Een meester-freak met perfect zakeninstinct
Drie boeken over Andy Warhol
Famous for fifteen minutes My Life with Andy Warhol door Isabelle Dufresne Uitgever Harcourt Brace Jovanovich, 274 p. Importeur European Book Service PBD, f 35,50
The life and death of Andy Warhol door Victor Bockris Uitgever Bantam Books, 391 p., f 58,40 In het Nederlands vertaald als Warhol Uitgever De Kern, 319 p., f 49,90
Warhol door David Bourdon Uitgever Harry N. Abrams. 432 p., f 125,-
Joost Zwagerman
Wat aan de stroom Warhol-publikaties nog het meest opvalt is de onuitputtelijk lijkende voorraad van bizarre anekdotes en details over en uit het leven van - in de woorden van Truman Capote - ‘sfinx zonder geheimen’. Zo herinnert Ultra Violet (het Warholiaanse nom de plume van de uit Franse adellijke kringen afkomstige Isabelle Dufresne) zich in Famous for Fifteen Minutes: My Years with Andy Warhol dat de man die zij ‘de eerste mens van plastic’ noemt, nooit aangeraakt wilde worden. Als iemand hem onverhoopt toch aanraakte, schrok Warhol hevig, misschien wel omdat hij ‘overal koud aanvoelde, en bij iedere aanraking kouder dreigde te worden’ (Dufresne). Warhols hele huid, aldus Dufresne, was zo kil als marmer, behalve zijn nek, maar die voelde warm aan omdat er immers altijd een pruik over hing.
Dufresne doet in Famous for Fifteen Minutes haar uiterste best om het idee van Warhol als was hij ‘a natural synthetic’ kracht bij te zetten. Met een zekere gretigheid heeft zij het echter vooral over zichzelf, terwijl haar vertrouwelijke, intieme band met Warhol waarover zij vertelt in geen enkele biografie wordt bevestigd. In de Amerikaanse Elle oordeelde Victor Bockris vernietigend over Dufresnes Fifteen Minutes-memoires. Bockris nam het haar vooral kwalijk talloze pertinente onwaarheden te hebben neergeschreven. Zo heeft Warhol, ondanks Dufresnes ‘onthullingen’ in haar boek, nooit het bed gedeeld met Truman Capote en is haar bewering dat zij het was die Warhol in 1953 op het idee bracht de Campbell-soepblikken te schilderen volkomen onzinnig, te meer daar Warhol reeds in '52 begon te werken aan de Campbell-schilderijen.
Robert Rauschenberg, Roy Lichtenstein en Andy Warhol, 1964
Aan het slot van haar boek mijmert Dufresne over de begrafenis van Warhol en concludeert dat het, getuige alle vroegtijdige sterfgevallen, wel fout moest aflopen met zovele Factory-bezoekers uit de jaren zestig: ‘I have to acknowledge that I participated in a movement that helped lay the basis for the explosion of hardcore pomography, drug pestilence, and the AIDS-plague.’ Famous for Fifteen Minutes is echter allesbehalve Dufresnes openbare boetedoening; zij heeft slechts uit alle macht geprobeerd haar herinneringen op maat te snijden van de zich aan Warhols leven verlekkerende moral majority, met als resultaat een onvervalst staaltje lijkenpikkerij dat Warhol zelf waarschijnlijk ‘very tacky’ zou hebben gevonden.
Het moet echter gezegd dat Warhol er zelf ook niet afkerig van was om geld te verdienen aan een sterfgeval, zelfs niet als het iemand uit zijn vriendenkring betrof. Toen het in de begintijd van de jaren zestig nog zo frèle wondermeisje Edie Sedgwick in 1971 in een hotel in Californië overleed - ze stikte in haar braaksel nadat zij zich ‘een nacht lang aan drugs en drank te buiten was gegaan’ - was de eerste reactie van Andy Warhol, door Factory-bezoekster Brigid Polk ingelicht: ‘Hoe kon ze zoiets doen?’ Daarna informeerde hij of hij Edie's geld zou erven. En, zo wil het verhaal, ‘toen Brigid Polk zei dat ze geen geld had gehad, veranderde Andy van onderwerp’.
Deze anekdote is, naast honderden andere, te vinden in de Warhol-biografie van Victor Bockris. Wie The Life and Death of Andy Warhol leest, krijgt de indruk dat er geen detail van Warhols leven onbesproken blijft, waarbij opvalt dat de aandacht van Bockris, op het ranzige af, sterk uitgaat naar Warhols seksuele eigenaardigheden. Curieuze anekdotes te over in Bockris' biografie. Zo trad Warhol in de laatste jaren van zijn leven wel eens op als adviseur voor jonge homoseksuelen die kampten met het bekende probleem: hoe vertelt ik het mijn ouders. Warhol adviseerde: ‘You don't have to say that you're gay. Just say you don't like women because they smell.’ Het is raadselachtig dat Warhol tot diep in de jaren zeventig soms zélf bevangen kon worden door de angst voor homoseksueel te worden aangezien, iets wat Bockris signaleert zonder er ook maar de geringste verklaring voor te willen geven. Toen er in de Factory weer eens in minder dan een dag een film was voltooid, bezocht Andy met een gevolg van zeven mensen een restaurant. Bij de ingang raakte hij echter in paniek, omdat zijn gezelschap bleek te bestaan uit twee dames en zes heren. Warhol weigerde het restaurant binnen te gaan als er niet snel vier vrouwen werden opgetrommeld; het personeel zou immers eens mogen denken dat er zich homoseksuelen onder zijn gevolg zouden bevinden.