Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990
(1990)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermdBas HeijneNederlanders doen niet, Nederlanders doen na. Niet alleen op cultureel gebied overheerst de imitatiedrift (‘Van onnederlandse kwaliteit!’), zelfs het buitenlandse nieuws wordt hier nog eens dunnetjes overgedaan. Dat is niet zozeer luiheid maar eerder bittere noodzaak, want sinds de watersnoodramp van 1953 is hier nu eenmaal niets meer gebeurd. Daarom haalt een nieuwsprogramma als NOS-Laat het niet bij BBC's Newsnight; niet omdat het journalistiek zo slecht in elkaar zit, maar omdat er avond aan avond wat ons eigen land betreft helemaal niets te melden valt. Dus lenen we het nieuws. Wanneer in België de koning twee dagen het werk neerlegt, volgt nog dezelfde avond een item van een half uur over wat er was gebeurd als ons land in dezelfde situatie terecht zou komen (en na vijfentwintig minuten hypothetisch geouwehoer van een deskundige die precies beweert wat je zelf ook al lang dacht, komt de aap uit de mouw: in Nederland zal zoiets niet gebeuren, in Nederland kán zoiets helemaal niet gebeuren). Breekt er in Engeland spontaan een bloedige gevangenisopstand uit, dan wordt hier een paar uur later in panelverband gediscussieerd of de kans bestaat dat ons in de toekomst eventueel hetzelfde zou kunnen overkomen. (De eindconclusie luidt dan, enigzins spijtig, nee.) Het politieke nieuws uit Den Haag wordt iedere avond gebracht als een paar minuten comic-relief. Het laatste restje socialistisch elan is opgegaan in de strijd voor het behoud van zes uur precies als nationale etenstijd. Het belangrijkste nieuws van de afgelopen maanden was dat in Nederland geen antisemitisme bestaat. (Maar het kan nog komen!) Ons land is het slachtoffer van zijn eigen succes geworden. Vandaar de algemene opluchting wanneer bij nieuws uit het buitenland eens een landgenoot is betrokken, wanneer er eindelijk eens wel een paar Nederlanders in een neergestort vliegtuig zaten of wanneer Prince het warempel met een Nederlands meisje blijkt te hebben gedaan. Gebeurt er tenminste toch nog wat. Kernrampen in Oezbekistan, overstromingen in Bangladesh, rassenrellen in Pittsburgh, aardbevingen in Peru, apartheid in Johannesburg, daklozen in New York. Maartje van Weegen: ‘Kan zoiets ook in Nederland gebeuren?’ Nee, Maartje, dat kan niet. In een land waarin niets gebeurt en iedereen zich verveelt, bloeien de Kwesties. Dat is het enige dat nog leven in de brouwerij kan brengen, een fijne, flink omstreden kwestie. Nederlandse kwesties komen in één nacht op en zijn na een paar dagen, en hoogstens een week, al weer uitgebloeid. En de week erna zijn ze vergeten. Meestal gaat het om ongrijpbare zaken die bewust gedramatiseerd worden, hangijzers die voor korte tijd kunstmatig verhit worden; het oorlogsverleden van hoogleraren, vermeend antisemitisme in een roman of toneelstuk, een clowneske kinderverkrachting in Oude-Pekela of, last and least, het leiderschap van de VVD. Er wordt massaal over gesproken en geschreven, maar van een werkelijke discussie is geen sprake omdat niemand er echt warm voor loopt: iedere commentator, deskundige en columnist mag op zijn beurt even snel een steen in de vijver gooien. Het doet er niet toe wat er gezegd wordt, als er maar rimpels van komen. Kwesties komen over ons land als een lentestorm; ze zijn hevig, maar van korte duur. Ze laten nauwelijks sporen na, hoogstens hier en daar een beschadigde reputatie of een geknakte ziel. Daarna heerst weer de stilte. Kwesties als landelijk gezelschapsspel; er zit één groot nadeel aan. Zoals iedere behoefte, kent ook de behoefte aan kwesties een punt van verzadiging. De afgelopen jaren zijn er zoveel onbetekenende kwesties uitgemolken en uitgekauwd en doodgepraat, dat nieuwe kwesties, met hoeveel elan ze ook worden gelanceerd, nauwelijks meer indruk maken. Omdat Nederlandse kwesties altijd zonder consequenties blijven, heeft ook hier de verveling uiteindelijk toegeslagen. Niemand die zich nog werkelijk ergens druk over maakt. Belangrijk of onbelangrijk, alles wordt gereduceerd tot een kwestie. Bij ontstentenis van iedere werkelijke discussie zijn er alleen nog de meningen, de opinies, die vervolgens voor kennisgeving worden aangenomen. Geen polemiek die weerklank vindt, geen betoog dat een werkelijke discussie uitlokt. Alles is een kwestie, stof voor een paar kolommen of voor vijf minuten in een actualiteitenrubriek. Je wordt er murw van, op den duur. Ako-prijs, Frits Bolkestein, Salman Rushdie, Thijs Libregts, euthanasie, zure regen, lintjesregen, het faillissement van het communisme, het grote ongelijk van Marcus Bakker, lekkende kernkoppen, de toekomst van de roman, de toekomst van RTL-Veronique, aids, de gevolgen van een multiculturele samenleving, de zwaaiende borsten in de Pin-up Club; maak je me wakker als het afgelopen is? Het is niet pijnlijk dat de Nederlandse intellectueel zich met voetballen bezighoudt, het is pijnlijk dat voetballen het enige is waar de Nederlandse intellectueel zich nog mee bezighoudt. In een land waarin niets er echt meer toe doet, waar de twee enige echte algemene hartstochten een bijna schaamteloze heimwee naar de Tweede Wereldoorlog en een hevig verlangen naar het wereldkampioenschap voetbal zijn, is het al lang 1992 geweest. |
|