Kruisiging
Over de literaire kant van het verhaal wil ik kort zijn: al dekt de titel de inhoud niet (het boek begint met de jodenvervolgingen van 1391 en komt pas op zo'n zestig pagina's voor het eind in genoemd jaar aan), Aridjis kan zeker schrijven. Maar de opbouw van deze roman is veel minder geslaagd en dat komt inderdaad doordat de historie niet losgelaten wordt en het boek tussen kroniek en verhaal blijft zweven. Columbus op de laatste pagina is als een ouderwetse deus ex machina en die accepteren we niet meer; binnen het levensverhaal van de hoofdpersoon komen (te) veel uitweidingen voor omdat de schrijver wil tonen dat hij belezen is of ergens een historisch gegeven heeft opgepikt (zoals het gebeuren van het gekruisigde jochie van La Guardia) dat hij de moeite van het vertellen waard acht: prospectieve elementen zijn in een roman wel mogelijk - althans als aanduidingen van iets dat later binnen het verhaal gaat gebeuren - maar het kan volgens mij niet iets te noemen dat pas jaren na de beschreven handeling plaatsvindt en voor de roman geen enkele betekenis heeft (Aridjis noemt bijvoorbeeld de bouw van het klooster Santo Tomás, pagina 280). Zo staat het boek vol met zaken die in de geschiedschrijving normaal, maar vreemd aan de literatuur zijn.
Een belangrijker bezwaar is het beeld dat Aridjis in deze roman geeft van Spanje aan het eind van de vijftiende eeuw. 1492 wordt in de Spaanse geschiedschrijving inderdaad als een cesuur gezien: door de tegenstanders van katholiek Spanje als het begin van alle ellende; door de apologeten van de Contrareformatie als een eerste stap op het pad der zuiverheid. De redenen om aan dat jaar zoveel belang toe te kennen, liggen voor de hand. Door het huwelijk tussen Ferdinand van Aragon en Isabella van Castilië waren twee van de belangrijkste rijken van het Iberisch schiereiland (Portugal en Navarra waren de andere) in één hand gekomen en lag de weg open naar de wereldmacht van Karel V, de eerste van dat formaat sinds het Romeinse Rijk en de enige uit de wereldgeschiedenis waarin de zon letterlijk nooit onderging. Maar pas in 1492 werden de resultaten van dat huwelijk zichtbaar: door de val van Granada kwam er na acht eeuwen een eind aan de Moorse macht op het schiereiland; door de verdrijving van de joden bleef de christelijke godsdienst als enige over; door de ontdekking van Amerika opende zich de mogelijkheid om het geloof van Rome over heel de aardbol te verspreiden. Aandacht voor 1492, zo moet Aridjis gedacht hebben en zo denken op dit moment velen die op een of andere wijze de ‘viering’ van 1992 voorbereiden, aandacht voor 1492 is dus het stellen van een aantal essentiële vragen over het begin van de moderne geschiedenis, zeker waar het Spanje en Latijns-Amerika betreft (Aridjis is Mexicaan). Maar het traditionele antwoord over de betekenis van 1492 is al eeuwen gegeven en altijd in de termen slecht of goed. Dat gebeurde al in de tijd dat de Noordelijke Nederlanden tegen Filips in opstand kwamen; dat gebeurde met nog meer kracht gedurende de hele negentiende eeuw; dat morele spel werd in de Franco-tijd uitentreuren herhaald. Nu, in 1990, lijkt een andere en meer subtiele invalshoek geëigend, maar ongegeneerd en met
verwijzing naar negentiende-eeuwse of joodse literatuur die zijn standpunt steunt of twintigste-eeuwse historici die hem op vele punten tegenspreken, schaart Homero Aridjis zich in het eeuwenoude koor der klagers. ‘Columbus uit de hel ontsnapt,’ luidde de kop boven het interview in de Volkskrant. Het geeft in één woord weer waar de roman 1492 over gaat en waar hetzelfde historische jaar in de ogen van de schrijver voor staat: de hel. (Een paar maanden eerder overigens publiceerde een Nederlander een studie waarin die andere traditie verdedigd werd. Ik doel op het katholiek-apologetische Ochtend van Amerika van Robert Lemm.) Zo simpel als bij Aridjis (of Lemm) is de wereld buiten karikatuur of propaganda echter zelden en in ieder geval was het Spanje van 1492 zo niet. Geen Europees land tolereerde in de late middeleeuwen zo'n grote joodse bevolking in zijn midden; geen Europees land had een Moorse macht binnen zijn grenzen. Alleen dat zou al te denken moeten geven over het fanatisme waarmee tegen deze groepen opgetreden werd. Het is een subtiliteit die Aridjis niet opbrengt. Om dezelfde reden heeft hij er geen oog voor dat het anno 1492 nog twee kanten op kon. De inquisitie was zijn werk pas begonnen, nog zwak en onzeker (en juist daarom zo gedreven); de mannen die in dat jaar als respectievelijk bestuurder en bisschop van Granada aangesteld werden, waren allerminst fanatiek en wilden juist samenleven met de minderheden; de katholieke koningen hebben lang geaarzeld of ze de beslissing tot verdrijving der joden wel moesten nemen; zo zou men een lange rij verschijnselen kunnen opsommen die voor tweeëerlei uitleg vatbaar zijn.
Columbus zet voet aan wal bij San Salvador
Zo meteen, wanneer het 1992 is, zullen alle betrokken partijen afhankelijk van hun positie op het een dan wel het ander de klemtoon leggen. Aridjis heeft zijn duit vast in het zakje gedaan door Spanje te veroordelen. Lemm heeft hem al tegengesproken. Maar als het zo verder gaat, zal opnieuw precies datgene verwaarloosd worden wat de jaren rond 1500 zo interessant maakt: dat het nog verschillende kanten op kon; dat zaken die eigenlijk pas in de loop van de zestiende eeuw duidelijk werden, anno 1492 nog volslagen schemerig waren.
■
Ter Zake is met vakantie