Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990
(1990)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Jan Fred van WijnenIn maart, uiterlijk april, verschijnt het laatste nummer van Knippenbergs Krant, het blad dat verhalen en artikelen uit binnen- en buitenland (voor)publiceerde. Hetzelfde tijdschrift gaat verder, maar dan uitgebreid met interviews en recensies over boeken (fictie en non-fictie), onder de naam Boekenkrant. Het wordt 36 pagina's dik. De HPU (Hollandse Pers Unie), uitgever van de Haagse Post, geeft het nieuwe maandblad uit in opdracht van de SDU (Staat Drukkerij/Uitgeverij), die sinds enige tijd eigenaar is van Knippenbergs Krant. Eindredacteur wordt Natascha Sweering van de Haagse Post. De Boekenkrant is los verkrijgbaar, wordt gratis opgestuurd aan abonnees van de HP en de abonnees van Knippenbergs Krant kunnen hun abonnement gewoon laten overgaan. Er worden nog recensenten gezocht.
Sinds Vaclav Havel president is van Tsjechoslowakije worden zijn boeken beter verkocht dan ooit. Wim Hazeu, uitgever bij De Prom, vertelt dat de laatste druk van Brieven aan Olga, 4.000 exemplaren, in januari in één week werd verkocht aan de boekhandel. Sinds de eerste druk in 1986 zijn er ruim 15.000 van verkocht, en er is een vijfde druk onderweg van nog eens 4.000 exemplaren. Uitgeverij Van Gennep verkocht in de eerste twee weken van januari 750 exemplaren van Havels essay-boek Poging om in de Waarheid te Leven (eerste druk 1986). Eind deze maand verschijnt de derde druk; bij elkaar zijn er nu tenminste, aldus Rob van Gennep, 4.000 verkocht. Eind dit jaar publiceert De Prom een Havel-bundel met essays, artikelen en gesprekken uit de periode 1983-1990. De titel is nog niet bekend (in het Tsjechisch: ‘Do Ruznych Stran’; de werktitel van de Duitse uitgeverij Rowohlt is ‘In Verschiedene Richtungen’).
Eind februari publiceert de Stichting AMO van Gert Jan Hemmink een bibliofiele editie van Het Zesde Jaar van Gerard Reve. Dat is een romanfragment dat eerder is verschenen in Tirade (1969) en in het Archief Reve 1961-1980, en dat nu op verzoek van Reve opnieuw wordt gedrukt. De oplage wordt 75: een serie van 38, f 350, - per stuk, en een serie van 37, à f 1.200, -. De laatste serie is bij intekening al bijna uitverkocht. Op elke omslag is een vel van een handgeschreven manuscript geplakt (‘geteisterd met wijn en water,’ zegt Hemmink, ‘het heeft iets van kunst’), waaromheen ter bescherming weer een vel doorzichtig Japans papier zit. Alle 37 manuscriptvellen bij elkaar vormen, volgens een Reve-kenner, het nooit verschenen Het Boek van het Violet en de Dood (dat ook al de werktitels ‘Repelsteeltje’, ‘Het Zevende Jaar’ en ‘Het Zesde Jaar’ heeft gehad), dat met deze publikatie definitief als manuscript niet meer bestaat. Tenzij iemand ze ooit, via de veiling, alle 37 koopt. Dat is volgens Hemmink, die op de onthulling geen commentaar geeft, niet de bedoeling. Met deze uitgave heeft hij rechtstreeks de Reve-verzamelaars willen benaderen, opdat de boekjes niet later via de veiling voor stuntprijzen worden verkocht. Maar het zou Reve natuurlijk in één klap onsterflijk maken als Het Boek van het Violet en de Dood uiteindelijk toch nog wordt gepubliceerd doordat een rijke zonderling voor een kapitaal alle 37 boekjes bij elkaar koopt. Het Zesde Jaar is het 89ste boekje dat AMO sinds de oprichting in 1984 uitgeeft. AMO, zegt Hemmink, is het zelfbedachte credo van de Belgische jugendstil-architecte Anny van de Velde, dat ‘Ode aan de Schoonheid’ zou betekenen.
Het Franse dagblad Le Monde heeft zijn oude persen geschonken aan het Poolse dagblad Gazeta in Warschau (geleid door Adam Michnik), maar het vervoer wordt niet door Le Monde betaald, en Gazeta kan het niet betalen. Daarom is het comité Solidarité France Pologne een inzameling begonnen. Wat er teveel wordt gecollecteerd geeft het comité aan de organisatie die op dit moment bezig is om van het voormalig klandestiene Tsjechische maandblad Ludowe Nowiny, geleid door Vaclav Havel, een dagblad te maken. Technische bijstand wordt gegeven door Gazeta.
