‘Prinses Diana is een slecht voorbeeld voor een meisje’
Diny Schouten
In 1976 verscheen bij Weidenfeld and Nicolson de duizelingwekkende studie in ‘mariologie’ Alone of All Her Sex; The Myth and Cult of the Virgin Mary van Marina Warner. Onlangs verscheen het boek in Nederlandse vertaling bij uitgeverij Contact: De enige onder de vrouwen; De maagd Maria: mythe en cultus (472 p., f 49,50). Marina Warner bracht - inmiddels twee romans en twee minstens zo indrukwekkende cultuurhistorische vrouwenstudies verder - kort geleden een bezoek aan Nederland. Een gesprek over de krachtige beeldvorming van vrouwelijke rolmodellen: Maria, Assepoester, Jeanne d'Arc, Mrs. Thatcher en Lady Di.
De fanbrief die Gerard Reve aan Marina Warner schreef om haar te bedanken voor haar ‘profound, worthy and moving book’ Alone of All Her Sex, gedateerd november 1977, is afgedrukt in de Brieven aan geschoolde arbeiders. De schrijver drukt er zijn diepe bewondering in uit voor de prestatie van een zó jonge schrijfster. Een noot vermeldt haar geboortejaar: 1946. ‘De laatste twee bladzijden van het hoofdstuk ‘Het uur van onze dood’, liet Reve bewogen weten, ‘laten de ogen niet droog van ieder die een hart heeft’.
‘De eerste jaren na het Maria-boek kreeg ik verschrikkelijk veel interessante brieven,’ zegt Marina Warner. ‘Als ik er nu nog brieven over krijg, zijn ze van mensen die de Maagd Maria hebben gezien en die me willen bekeren. Ze zijn meestal heel vriendelijk, die brieven. Ik ben alleen maar verdwaald, maar The Blessed Mother zal me vergeven, schrijven ze.’ Van de wonderen die de Moeder Gods persoonlijk in Le Poët-Laval of Schiedam verricht (‘Twaalf jaar geleden ongeveer achtte ze het niet beneden Haar waardigheid om me los te rukken van de flacon en de fles’), werd Marina Warner nauwkeurig op de hoogte gebracht. ‘Wat grappig dat die correspondentie gepubliceerd is.’ Reve nodigde haar herhaaldelijk uit, maar van een bezoek is het nog niet gekomen: ‘Ik ben erg nieuwsgierig naar hem. Hij drong erg aan dat ik mijn zoontje meebracht, maar ik wist niet zeker of ik Conrad er een plezier mee zou doen.’ Misschien komt het deze winter van een bezoek, want dan bezet Marina Warner een halfjaar lang de Tinbergen-leerstoel van de Erasmus Universiteit. Haar colleges zullen gaan over het onderwerp waar ze nu vol van is: de boodschappen die in sprookjes verborgen zijn over ideale vrouwelijkheid. ‘Uiteindelijk moet het natuurlijk weereen boek worden: From the Beast to the Blonde.’
Warner moet lachen om mijn vraag of dat dan wéér over mythen, geloof en seks zal gaan, maar bevestigt dat het aansluit op de themata van haar eerdere studies, en ook op die van haar laatste - mooie - roman, de familiekroniek The Lost Father, waarin een moeder en drie dochters zich inspinnen in een aantrekkelijke mythe over hun vrouwelijkheid. In Alone of All Her Sex onderzocht ze de fantastische wildgroei van de verering van de Heilige Maagd, vanaf een slordige paar eeuwen na Christus tot heden: een angstaanjagende cultus van vrouwelijke deugden als reinheid, gehoorzaamheid en dienstbaarheid, die ze tamelijk somber analyseerde als een vermorzelende tegenkracht voor gelijkwaardigheid der geslachten. In 1981 verscheen Joan of Arc; The Image of Female Heroism, een ontleding tot op het bot van het waarom van de verering van de andere ‘heilige maagd’, waarin ze een imitatie van het verlossingsverhaal herkent: ‘Zonder al dat bloed, die zelfverloochening voor een ideaal, zou haar glorie veel minder zijn geweest.’ Monuments & Maidens; The Allegory of the Female Form is uit 1985. Die studie is geschreven vanuit de verbazing dat de steden volstaan met de stenen en bronzen verpersoonlijkingen van ‘het vrouwelijke’ - altijd iets zeer Hoogs, zoals waarheid, deugd, dapperheid, vrede, wijsheid, hoop en rechtvaardigheid. Beginnend met het Vrijheidsbeeld trekt ze hun betekenis en herkomst na en het resultaat is een modern, geleerd en feministisch equivalent van Cesare Ripa's Iconologia. De epilogen bij Alone of All Her Sex en Monuments & Maidens spreken de hoopvolle verwachting uit dat wijziging in de maatschappelijke positie van vrouwen vermindering van de immense discrepantie met het ideaalbeeld tot gevolg zal hebben. Die optimistische verwachting herroept Warner enigszins in het nawoord
dat ze schreef bij de Nederlandse vertaling. In het gesprek herroept ze ook dat ze verwachtte dat de Mariaverering nog in deze eeuw weggeëbt zou zijn: ‘Het wordt zelfs weer belangrijk. Wat er in Oost-Europa gebeurt, zie de Poolse opstand, daar wordt opnieuw de nationale identiteit met de Mariacultus verbonden. Het benauwt me. Zelfs nieuwe revoluties nemen een conservatief standpunt in wanneer het over vrouwen gaat. Ik moet nog zien wat daar gebeurt.’
Marina Warner over het imago van vrouwelijke heroïek
Marina Warner
bert nienhuis
De fascinatie van vrouwelijke heroïek of heiligheid blijft in al Marina Warners vrouwenstudies raadselachtig. ‘De vragen stellen is al gedeeltelijk de manier om het antwoord te vinden,’ bevestigt ze ernstig, waarna ze zichzelf hartstochtelijk begeeft in een betoog dat het nooit de bedoeling kan zijn dat schrijvers een antwoord zouden moeten geven. ‘Mensen die antwoorden hebben, die over zekerheden beschikken, zijn enge fanatici, terroristen, die de wereld hebben veroorzaakt waarin we leven. De mensen die Rushdie hebben veroordeeld, die zijn zeker van zichzelf. Ik prefereer de voorwaarde van de twijfel, daarom is het uitstekend als het slot van Monuments & Maidens je perplex achterlaat. Alleen fictie is een manier om te pretenderen dat je de waarheid weet, dan heb je het gevoel dat je er iets van begrijpt. Mijn The Lost Father gaat over de hachelijke situatie van vrouwen onder Mussolini. Hoe het was om onder die omstandigheden te leven, daar had ik als historica niet in kunnen treden.’