Een menagerie van stokpaarden
Het raadselachtig brein van hoogbegaafde gehandicapten
Een scherf van genialiteit Raadselachtige virtuositeit van ‘geleerde idioten’ door Darold A. Treffert Vertaling P.A.A.M. van der Kaaij Uitgever Veen, 350 p., f 39,90
Karel Soudijn
Oliver Sacks heeft met zijn boeken over merkwaardige gevallen uit de neurologische praktijk een markt opengebroken. De Amerikaanse psychiater Darold Treffert is één van degenen die in navolging van Sacks een eigen marktkraam hebben ingericht: bij Treffert kunnen wij alles te weten komen over begaafde gehandicapten, geleerde idioten, of, zoals de auteur het in meer positieve termen aanduidt: begaafde savants en wondersavants. Beide groepen beschikken over spectaculaire vaardigheden die in sterk contrast staan tot de geestelijke handicaps waaraan deze mensen lijden. De begaafde savant is iemand die iets, bijvoorbeeld rekenen of piano spelen, heel goed kan. De wondersavant kan het nog veel beter: het talent van de wondersavant zou ook spectaculair genoemd worden als het voorkwam bij iemand die geestelijk verder als normaal wordt beschouwd.
De helft van zijn boek besteedt Treffert aan casuïstiek: uit de vakliteratuur en uit eigen praktijk haalt de auteur tientallen rekenwonders, pianisten die op jeugdige leeftijd al ingewikkelde muziekstukken op het gehoor konden naspelen, en geestelijk gehandicapten die uitblonken op het gebied van beeldende kunst. In de gevalsbeschrijvingen contrasteert Treffert het talent met de handicaps van de savants: zwakzinnigheid, vroegkinderlijk autisme, of beschadigingen van het centrale zenuwstelsel als gevolg van ziektes.
Drie savants, die Treffert wat beter heeft leren kennen, krijgen elk een apart hoofdstukje toebedeeld. Leslie (blind, zwakzinnig en een hersenverlamming) kan fantastisch piano spelen. Ellen (blind en een zeer laag niveau van intelligentie) heeft een ‘geweldig gevoel voor ruimtelijke oriëntatie, een opmerkelijk geheugen en een verbazingwekkend muzikaal talent’. Alonzo heeft aan één blik op een dier voldoende om er een nauwkeurige replica van te boetseren. Als kind van drie jaar heeft Alonzo een hersenletsel opgelopen, ten gevolge van een val, waardoor zijn verdere ontwikkeling aanzienlijk werd vertraagd.
In de tweede helft van zijn boek vat Treffert de literatuur samen waarin getracht is om verklaringen te geven van het savant-syndroom. De vraag is nu: hoe doen ze het? Op die vraag kan Treffert, zoals hij zelf benadrukt, geen bevredigend of sluitend antwoord geven. Daar zijn verschillende redenen voor. Veel publikaties zijn gebaseerd op onderzoek bij een enkel geval. De verklaring die een auteur voor één savant-syndroom geeft, hoeft echter niet op te gaan voor andere gevallen. Treffert verkeert in de positie dat hij de publikaties van diverse onderzoekers met elkaar kan vergelijken, maar dat maakt het er voor hem niet gemakkelijker op: vaak kan hij niet goed zien of verschillende onderzoekers het nog wel over hetzelfde hebben.