Reserve
Josine Meyer is niet fel en polemisch, maar haar ideeën zijn even standvastig en pas nu, zonder door de revolutie in Oost-Europa achterhaald te zijn, aan vernieuwing toe. Dat zij die revolutie van het afgelopen jaar niet in haar beschouwingen heeft kunnen verwerken, begrijp ik heel goed, maar vind ik toch betreurenswaardig. Zo is een stuk als ‘Herwaardering van het socialisme’ niet wat je er nu van zou hopen, maar een uit vervlogen jaren stammende bespreking van een bundel voordrachten over de kloof tussen ideologie en werkelijkheid in de ‘socialistische’ landen en de macht van de communistische partij met haar bureaucratische apparaat. Kennelijk is The Socialist Idea een boeiend boek, maar dat het ‘niets van zijn actualiteit verloren’ heeft, zoals Josine Meyer in 1979 stelde, valt niet meer vol te houden. Haar eigen voorzichtige, onuitgewerkte conclusies (dat tegenover communisme niet socialisme staat maar democratie en dat wij behoefte hebben aan een nieuwe politiek, die een synthese is van gemoderniseerd liberalisme en zeer gemoderniseerd socialisme) lijken mij actueler. Een essay over Oost-Europa (Tsjechoslowakije bijvoorbeeld, met de elite rond Václav Havel) houd ik graag van haar te goed, zoals ook een bespreking van Nelleke Noordervliets roman Tine of De dalen waar het leven woont.
Josine Meyer
steye raviez
Het probleem van de actualiteit doet zich minder sterk gelden, uiteraard, als het niet gaat om de politieke opvattingen zelf, maar om de publikaties en ideeën van haar politieke vrienden. Het grote, sympathieke en uiterst instructieve artikel over De Kadt en ‘de wetenschap der politiek’ doet deze ten onrechte toch nog altijd miskende politieke denker alle recht. Ook over een geestverwant als Sal Tas schrijft zij met toewijding, zij het gereserveerder: een kwestie van rang.
Die reserve of afstandelijkheid bij alle sympathie is een kenmerk van al haar essays, ook de literaire (Leconte de Lisle, Vestdijk, Camus) en die over Lou Andreas-Salomé, Nietzsche en Freud, die interessant en leerzaam zijn voor wie met deze figuren niet al heel vertrouwd is, maar weinig nieuws te bieden hebben aan de ingewijden. Het zijn ook niet echt essays, in de zin van tastende waardebepalingen, krachtmetingen met andermans visies en verbeeldingen, maar veeleer leerzame nuchtere uiteenzettingen, beslist niet onpersoonlijk en evenmin onkritisch (Lou Salomé bijvoorbeeld kan zij bewonderen, terwijl zij haar stijl afschuwelijk vindt), maar nooit erg bevlogen of eigenzinnig.