Omstreeks april zocht Jan Scheffers, uitgever bij Anthos/Bosch & Keuning, een vertaler voor het Dagboek van Andy Warhol. Zijn voorkeur ging uit naar iemand die affiniteit heeft met de moderne Amerikaanse kunstscene, en ‘via ex-collega's’ kwam hij terecht bij Nina d'Oliveyra, een voormalig Amsterdams kunstenares die tegenwoordig werk vindt als (niet-beëdigd) vertaalster. Haar proefvertaling (een ‘reisvel’: vijf pagina's met omslag, waar de vertegenwoordigers mee langs de boekhandel reizen) viel in de smaak, waarna moeizame onderhandelingen begonnen over haar taak. Jan Scheffers wist namelijk niet goed wat hij moest doen met dat ‘blok beton’, de bijna negenhonderd grote pagina's van het Amerikaanse origineel dat vorig jaar verscheen (op zichzelf al een selectie uit ruim tweeduizend pagina's dagboekaantekeningen). Zou hij het verkorten of volledig publiceren in drie delen? En als hij voor het laatste koos, welk deel zou hij dan als eerste publiceren, het eerste of het laatste? Volgens de vertaalster werd haar op een zeker moment duidelijk gemaakt dat ze alvast moest beginnen met lezen en redigeren, omdat het een verkorte versie zou worden. Er was nog wat onzekerheid over het honorarium: ze vroeg f 2.500 en Scheffers vertelde dat het ‘waarschijnlijk’ in orde was, maar ze begon alvast en schakelde zelfs een co-vertaler in, ‘want het moest allemaal heel snel en het zag er niet naar uit dat ik dat alleen klaar kreeg.’ Vervolgens hoorde ze niets meer van de uitgever. Toen ze ruim een maand later zelf contact opnam, kreeg ze te horen dat het honorarium niet kon worden betaald. Scheffers achteraf: ‘Ik dacht dat we eruit zouden komen, maar dat bleek van onze kant niet te gaan.’ Bovendien werd haar verteld dat de keuze uiteindelijk was gevallen op een integrale vertaling, en dat ze vast aan het derde deel moest beginnen, want dat zou als eerste verschijnen. Daar was zij het niet mee eens. Niet alleen had ze eerder al geadviseerd om met het eerste deel te beginnen, maar nu ze eenmaal was begonnen met verkorten wilde ze het ook afmaken. Bovendien was ze verontwaardigd dat het uitstel onder meer was te wijten aan een advies van Arbeiderspers-redacteur Martin Ros, die volgens Scheffers in een telefoongesprek had gezegd: ‘Nooit indikken, want dan kun je met de rest niets meer doen.’ Ze legde zich neer bij de beslissing, maar toen Scheffers omstreeks juli eindelijk een contract stuurde was voor haar de maat vol. Ze stuurde het terug als ‘onfatsoenlijk’. In de eerste plaats omdat tien procent van haar honorarium zou worden achtergehouden tot het manuscript was geaccepteerd en in de tweede plaats omdat er niets in stond over haar royalties. De samenwerking werd gestaakt en Scheffers vond in oktober een nieuwe vertaler. Drie maanden later was het voltooid... de verkorte editie van Warhols dagboeken. ‘Indikken is altijd mijn positie geweest,’ zegt Scheffers. ‘Ik heb voortdurend gewijfeld, want elke keuze impliceerde andere risico's. Als je drie delen uitgeeft en het eerste deel slaat niet aan, dan verschijnen de andere twee nooit meer. Dat zou eeuwig zonde zijn. Als je indikt moet je veel weglaten. Ook zonde. Maar met één boek is het risico minder.’ Nina d'Oliveyra is van plan een schadevergoeding te eisen voor gederfde inkomsten, maar volgens Scheffers is zijn uitgeverij mevrouw d'Oliveyra ‘niets verschuldigd’. Hij erkent dat de uitgeverij ‘inderdaad niet erg snel met antwoorden is gekomen’, maar hij verwijt haar ‘een opstelling die meer lijkt op kwade wil dan het zoeken naar een redelijke oplossing.’ Het contract was helemaal niet onfatsoenlijk, zegt hij. Het was immers de gebruikelijke Bosch & Keuningversie van het modelcontract dat de Vereniging voor Letterkundigen (VvL) heeft opgesteld. Marijke Emeis, secretaris van de werkgroep vertalers van de VvL, noemt het achterhouden van tien procent honorarium daarentegen een ‘zeer ongebruikelijke’ afwijking van het modelcontract. Over de royalties kan ze niets zeggen: in het modelcontract is er wel sprake van, maar dit contract is alleen gemaakt voor vertalingen van literatuur. Ze geeft de vertaalster weinig kans, tenzij ze zwart-op-wit kan aantonen dat haar opdracht is gegeven om alvast met inkorten te beginnen. Scheffers: ‘Er klopt absoluut, honderd procent niets van haar bewering dat ze moest beginnen.’ D'Olyveira: ‘Hij liegt dat hij barst.’ Overigens zegt ze inderdaad niets op papier te hebben: ‘Alles ging per telefoon.’ Warhols verkorte dagboek verschijnt in april. Scheffers verlaat Anthos per 1 februari en wordt fondsredacteur voor algemene non-fictie bij Het Spectrum. |
|