Zin in schrijven en zin in eigenlijk iets anders
An Rutgers van der Loeff en de geschiedenis van het kinderboek
An Rutgers van der Loeff Een biografie door Joke Linders Uitgever De Prom, 256 p., f 45,-
Aukje Holtrop
Wie een biografie schrijft over een nog levende auteur moet zich voortdurend bekeken/gecontroleerd voelen. Zou de schrijver zelf niet veel beter zijn/haar leven in woorden hebben uitgedrukt? Zou hij of zij zelf niet het beste weten waar invloeden vandaan komen en wat de echte thema's van de boeken waren?
Joke Linders schreef de biografie van An Rutgers van der Loeff-Basenau, een schrijfster van vooral kinderboeken waarvan iedereen er ooit wel één gelezen zal hebben. De Kinderkaravaan misschien, Rossy, dat krantenkind, of Lawines razen. An Rutgers leeft nog, ze is net tachtig jaar geworden, ze kon haar levensverhaal zelf nog vertellen aan haar biografe. Dat moet een eigenaardige ervaring geweest zijn: de schrijfster die als geen ander zich documenteerde en documenteerde voordat ze zich aan het schrijven zette, die voor elk boek eindeloze gesprekken voerde, mensen opzocht, reisde, omdat ze, zoals ze zelf zegt, niet de fantasie heeft om verhalen helemaal zelf te verzinnen, was nu onderwerp van een boek dat iemand anders schreef. Weer voerde ze vele en lange gesprekken, maar nu zocht iemand anders de aanvullende gegevens en sprak die ander met mensen uit haar omgeving, familie, vrienden, kennissen.
Het resultaat is een boek waarin soms per millimeter het leven van An Rutgers van der Loeff-Basenau gevolgd is. Hoe ze opgroeide als dochter van een energieke, werklustige moeder die voortkwam uit een interessante familie (en daar ooit samen met An een boek over schreef), en van een vader met wie ze een wat lossere band had, onder andere omdat haar ouders geen goed huwelijk hadden en An de kant van haar moeder koos. Hoe ze vertalingen maakte, om geld te verdienen eerst, en hoe ze later door Han Brinkman van uitgeverij Ploegsma tot het schrijven van eigen boeken werd aangezet. Het lijkt erop dat ze vaak schoorvoetend aan nieuwe boeken is begonnen, maar dank zij voortdurend aandringen van Brinkman dan de pen maar weer oppakte. Uiteindelijk zou ze vierenzestig boeken schrijven, en enkele tientallen boeken vertalen of bewerken. Niet al die boeken waren speciaal kinderboeken, An Rutgers maakte ook een groot aantal boeken voor volwassenen. Maar ze is bekend geworden als kinderboekenschrijfster, en niet alleen bekend, maar zelfs beroemd. Met Miep Diekmann en Annie Schmidt zorgde zij voor een vernieuwing in de kinderliteratuur na de oorlog. Ze maakte serieus werk van kinderboeken, nam kinderen net zo serieus en schreef voor het overgrote deel ook serieuze, ernstige boeken, waarin kinderen moeilijke opgaven in hun leven blijken te kunnen overwinnen. Boeken met een moraal dus, een ethisch ideaal, iets in de geest van: mensen horen bewust te leven, zich te bekommeren om elkaar en de wereld, en kinderen spelen een volkomen volwaardige rol in die wereld.
Bezoek aan de Merkelbachschool, 1968
Dat zouden dus tamelijk vervelende boeken kunnen zijn geworden als An Rutgers niet in staat was geweest om haar verhalen spannend te verpakken. Er gebeurde wat in haar boeken, kinderen (en volwassenen) maakten veel mee, kwamen in moeilijke en onverwachte situaties terecht en moesten zich daar uit zien te redden. Waarschijnlijk vooral door die spannende verhalen zijn sommige boeken altijd populair geweest, zoals Rossy, dat krantenkind en Vals spoor in Waterland.
Annie M.G. Schmidt en An Rutgers van der Loeff op een bijeenkomst van de Gouden Griffelwinnaars, juni 1988