Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990
(1990)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Jan Fred van WijnenEr gloort licht in de zaak-Alex Brotherton. In 1964 vertaalde hij De koperen tuin van Simon Vestdijk in het Engels. Hij kreeg er vierduizend gulden voor van de Stichting voor Vertalingen, die bemiddelde tussen de vertaler, de Nederlandse uitgever (Nijgh & Van Ditmar) en de uitgever van de vertaling, een gelegenheidscombinatie van Heinemann Londen en Sijthoff. In 1989 besloot de Amerikaanse uitgeverij New Amsterdam het boek opnieuw uit te brengen. De vertaalrechten werden weer van Nijgh & Van Ditmar gekocht en mevrouw Vestdijk kreeg tien procent royalty's toegezegd (een hoog percentage, maar niet zeldzaam), omdat de vertaling gratis werd aangeboden door de alweer bemiddelende Stichting voor Vertalingen. Waarom gratis? Omdat, zegt Stichting-medewerker Scott Rollins, ‘wij meenden dat de vertaler al een keer was betaald’. In de jaren zestig werd een vertaling namelijk meestal afgehandeld als work for hire, wat betekende dat de vertaler één keer zijn geld kreeg en van verdere aanspraken moest afzien. Maar hiervan was geen schriftelijk bewijs en Brotherton eiste opnieuw een honorarium. Hij meende dat de rechten op de Engelse tekst - net als bij zijn Elsschot-vertalingen, die ook door New Amsterdam zullen worden uitgegeven - bij hem berusten. De Stichting probeerde een oplossing te vinden. Brotherton kreeg bijvoorbeeld het verschil aangeboden tussen de vierduizend gulden die hij in 1964 kreeg en de dertienduizend die hij volgens de Stichting tegenwoordig zou hebben gekregen (dertien cent per woord). Maar die negenduizend gulden kon de noodlijdende Stichting bij nader inzien toch niet betalen, zegt Rollins, en nu ligt het volgende voorstel op tafel. De Stichting betaalt een zeker bedrag, waarvan de hoogte niet mag worden genoemd, en de directeur van New Amsterdam, Emile Capouya, biedt twee procent royalty's aan... die worden afgetrokken van de tien procent die mevrouw Vestdijk was toegezegd. Dat is redelijk, volgens de uitgever, omdat zij toch minder zou hebben gekregen als hij van begin af aan had geweten dat hij voor de vertaling moest betalen. Hij had natuurlijk ook even kunnen informeren of de vertaler nog in leven was. Hierop wil Capouya geen commentaar geven, ‘om niet nog meer olie op het vuur te gooien’. Volgens Scott Rollins heeft de Stichting aan de Amerikaanse uitgever verteld dat ze met Brotherton nog wel contact zou opnemen. Rollins zegt dat dit ook is gebeurd, maar Brotherton houdt staande dat hij over het verschijnen van het boek voor het eerst door Ter Zake werd geïnformeerd. Hij was ook nog niet op de hoogte van het laatste voorstel, maar het lijkt hem ‘geen onredelijke oplossing’. Mevrouw Vestdijk echter, zegt niets te weten van een aanbod van tien procent, laat staan van het aftrekken van twee procent. Los daarvan lijkt het ook haar in theorie niet onredelijk. Impliceert deze hele regeling nu geen erkenning door de Stichting dat Brotherton inderdaad de rechten op de Engelse tekst bezat? Nee, zegt Scott Rollins. ‘Zowel de Stichting als New Amsterdam hebben nu eenmaal het beste met de heer Brotherton voor.’ In 1975 voltooide de Utrechtse bioloog dr. J. Faber zijn Engelse vertaling van Vestdijks De toekomst der religie. De Stichting voor Vertalingen betaalde hem een honorarium en zou een uitgever zoeken, maar uiteindelijk, in 1988, vond Faber zelf een uitgever. Die publiceerde het vorig jaar als The Future of Religion. De uitgever is de Amerikaanse University Microfilms International (UMI) in Ann Arbor (Michigan), die het fonds Out of Print Books on Demand uitgeeft. In dit fonds staan uitverkochte, niet meer herdrukte boeken op microfilm, waar UMI op bestelling een boek van drukt dat naar de klant wordt gestuurd. Als zoiets nog eens in Nederland wordt opgezet, zou dat het mooiste nieuws zijn sinds de uitvinding van de boekdrukkunst.
