Anthony Storr
Vervolg van pagina 12
Het hoofdstuk over Churchill vind ik onevenwichtig, maar mooi door de rijkdom aan details uit zijn leven. Storr gebruikt grof geschut, maar eindigt zijn lange hoofdstuk bescheiden. Hij wijst op de tekortkomingen van de psychoanalytische aanpak: Storr kan wel veel over Churchills depressiviteit en zijn creativiteit beweren, maar hij weet niet - zo deelt hij ons mee - hoe de opmerkelijke dapperheid van Churchill te verklaren valt.
Is het toegestaan om iemands ideeën met een psychoanalytische zaklantaarn te beschijnen? In het hoofdstuk over Newton vertelt Storr, dat de wetenschapsfilosoof Sir Karl Popper hem streng verboden heeft om de theorie van Newton te psychologiseren. Theorieën moeten volgens Popper los van hun maker beoordeeld worden; al het andere is onzin. Storr geeft toe dat psychoanalytici vaak een heleboel onzin beweren over de makers van theorieën. Tóch wil Storr Newtons ideeën in verband met diens karakter brengen. Het is, ondanks Poppers toorn, een aardige exercitie, waarbij we door Storr niet met al te veel vakjargon belast worden.
Churchill's Black Dog bevat nogal wat gelegenheidsstukjes, oorspronkelijk gepubliceerd in bundels en tijdschriften. Het oudste, over Churchill, verscheen al in 1969 in een bundel. Het is echter plezierig om zo'n collectie essays achter elkaar te lezen. De vrijzinnigheid waarmee Storr de psychoanalyse beoefent, geeft de lezer de ruimte om hem niet altijd te geloven. Dat maakt het boek aantrekkelijk.
■