Walter Winchell
Vervolg van pagina 7
verworvenheden verdedigde en zelfs een keer het Wilhelmus aanhief, spontaan dacht toen iedereen, maar later werd het draaiboek gevonden waaruit bleek dat hij al bedacht had dat hij spontaan zou gaan Wilhelmussen.
Uitingen van een tijdgeest toen volken nog massaal één stem nodig hadden die ze toesprak? In Winchells tijd zat iedereen nog thuis voor de radio, in de tijd van Duys zat iedereen nog thuis voor dat ene tv-programma. Het zijn boeiende vragen, maar Herr gaat eraan voorbij omdat hij een scenario schreef waarin we alleen maar hoefden te zien wat zijn hoofdpersoon volgens hem deed en zei. Heeft het feit dat Winchell in Amerika totaal vergeten is (en wij Duys nooit meer zien, en Van der Meyden niet meer dan één van de pathetisch velen is) te maken met de opkomst van een nivellerende massacultuur, of kan het lezers, luisteraars en kijkers eigenlijk geen bal meer schelen of journalistiek deugt of niet deugt? In de Big Room, de grote huiskamer, waar we met z'n allen ruiken hoe de spruitjes stinken, houdt iedereen op zijn eigen manier de neus dicht.
Herrs Walter Winchell is schitterend, flonkerend, onvertaalbaar Amerikaans, een tijdsbeeld. Uit zijn Dispatches lees je wat oorlog is, en hoe gruwelijk dat uitwerkt op de mensen die hem moeten voeren. Maar uit zijn scenaristisch opgezette Winchell lees je alleen wat een gruwelijke man dat geweest moet zijn, die terecht onder de mesthoop van de geschiedenis verdween.
■