Flink pak sneeuw
‘Heeft u problemen met het wegdoen van oude nummers van The New Yorker? Geef de schuld aan de omslagen.’ Dat schrijft John Updike in zijn inleiding van het boek met zo'n drieduizend omslagen uit meer dan zestig jaargangen van het Amerikaanse weekblad: The Complete Book of Covers from The New Yorker 1925-1989 (Alfred A. Knopf, 392 p., importeur van Ditmar, f 177,75). De inhoud van de nummers is tot de vruchtbare compost van uw hersens gaan behoren en mocht het daar geen plaats hebben gekregen dan zijn de stukken in negen van tien gevallen te vinden in boeken die de schrijvers ervan hebben gemaakt. Updike zelf bijvoorbeeld heeft zijn maandelijkse kritieken in The New Yorker in twee boeken verzameld (Hugging the Shore en Picked Up Pieces). Het omslag van The New Yorker: dat is de wekelijkse feestelijke deur die toegang verleent tot het tijdschrift. In de meer dan zestig jaar dat het tijdschrift bestaat (het eerste nummer verscheen op 21 februari 1925) zijn tekenaars er beroemd door geworden: Rea Levin (die de gentleman met de hoge zijden hoed ontwierp waaraan The New Yorker te herkennen is), Saul Steinberg, Sempé, William Steig, Peter Arno, James Thurber, Edward Koren en vele anderen. Het New Yorker-omslag heeft uitgesproken eigenschappen: het is origineel van idee en met grote vakmanschap getekend in elke denkbare stijl. Het zijn eigenlijk eerder schilderijen, omdat ze voor loutere illustraties veel te bewerkelijk zijn. Het zijn geestige tekeningen, maar geen echte cartoons. De humor is mild, tegen het filosofische aan. Ze staan ver af van het soort huisbakken humor die kenmerkend was voor de vroegere Saturday Evening Post en waar Norman Rockwell de personificatie van was. Het enorme boek, waarin de omslagen in kleur zijn afgebeeld, heeft zijn gelijke niet omdat het
een catalogus is van een bepaald genre schitterende tekeningen die een ironisch verhaal vertellen. Het zijn tekeningen die bekeken en gelezen kunnen worden. Wie een omslag mag maken voor The New Yorker mag zich de koning te rijk voelen omdat de tekening er in vol ornaat op komt, en - afgezien van het logo - zonder tekst. Ook is het een onderscheiding omdat de redactie inmiddels kan kiezen uit de beste tekenaars. De Belgische tekenaar Benoît, die zijn tekeningen het afgelopen jaar op veel plaatsen zag afgedrukt - onder meer in Vrij Nederland en NRC Handelsblad - wist onlangs tot het selecte gezelschap door te dringen. Op het nummer van 5 februari stond zijn tekening van een winters gezin. Dat wilde kennelijk zo graag op de getekende foto, dat het bereid was lang te poseren: er is een flinke laag sneeuw op hun schouders gevallen.
CP
Aan deze pagina werkten mee: Ab van Ieperen, Niek Miedema, Carel Peeters en Peter van Zonneveld