1001 kicks
Een top-tien maken van je favoriete nummers moet lukken. Dave Marsh troeft echter iedereen af door met zijn 1001 meest favoriete singles aan te komen en durft dan ook nog te zeggen dat hij makkelijk tot drieduizend was gekomen. Hoe het dan lukt om ‘I heard it through the grapevine’ van Marvin Gaye op de eerste plaats te zetten legt hij uit in The Heart of Rock and Soul (Penguin, f 40,-), een prachtig boek om je eigen smaak tegen af te zetten. Marsh legt eerst uit dat popmuziek bestaat bij de gratie van hits en schimpt met mijn instemming terecht op concept-lp's die alleen maar duren, maar niet dat liedje brengen waar je nu juist een kick van krijgt. Muziek spreekt je namelijk aan of niet volgens Marsh, en vervolgens vertelt hij 1001 keer waarvan hij een warm gevoel van binnen krijgt. Uit de lijst met singles wordt al snel duidelijk dat dat voor hemzelf de zwarte soul uit de jaren zestig is. The Four Tops, Marvin Gaye, Smokey Robinson, James Brown, Aretha Franklin, Sam en Dave en wie niet, duiken om de haverklap op. Het accent van zijn keuze ligt verder ook op de jaren zestig, maar Marsh is daarna beslist niet opgehouden naar popmuziek te luisteren. Hij trekt in een beschouwend artikel de lijn van de jaren vijftig en zestig door en vecht ondertussen nog een ruzietje uit met de critici die de geschiedenis van de rock ‘n’ roll beschrijven als een metamorfose. Volgens hem is er juist sprake van een continue ontwikkeling, waarbij soul en rock elkaar wederzijds blijven beïnvloeden. Maar natuurlijk gaat het boek over de nummers, die samen met de groep of zanger groot en vet gedrukt staan. Voor de juke-box-eigenaar die op zoek is naar singles, heeft Marsh netjes het jaar van verschijnen vermeld, de platenfirma en het nummer. Daarnaast krijg je de vermelding van de plaats in de Billboard top-honderd, de namen van de producenten en de auteurs.
Teleurstellend vond ik het dat een van mijn eigen favoriete nummers pas op de 453ste plaats opdook. ‘Sweet Dreams’ van The Eurythmics had natuurlijk ook hoger gemogen en al die bewondering voor Smokey Robinson vind ik overdreven. Dat is het leuke van zo'n boek, dat je heerlijk kunt kissebissen. Per nummer vertelt Marsh wat hij van het liedje vindt, geeft een stukje geschiedenis en laat in het algemeen zien dat hij altijd met één oor in de radio zat en met het andere bij de pick-up. De leukste beschrijving staat bij nr. 757, ‘Come on, let's go’, van Ritchie Valens, die samen met Buddy Holly en de Big Bopper op 3 februari 1958 met een vliegtuig verongelukte. ‘The plane stayed in the air...’, luidt de beginzin, waarna te lezen staat hoe het met de drie verder zou zijn gegaan. Hun wegen scheidden zich al snel. De Big Bopper werd quizmaster, Holly ging onder meer op tournee met de Beatles en Valens werd voornamelijk erg dik. Neurie ‘La Bamba’, probeer met keelgeluiden Peggy Sue na te doen en misschien herinner je je ook nog wel waarmee de Bopper beroemd werd.
TC