Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990
(1990)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Jan Fred van WijnenNa een halfjaar krijgt Boekblad, het weekblad van de Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels en tegelijk het enige Nederlandse vakblad voor uitgevers en boekhandelaren, weer een hoofdredacteur. De eerste sollicitatieprocedure leverde geen kandidaat op waar de jonge, driekoppige redactie zich mee kon verenigen. Ook de kandidatuur van detective- en thrillerauteur Theo Capel, die enkele maanden later door de verontruste Vereeniging naar voren was geschoven, botste met de redactie. Er werd opnieuw een advertentie geplaatst, er kwamen weer twintig sollicitanten, en ditmaal was er wél een waar de redactie volledig achter stond: de vijfendertigjarige free lance journalist met ‘boekenvakervaring van tien jaar’ Fred Spek. De boekenervaring bestaat hieruit, dat hij aan de Frederik Muller Academie in Amsterdam een opleiding voor het boekenvak heeft gevolgd, en dat hij twee jaar heeft gewerkt als mededirecteur van het door hemzelf opgerichte Book Industry Services (BIS), een packager. ‘Packaging’ is niet het inpakken van boeken, maar het bedenken en vervolgens aanbieden van complete boeken aan uitgevers, waarbij de produktie, de fondswerving en soms zelfs de advertering door de packager worden geregeld. De reden voor zijn late sollicitatie bij Boekblad vereist inlevingsvermogen. Hij zegt goed bevriend te zijn met Joost Nijsen, de laatste hoofdredacteur, nu directeur van uitgeverij Nijgh & Van Ditmar (Singel 262), waardoor hij zich ‘niet zo vrij voelde’ om het blad te veranderen. Maar nu zou het blad op eigen kracht zo ver van Nijsen zijn weggedreven, dat verdere veranderingen de relatie met Nijsen niet meer zouden kunnen verstoren. Fred Spek was ook bang voor de onvermijdelijke vergelijking met zijn voorganger. ‘Joost had een goede naam, en ik had toen niet het idee dat ik het beter zou kunnen.’ Nu ook niet, erkent hij onmiddellijk, maar nu zal de vergelijking niet meer zo snel worden getrokken.
Het blijft vissen in troebel water, daar in Hilversum. Twee weken geleden werd op deze plaats bericht dat Kees van Twist voor de Avro een televisieprogramma over boeken gaat maken, en één week geleden werd melding gemaakt van net zo'n programma dat Emile Miedema van Hauer Media Consultancy probeerde te verkopen aan Nederlandse en Vlaamse omroepen. Nu blijkt dat het programma van Kees van Twist hetzelfde is als het programma dat hem een halfjaar geleden werd aangeboden door Emile Miedema en Willem Jan van de Wetering, toen Van Twist nog voor de Vara werkte. Overigens is dit een van de plannen waaruit hij moet kiezen, zegt Van Twist, voordat over vier weken de proefopnamen beginnen. Waar Miedema mee bezig is weet hij niet, en van Miedema's bedrijf heeft hij al helemaal nooit gehoord. Hij weet alleen dat Miedema was afgehaakt, en dat Van de Wetering alleen doorging. Miedema is woedend. Hij zal onmiddellijk opdracht geven aan zijn jurist om de Avro duidelijk te maken dat het idee beschermd is: ‘Het is mijn plan en ik heb er al 150.000 gulden in gestoken.’ Nota bene, zegt Miedema, heeft Van de Wetering twee weken geleden nog gevraagd of hij deel kon uitmaken van onze redactie.
‘Het Frans,’ aldus uitgever Wouter van Oorschot, ‘begint in Nederland een soort Chinees te worden.’ Het wordt nauwelijks meer gelezen, en de vertalingen van Franse boeken verschijnen vrij toevallig - dan eens iets bij de ene, dan eens wat bij de andere uitgever. Op zijn initiatief hebben uitgeverij Van Oorschot en uitgeverij Athenaeum, Polak & Van Gennep de krachten gebundeld. Ze gaan vertalingen uit de Franse literatuur structureel aanpakken. Er komt een reeks, onder auspiciën van Maarten van Buuren, hoogleraar Franse letterkunde aan de Utrechtse universiteit, waarvan de eerste drie delen in het najaar van 1992 verschijnen. Daarna komen er elk jaar twee tot vier bij. Om te voorkomen dat de aanloopverliezen de twee uitgeverijen belasten, wordt er een aparte vennootschap opgericht (er is nog geen naam voor bedacht). Het is dezelfde constructie waarmee wijlen Geert van Oorschot, oprichter van de uitgeverij, de Russische Bibliotheek tot stand heeft gebracht. Omdat de verliezen bij de eerste delen te zwaar drukten op de uitgeverij, richtte hij de NV Russische Bibliotheek op, die werd opgeheven toen de serie quitte speelde. Dat was vlak na voltooiing van de reeks in 1973.
