Een verhaal op leven en dood
Het meedogenloze Portugal in ‘Laurentiustranen’ van Rentes de Carvalho
Laurentiustranen door J. Rentes de Carvalho Vertaling Harrie Lemmens Uitgever De Arbeiderspers, 157 p., f 29,90
Frans de Rover
Portugal is een voetnoot in de Nederlandse literatuur. De romanticus Slauerhoff liet zich voor zijn debuutroman Het verboden rijk (1932) inspireren door de Portugese bannelingdichter Camoës. Zijn generatiegenoot F.C. Terborgh, de schrijver van een van de indrukwekkendste oeuvres in de Nederlandse literatuur met name waar het om de evocatie van zuidelijke landschappen gaat, koos na een zwervend diplomatenleven Linho Sintra, even ten noorden van Lissabon, als plaats om te blijven. Hij overleed er in 1981. Over Portugal heeft hij niet of hooguit zijdelings geschreven.
Toeval of schikking (die uitdrukking ontleen ik aan Terborgh): nu verschijnen er twee boeken over het leven in die achterkamer van het Iberisch schiereiland. Ze hebben allebei op een wonderlijke wijze met elkaar, én met Slauerhoff en Terborgh te maken: Komrijs Over de bergen en Rentes de Carvalho's Laurentiustranen.
De gesloten Portugese dorpsgemeenschap die Komrij in Over de bergen schetst is feodaal geordend, ieder weet zijn plaats - behalve de rondtrekkende zigeuners - en handelt dienovereenkomstig. Een buitenstaander verstoort het evenwicht, komt in conflict met de gevestigde orde, en gaat ten leste ten onder door het optreden van een fatale vrouw, een mondaine meid op een motor. Een klassiek patroon. Een klassiek verhaal.
Komrij is geen Terborgh, want die zou van dit gegeven meer gemaakt hebben. Toch doet hij me denken aan Terborgh: de beschrijving van landschappen, van huizen daar, van mensen en hun overwegingen. Maar geen moment krijgen zijn observaties de filosofische diepgang die het werk van Terborgh kenmerkt. De stijl in Over de bergen is van een ‘langzame statigheid’, zonder ook maar één zin die zich, zoals bij Terborgh zo vele zinnen, in je geheugen grift. Komrijs gepolijste stijl lijkt vooral een totaal gebrek aan dramatische handeling te moeten verhullen: zijn personages gaan als welopgevoede, met de rede van het woord begaafde lieden met elkaar om.
J. Rentes de Carvalho
bert nienhuis
Hoe anders is Laurentiustranen van Rentes de Carvalho. Ook hier een gesloten, feodale dorpsgemeenschap. Ook hier een buitenstaander die het (relatieve, vooral labiele) evenwicht verstoort, niet in de laatste plaats door het optreden van de echtgenote in de rol van femme fatale. Ook hier een beschrijving van locaties, maar vooral van mensen, simpele dorpsgenoten, en hun heftige emoties, versterkt door het optreden van rondtrekkende zigeuners. De roman bevat geen netjes geordend, doorlopend verhaal. Het is een aaneenschakeling van flarden met verschillende personages in vaak woeste en wrede confrontaties. Een romantische, want meeslepende evocatie van het primitieve leven in een Portugees dorp. De romanticus Slauerhoff, met zijn voorkeur voor het exotische, het marginale, het verbodene (de flaptekst van Laurentiustranen vermeldt: ‘Haat, afgunst, nijd, armoede, dronkenschap, hoererij’), zou van dit relaas genoten hebben - meer nog: hij had het geschreven kunnen hebben. Hier geen quasi-chic gepalaver over palazios en erfrechten zoals bij Komrij, hier gaat het recht op en neer op leven en dood.