit, verscheen in 1983 in de ‘original language’: niet het Nederlands dat ze kennen in Nederland, ‘but a rich, juicy Flemish’ (een rijk, sappig Vlaams). Deze taal, vervolgt het blad, klinkt vaak ‘buitengewoon amusant’ voor een Nederlander, maar wordt tegelijk geassocieerd met de ‘benijdenswaardige levenslust’ van zijn zuiderburen. Postma wendde zich schriftelijk tot minister Hedy d'Ancona van WVC, die al eerder stof had doen opwaaien door vast te stellen dat Nederland en België wel een taalgemeenschap vormen, maar geen cultuurgemeenschap. Zij moet, volgens het Taalunieverdrag, toezien op ‘de gemeenschappelijke ontwikkeling van de Nederlandse taal’ in Nederland en België, en Postma vroeg haar of dit soort uitlatingen als in Dutch Heights daaraan bijdraagt. Hij herinnerde eraan dat het blad zich in het eerste nummer van vier jaar geleden ook al eens aan zulke uitlatingen had schuldig gemaakt. Na protesten van de Belgische ambassadeur had de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, René van der Linden, toen schriftelijke excuses gemaakt, maar Postma drong daar nu niet op aan. Minister D'Ancona heeft nog niet geantwoord. Dat senator Postma over zijn definitie van het Vlaams was gevallen, had Hans Keller nog niet ontdekt, maar hij neemt aan dat het besluit van WVC om de financiering te stoppen daar los van staat.
Uitgeverij Balans heeft sinds kort een soort Landenserie. Het wordt niet als zodanig gepresenteerd, maar het is er wel een, aldus medewerker Bert Veen. Tot nu toe verschenen er twee boeken in die serie: De fatale kust van Robert Hughes, over Australië, en Japan, de onzichtbare drijfveer van een wereldmacht van NRC Handelsblad-correspondent Karel van Wolferen (over Japan). Amerika komt dit najaar aan de beurt in De geschiedenis van een droom van Taylor Branch, een studie van de emancipatie van de zwarten. Alledrie de boeken zijn vertaald uit het Engels. Toen Balans-directeur Jan Geurt Gaarlandt de nieuwste prospectus van uitgeverij Anthos las, waarin de boeken staan die dit najaar worden gepubliceerd, werd hij een beetje boos - niet heel erg boos, maar genoeg om in de pen te kruipen. Anthos kondigde namelijk de verschijning aan van De kust van de Goede Hoop van NRC Handelsblad-correspondent Allister Sparks, over Zuid-Afrika. Niet alleen was de omslag volgens Gaarlandt vrijwel identiek aan de twee tot nu toe verschenen boeken van Balans, maar Anthos erkende ook nog eens de overeenkomst in het volgende fragment: ‘Dit fascinerende, hoogst actuele boek hoort thuis tussen de boeiende studies van Robert Hughes over de geschiedenis van Australië en Karel van Wolferen over de cultuurhistorie van supermacht Japan.’ En dat, zegt Bert Veen van Balans, ‘is gebruik maken van andermans succes’. Gaarlandt, die wegens verblijf in het buitenland geen commentaar kan geven, schreef een brief aan de directie van Anthos waarin hij ze duidelijk te verstaan gaf dat ze - aldus Bert Veen - ‘een beetje te ver waren gegaan’.
De journalist Ed van Eeden, medewerker van het vakblad Boekblad en schaakliefhebber, schreef onlangs een boek over drie jonge Hongaarse zusjes die heel goed kunnen schaken als gevolg van de eigenzinnige opvoedingstheorie van hun vader, László Polgár, die meent dat hij van elk mens, ongeacht diens aangeboren talenten, een genie kan maken. De drie zusters, Judit, Zsófia en Zsuzsa Polgár, werden van school gehaald, leerden thuis zes tot acht talen en werden briljante wedstrijdschaaksters. Toen de drie zusters, waarvan de oudste nu eenentwintig is en de jongste veertien, deze maand optraden in het OHRA-schaaktoernooi in Amsterdam, werd in hun aanwezigheid en die van hun vader het boek gepresenteerd. Maar László Polgár was niet blij. Niet alleen kon hij de toespraak van de schaker Hans Böhm niet verstaan - in tegenstelling tot zijn dochters spreekt hij uitsluitend Hongaars en Esperanto - maar hij vreesde ook dat dit boek een gevaarlijke concurrent wordt voor zijn eigen aanstaande boek over zijn opvoedingsmethoden. László is namelijk alert als het om geld gaat. Tijdens de opvoeding van zijn dochters leefde hij in bittere armoede, maar nu slaat hij klinkende munt uit de populariteit van zijn dochters: startgelden van vijfduizend gulden per dochter zijn heel gewoon, en toen Van Eeden het gezin vorig jaar opzocht in Boedapest vooreen interview in Elsevier, moest hij tweeduizend gulden betalen. Van Eeden kon László er niet van overtuigen dat dit boek een goede reclame is voor diens eigen boek, als het binnenkort verschijnt. Hij heeft hem wel, als pleister op de wonde, een aantal Nederlandse uitgevers gesuggereerd die in aanmerking komen voor een boek met de mooiste schaakpartijen van zijn dochters, dat László binnenkort wil samenstellen. Van Eedens uitgever, Nijgh & Van Ditmar, heeft nu een optie genomen op de Nederlandse vertaalrechten voor László's eerste boek - niet, zoals hoofdredacteur Vic van de Reijt benadrukt, om in het conflict te bemiddelen - en moet vóór 15 september een bod doen. Ze hadden het al eerder willen uitgeven, maar verkeerden op grond van een krantebericht in de veronderstelling dat de wereldrechten al voor een miljoen dollar waren verkocht aan een Belgische uitgever. Dat, zo bleek op het OHRA-schaaktoernooi, was niet waar. |
|