Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990
(1990)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermdBas HeijneVerdeel de wereld in fijnproevers en liefhebbers en direct valt op dat het de fijnproevers zijn die op ieder gebied de toon aangeven. Het zijn de fijnproevers die rubrieken volschrijven, sterren geven, onderscheidingen en prijzen uitdelen. Het zijn de fijnproevers die de wereld voortdurend op de hoogte houden van hun graaltocht naar het mooiste, grootste, diepste, lekkerste, hoogste. Hun leven is een lange pijnlijke bedevaart naar de volmaaktheid, vol tegenslagen en teleurstellingen. De liefhebbers gaan hun eigen weg. Koffie, bijvoorbeeld. De fijnproever keurt de beste bonen, zijn neus zoekt het fijnste aroma, zijn koffiezetmethode is zorgvuldig uitgedokterd, een verfijnd ritueel. Koffie van minder allooi krijgt hij met moeite door zijn keel; het verschaft hem geen enkel genoegen. Daarom weet hij hij welke van zijn vrienden hij na het eten meer dan één kop zal drinken, daarom weet hij in welke cafés goede koffie wordt geschonken (en in welke de allerbeste). Zo nu en dan proeft hij het hoogste genot. Meestal valt het tegen. De liefhebber houdt ook van koffie, maar hij houdt van alle koffie. Ook hij weet wat de beste koffie is, maar zijn liefde strekt zich uit in de breedte: espresso, cappuccino, Griekse koffie, filterkoffie, zelfs kantoor- en kantinekoffie, zélfs alle verschillende soorten Nescafé. Hij kan ze allemaal drinken, hij wil ze allemaal geproefd hebben. Hij houdt in de eerste plaats van het idee van koffie, in zijn algemeenheid. Anders dan die van de fijnproever is zijn liefde alomvattend en tolerant; slechte koffie vergeeft hij, omdat het koffie is. Een ander voorbeeld: seks. Fijnproevers dragen in hun hoofd het beeld van de ideale vrijpartij, uitgevoerd als een magnifiek ballet, perfect tot in de details, één langerekte extase. Tijdens die bedscène ligt geen been verkeerd, klinken geen ontnuchterende lichaamsgeluiden en nooit gaat de telefoon. Moeiteloos wordt in deze droom wederzijds het hoogtepunt bereikt, lichaam en geest raken in één vloeiende beweging met elkaar versmolten. En er wordt maar heel weinig getranspireerd, een paar druppeltjes designer's zweet, dat is alles, net genoeg om het opwindend te maken. Het is een droom; de werkelijkheid valt meestal tegen, de uitvoering in het dagelijkse leven betekent meestal desillusie. Oprechte liefhebbers houden van seks in al zijn onvolmaaktheid. Zij beseffen dat twee of meer lichamen op elkaar wat esthetiek betreft meestal nogal te wensen overlaat, maar het kan ze niet veel schelen. Ze zijn geen anti-estheten, ook zij weten heus wel wat mooi is, maar schoonheid is voor hen niet meer dan één onderdeel van het geheel, en zelden het belangrijkste. Gefrommel met condooms, ongelukkige posities, belachelijke interrupties, allerlei manifestaties van fysiek onvermogen, zand tussen je benen, te veel zweet; voor hen draagt het eerder bij tot het genot dan dat het er afbreuk aan doet. Sterker nog, perfectie bederft het spelplezier, omdat het niet menselijk is. Koffie, seks én boeken. Ook in de literatuur zijn er liefhebbers en fijnproevers. Wat het uiterlijk betreft zijn er natuurlijk de bibliofielen, de minnaars van het ‘mooie boek’, van gebonden werken en het leeslint, van de kleine oplagen en de genummerde exemplaren, van de voorbeeldige tekstverzorging en de heldere bladspiegel. Mooie boeken vormen een sieraad voor hun boekenkast, hun boekenkast is de parel in de kroon van hun geest. Inhoudelijk richt hun fijnproeversstreven zich op het onbetwistbare meesterwerk, de onontkoombare wereldliteratuur. Het lezen van onvolkomen en slechte boeken vormt de ergste vorm van tijdverspilling, want voor ieder verslonden niemendalletje is er een ongelezen Groot Boek. Fijnproevers in de literatuur hebben daarom een hekel aan debuten en eigenlijk aan alle Nederlandse boeken. Waarom zou je je aan het romannetje van de zoveelste literaire brekebeen wagen, wanneer je Hölderlin/Austen/Tolstoj/Proust ongelezen, gebonden èn met leeslint in de kast hebt staan? Het is een kwestie van temperament. Liefhebbers van boeken houden van de leeszaal van het British Museum, maar ook van de hoge stapels bij de kassa's van Ako-kiosken, van de volledige Pléiade-reeks, maar evenveel van een vette pocket met strandzand tussen zijn bladzijden en flink wat doorleefde vouwen in zijn rug. In tegenstelling tot de fijnproevers zien de liefhebbers alles in zijn context, zij omarmen dat waar zij van houden totaal en zonder voorbehoud; daarom kunnen zij met veel plezier een kopje waterige automaatkoffie drinken, daarom kunnen ze genieten van een mislukte bedpartij, daarom kunnen zij evenveel genieten van de aarzelende eerste regels van een beginnend dichter als van de in graniet gehouwen woorden van een onsterfelijke canonpoëet. |
|