Divers zitcomfort
Thomas Crapper wist zich van eenvoudig loodgieter op te werken tot Edwardiaans hofleverancier van toiletgelegenheden. Thomas Reyburn schreef over deze selfmade negentiende-eeuwer Flushed With Pride. The Story of Thomas Crapper (Pavilion Books, 95 p., f 25,45). Het is een rijk boekje, waarvoor Reyburn zeer uiteenlopend en vaak zeer onverwacht materiaal heeft gebruikt: bronnen over sociale omstandigheden, decoratiekunst, architectuur en stadsplanning, et cetera. De ontwikkeling van het moderne watercloset ging gepaard met een verwoede concurrentiestrijd. In de verschillende loodgieterswerkplaatsen werd dag in dag uit geëxperimenteerd met nieuwe varianten van stortbak, bril en pot. Vooral van het eerste hing het succes af. Tot dan toe werd ontzaglijk veel water verspild met gedurig lopende kranen, en dat daar met de precies afgepaste hoeveelheid liters uit de ‘spaarbak’ een eind aan is gekomen, is niet in de laatste plaats te danken aan de originele uitvindingen van Thomas Crapper, die daarbij dankbaar geïnspireerd werd door wat andere bedrijven hadden bedacht. Voor inspiratie van dat type werd onder collega's zeer gevreesd. Het concurrerende Elers & Sons nam wel heel rigide voorzorgsmaatregelen tegen bedrijfsspionage: men nam slechts debielen en imbecielen in dienst, die een beperkte taak net konden uitvoeren, maar blind waren voor het hoe en wat van het hogere spoelen. Met smaak schrijft Reyburn: ‘De firma Elers had een verzameling gekken en dwazen in dienst, waarmee geen rondtrekkend circus of kermisgezelschap kon wedijveren.’ Afdoende bleek het echter niet. Crapper huurde een acteur die zich als zwakzinnig uitgaf, zich door Elers in dienst liet nemen en daar de ogen goed de kost gaf. Toen hij voldoende wist, wendde hij een wonderbare opleving van zijn verstandelijke vermogens voor en werd op staande voet ontslagen.
Thomas Crapper wordt geschilderd als een bevlogen vakman, die in zijn werkplaats koortsachtig experimenteerde met een rij van zes waterclosets. Het juiste aantal liters water in de spoelbak, de hoogte van het reservoir, en de wending der buizen in het porselein werden dagelijks getest met proppen papier en appels. Crappers gezondheid voer daar niet altijd wel bij: zijn voortdurend verblijf in een atmosfeer met opstuivende damp van water dat nog niet aan de moderne eisen omtrent hygiëne voldeed, bracht hem nu en dan in het ziekbed. Crapper zelf hield zich voornamelijk bezig met de techniek van het storten, voor het zitcomfort had hij een meubelmaker in dienst en voor de porseleinontwerpen zelfs een compagnon die fantasierijke zitplaatsen op zijn naam bracht als de ‘Pedestal Lion Closet’, de ‘Sultan with decoration’ of de ‘Dolphin’.
Wallace Reyburn heeft zich door zijn onderwerp laten meeslepen. Dat heeft zo zijn lichten schaduwzijden. In zijn vrijmoedige uitweidingen volgen we bijvoorbeeld ook Wallaces private ervaringen, zo maakt hij zich druk over het feit dat de ramen van de toiletten op de Eiffeltoren van matglas zijn voorzien: het had een ‘loo with a view’ kunnen zijn. Zijn onmiskenbare geestigheid verglijdt hier en daar wel eens naar het niveau van de pleetekst, een bij dit onderwerp al te zeer voor hand liggend gat om in te vallen. Dat neemt niet weg dat Flushed With Pride door Wallaces brede aanpak een kleine cultuurschets is geworden. Uit het kleinste kamertje van de Edwardiaanse samenleving duikt Crapper op als een exempel van Engelse gedreven- en bevlogenheid en je begrijpt weer iets beter waarom Engeland toen nog als leidende natie in een wereldrijk kon tronen.
AJ
Aan deze pagina werkten mee: Arte Jongstra, Carel Peeters, Diny Schouten.