Toen beroepscolumnist Nico Scheepmaker overleed, twee maanden geleden, viel een wilde stroom van columns, ‘trijfels’ en andere aantekeningen droog. Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar zette onmiddellijk de schrijver Tim Krabbé en een groot aantal hulplezers aan het werk om een selectie te maken uit alles wat Scheepmaker vanaf 1949 (de schoolkrant) tot aan zijn dood heeft geschreven. Geen half werk. Voorjaar 1991 zal een bundel verschijnen van vierhonderd pagina's, groot formaat, met tweeënhalf procent van Scheepmakers complete oeuvre. Over Alles zal het heten. Tim Krabbé maakte in 1972 al een Bulkboek-special over Scheepmaker (die heette ook Over Alles). De selectie die hij toen maakte wordt opnieuw, gebruikt in de verzamelbundel. Alles wat ná 1972 verscheen, wordt voorgeselecteerd door ‘vijftien tot twintig’ lezers (zegt hoofdredacteur Vic van de Reijt), omdat het anders ‘fysiek onmogelijk’ zou zijn voor Krabbé.
Uitgeverij Meulenhoff besloot open kaart te spelen, en alle vragen te beantwoorden die de laatste tijd zijn gerezen. De driehoofdige directie (Laurens van Krevelen, Maarten Asscher en Albert Voster) gaf een interview aan Boekblad, en vertelde dat de uitgeverij stopt met de kunstboeken. Althans, ze zullen ze alleen nog maar ‘projectgewijs’ uitgeven. Mag dat misschien uitnodigen tot de verduidelijking dat het kunstboekenfonds Meulenhoff/Landshoff wordt opgeheven? Dit fonds was in 1979 opgericht om een gat in de markt te dichten, maar het gat bleek een heel klein gaatje te zijn. Adjunct-directeur Asscher gebeld. Hij verduidelijkt: ‘We gaan in het vervolg per project beoordelen of iets interessant genoeg is om uit te geven.’ Projecten zijn boeken, beaamt hij. Tot nu toe was het dus niet belangrijk of een boek interessant genoeg is om uit te geven? ‘Nee,’ verduidelijkt Asscher, ‘tot nu toe werd er fondsgewijs uitgegeven. Nu gaan we projectgewijs uitgeven.’ Dus Meulenhoff/Landshoff wordt opgeheven? ‘We gaan door met de geïllustreerde kunstboeken.’ Dus het fonds blijft? ‘We hebben op dit moment geen plannen om de bestaande situatie te wijzigen.’ Morgen misschien wel? ‘Morgen kan alles anders zijn. Kijk, we hebben dat interview gegeven om zo goed mogelijk vragen te beantwoorden die de laatste tijd waren gerezen. In dat interview hebben we duidelijkheid willen scheppen. Daarin staat alles.’ Maar in dat interview staat helemaal niets! ‘Jawel,’ zegt Asscher, ‘maar ik begrijp best dat het erg moeilijk is om te praten over zulke abstracte dingen.’ Het Landshoff-fonds was een idee van uitgever Andreas Landshoff, die als adviseur bij het fonds betrokken bleef. Landshoff is ook vice-president van de Amerikaanse uitgeverij Harry N. Abrams in New York. Hij verduidelijkt: ‘Het is nu nog niet de bedoeling dat de naam Meulenhoff/Landshoff verdwijnt. Dit najaar komen we nog met de grote oeuvrecatalogus van Egon Schiele, een uitgave die oorspronkelijk van Abrams is.’ Wat is er dan eigenlijk wel veranderd? Landshoff: ‘Zoals het nu gaat, gaat het niet. Nederland is geen goede markt voor dure kunstboeken. We gaan alleen nog iets uitgeven bij een absolute verkoopmogelijkheid, want er zijn al genoeg Engelstalige kunstboeken.’ Van Abrams, bijvoorbeeld.
Voor de liefhebbers: Ira Levin (de schrijver van het mooiste misdaadboek ter wereld: A Kiss Before Dying), heeft na vijftien jaar weer een psychologische thriller geschreven: Silver. Het verschijnt komend voorjaar. Zijn laatste boek, The Boys From Brazil, verscheen in 1976. Twee uitgevers vochten om Silver en de pocketrechten van zijn andere boeken, en boden één miljoen dollar. Uitgeverij Bantam mocht voor $1.025.000, - met de eer gaan strijken.
HERSTEL. Bij Lucas Reijnders' bespreking van ‘Hothouse Earth’ (Boekenbijlage van 2 juni) ontbreekt een naam: de foto bij het artikel (van Hoogovens) is gemaakt door Dolf Kruger. ‘Dode man in sneeuw’ (afgebeeld op pagina 11 bij het Roemenië-fotoboek ‘Libertate’) is gemaakt door Arnd Bronkhorst. |
|