November 1989: gelijktijdig werden twee nieuwe tijdschriften met de naam Milieu Magazine aangekondigd. De ene van uitgeverij Samsom, de andere van uitgeverij Misset. Beide uitgevers beweerden de eerste te zijn, Samsom had de naam zelfs gedeponeerd bij het Benelux Merkenbureau (Misset niet, want volgens haar juristen was dat zinloos), en geen van beide peinsde erover te stoppen. Samsom-directeur W. van Zanten kondigde aan dat hij dit voorjaar een kort geding zou aanspannen, maar het is nu voorjaar, de eerste twee nummers zijn verschenen en er is nog geen kort geding. Dat komt voorlopig ook niet, zegt Van Zanten, want hij heeft op dit punt ‘geen vertrouwen in de rechterlijke macht’. Klinkt hier verbittering in door? Van Zanten: ‘Er ligt een hele vracht jurisprudentie over naamsgeschillen. Namen blijken gewoon niet beschermd te zijn.’ Noch aan milieu, noch aan magazine, noch aan de combinatie van die twee woorden zal de rechter voldoende ‘onderscheidend vermogen’ toekennen - denkt hij. Deponeren bij het Benelux Merkenbureau bleek dus achteraf inderdaad zinloos. ‘Wat heb ik aan de krantekop “Samsom verliest kort geding”? Ik denk niet dat de kopers de twee bladen verwarren. Inhoudelijk gezien is dat niet mogelijk.’ Met dat laatste is adjunct-directeur R.M. Rutjes van Misset het roerend eens: ‘Samson schrijft voornamelijk over de politieke aspecten van het milieuvraagstuk, wij over de praktische aanpak van vervuiling.’
Martin Bril en Dirk van Weelden leerden elkaar kennen in hun Groningse studententijd, eind jaren zeventig. Samen schreven ze Arbeidsvitaminen, het ABC van Bril en Van Weelden (De Bezige Bij 1987), en nu werken ze aan DEF, zegt Van Weelden in een interview in VN (10-2-90). Voorbijgaande aan GHIJ verheugt hij zich nu al op het boek KLM, ‘dat over reizen kan gaan en waarvoor we gesponsord kunnen worden door de koninklijke.’ Was dit scherts? Ja. Maar, zegt van Weelden desgevraagd, als het boek over reizen gaat en er komt een man van de KLM met een zak vol geld, of een aanbieding om gratis te reizen, dan heb ik geen principieel bezwaar.’ Voorlopig gaan andere zaken voor. Deze maand verschijnt bij De Bezige Bij het ‘stripverhaal’ Piano en Gitaar, de Vooruitgang volgens Bril en Van Weelden. Dat is een ‘schelmenroman’ over yuppies die in alles mislukken, zegt Van Weelden, ‘een satire over de schaduwzijde van de tachtiger-jarencarrièrezucht’. Er zijn stukjes in verwerkt die ze samen in Het Parool hebben geschreven. Daarna komt Terugwerkende Kracht, een Leesgeschiedenis van de Tweede Wereldoorlog (dit najaar, ‘vanwege vijftig jaar inval’), waarin Bril & Van Weelden een collage maken van alles wat zij sinds hun kindertijd over de oorlog hebben gelezen: kinderboeken, schoolboeken, proza en krantestukken. DEF komt waarschijnlijk begin volgend jaar (en ook weer bij De Bezige Bij). Het wordt een ‘literaire thriller’.
Willem Hoogendoorn (die detectives schrijft onder de naam Tomas Ross) schreef voor de produktiemaatschappij Topaz Pictures een scenario voor de verfilming van twee boeken van de Brabantse streekromanschrijver Antoon Coolen: De grote voltige en Stad aan de Maas. De serie, getiteld De brug, wordt vanaf 12 februari uitgezonden door de KRO. Het scenario dreef tamelijk ver weg van de boeken, maar de twee zoons van Coolen, die de rechten op de boeken onvoorwaardelijk hebben verkocht (zoals ze Vrij Nederland vertelden), vonden het geen bezwaar. Drie Brabantse Coolenliefhebbers die het wél een bezwaar vonden, sloten een verbond: Tij Kools (drukker en uitgever), Ad Mol (psychotherapeut) en Carel Swinkels (dichter-schrijver). Ze kwamen bij elkaar doordat Mol zijn verontwaardiging luchtte in zijn plaatselijke Brabantse krantecolumn ‘een praatje over de onderdeur’ (een titel die de lading vrij nauwkeurig dekt). Swinkels nam contact met hem op, Mol kende Kools en gedrieën dreigen ze nu met een kort geding tegen de KRO. Het hangt er alleen nog van af of de rechten inderdaad zijn verkocht, wat de drie mannen ‘op grond van zekere informatie’ betwijfelen. Blijkt het wel zo te zijn, zegt Swinkels, dan staan ze ‘voor lul’ en kunnen ze een proces wel vergeten.
De jaarlijkse Herbert Read-lezing in Londen is alleen beschikbaar voor abonnees op het Engelse literaire kwartaalblad Granta (uitgegeven door Penguin). De lezing van vorige week (Is Nothing Sacred), geschreven door Salman Rushdie en uitgesproken door Harold Pinter, is vanaf deze week ook (en alleen) in Nederland te koop. Penguin Nederland kon een deel van de oplage krijgen. |
|