Een miljoen voor de goede zaak
‘Alle oorlogen en affaires van onze dagen zijn teruggebracht tot deze ene onderneming,’ schreef don Juan de Idiaquez, secretaris van Filips II, koning van Spanje, op 27 mei 1588. Hij duidde op de Armada, de grootste oorlogsvloot ooit verzameld, die de volgende dag zou uitvaren. De Armada moest in één klap een einde maken aan de geldverslindende oorlog met de Hollanders en moest Engeland terugbrengen onder roomse vlag. Dit laatste vooruitzicht had de paus een jaar eerder al bewogen om Spanje een miljoen dukaten voor de goede zaak ter beschikking te stellen. De beoogde bevelhebber van de vloot, Medina Sidonia, liet kort voor vertrek weten dat hij zichzelf niet geschikt achtte voor de taak. Hij schreef zijn vorst dat hij een onvoldoende sterk gestel had voor de zee, dat zijn krijgservaring te kort schoot en dat hij het er derhalve slecht af zou brengen. Sidonia verzocht te worden ontheven van zijn eervolle taak. Filips meende dat dit alles louter valse bescheidenheid was, die Sidonia slechts sierde. Hij negeerde het verzoek dan ook.
Twee dagen later volgde een nieuwe waarschuwing van de bevelhebber, ditmaal niet met persoonlijke, maar met logistieke en strategische redenen omkleed. Sidonia voorzag dat de hele onderneming in een ramp zou eindigen. De koning heeft deze tweede, belangrijke brief nooit onder ogen gekregen. Zijn gezondheid liet zeer te wensen over en zijn adviseurs, onder wie de eerder genoemde don Juan de Idiaquez, hielden de brief van Sidonia voor zich. Op 28 mei 1588 voer de Armada de monding van de Taag uit. Na enkele schermutselingen met de Engelsen dwong een zuidwesterstorm de vloot de Noordzee op. Reeds enkele dagen na deze gevechten wist niemand meer waar de Armada precies zat. Ook de Engelse admiraliteit niet. Maar Drake en Howard hadden wel begrepen dat ze aan een dreigende nederlaag waren ontsnapt. Er lag immers in Vlaanderen ook nog een goed georganiseerde Spaanse invasiemacht te wachten. Uiteindelijk zeilde de Armada om Schotland heen de oceaan op en werd zij door zwaar weer uiteengeslagen, hetgeen haar protestantse vijanden ervan overtuigde dat God aan hun kant stond. Zo kon ook de mythe van de glorieuze Hollands-Engelse overwinning getalte krijgen. Maar uit The Spanish Armada (Penguin, 296 p., f 43,75), helder en objectiverend geschreven door de historici Colin Martin en Geoffrey Parker, komt een ander beeld naar voren. Zij gebruikten voor het eerst de vele Spaanse archieven en hadden tevens de beschikking over informatie die uit gezonken schepen voor de Ierse kust werd opgedoken. Hun boek is rijk geïllustreerd en behandelt de tumultueuze geschiedenis van de Armada met eenvoud. Maar het is wel de benijdenswaardige eenvoud van de verteller die zijn stof geheel beheerst.
NM
Aan deze pagina werkten mee: Theo Capel, Atte Jongstra, Niek Miedema, Carel Peeters.