Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990
(1990)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Jan Fred van WijnenOp 8 maart zou aan de Leidse universiteit de eerste Annie Romein-Verschoor lezing voor vrouwenstudies worden gehouden. Dat was een idee van Anne van de Zande, die werkt op het bureau van het College van Bestuur. Jan Erik Romein, de zoon van het geschiedschrijvende echtpaar Jan Romein en Annie Romein-Verschoor (samen schreven ze Erflaters van onze Beschaving), had al in 1988 toestemming gegeven voor het gebruik van de naam, en de organiserende faculteiten sociologie en letteren hadden Lady Antonia Fraser (biografe en vrouw van de Engelse toneelschrijver Harold Pinter), willen uitnodigen als eerste spreekster. Vorig najaar belde Jan Erik Romein weer met de Leidse organisatoren en vroeg of de plannen nog doorgingen. Hij was namelijk zojuist geinformeerd door het centrum voor vrouwenstudies van de Katholieke Universiteit Nijmegen dat er op 23 februari een Annie Romein-verschoor lezing zou zijn met Hella Haasse als spreekster. Dat had Nijmegen in het diepste geheim voorbereid, en Nijmegen was niet van plan om er mee te stoppen. Hella Haasse had namelijk al toegezegd, ‘de Randstad’ kreeg toch al veel meer aandacht dan de rest van het land, en bovendien was Nijmegen de geboortestad van Annie Romein-Verschoor. De Leidenaren boden aan dat Nijmegen deze ene lezing dan wel mocht houden, maar dat Leiden er volgend jaar mee zou beginnen. Met dat eerste ging Nijmegen akkoord, met het tweede niet. Wegens vakantie was het centrum voor vrouwenstudies onbereikbaar voor commentaar.
Fred Reiber, eigenaar-directeur van de Vierkant Holding BV, kocht vorig jaar augustus de erkende Wetenschappelijke Boekhandel Limburg in Maastricht (tot 1986 was dat boekhandel Servaas). De winkel liep slecht, de laatste zeven jaar was er 1,4 miljoen verlies geleden, en Reiber zag maar één oplossing om de zaak te redden: radicale uitverkoop met 40 procent korting. Dat mocht niet van de Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels, want de uitverkoop was een overtreding van het reglement handelsverkeer waaraan de erkende boekwinkels zijn onderworpen. Er mag namelijk alleen onder de vaste prijs worden verkocht bij een officiële opheffingsuitverkoop, óf als de uitgever zelf zijn overschotten opruimt en in prijs verlaagt (ramsj), óf bij algemeen slechtlopende boeken die meer dan twee jaar oud zijn en die de laatste zes maanden niet meer door de boekwinkel zijn ingekocht (meestal bepaalt de uitgever of een boek incourant is, de boekhandelaar zelf mag dat nooit beslissen). De Vereeniging legde een boete op van f 7.500 met een dwangsom van f 25.000 per boek, begin december, maar daar ging Reiber niet op in. Integendeel, hij zegde zijn erkenning op en ging gewoon door. De opzegging van de erkenning is formeel nog niet van kracht en de Vereeniging besloot om de boekwinkel én de Holding in een kort geding voor de rechtbank van Breda te dagen: de Holding wegens uitlokken van wanprestie, de boekwinkel wegens plegen van wanprestatie en beide wegens ondermijning van de vaste boekenprijs (die wanprestatie is het overtreden van het door de boekhandelaar ondertekende reglement handelsverkeer). De Vereeniging eiste dat de Holding voor elke overtreding f 100.000 betaalt (of f 500 per boek, dit naar keuze van de Vereeniging) en de boekwinkel zelf f 100.000 voor elke mogelijke overtreding in de toekomst. Wat had Fred Reiber dan eigenlijk kunnen doen om zijn zaak te redden? Volgens mr. Margriet van Ham, bedrijfsjuriste van de Vereeniging, had hij moeten proberen zijn overtollige boeken te verkopen aan een andere boekhandelaar, of zijn zaak helemaal opheffen. Een andere uitweg biedt het reglement handelsverkeer niet. Vóór de uitspraak vertelde Reiber dat hij maar één oplossing zag als hij zou verliezen: ‘Dan gaan we vanuit het buitenland opereren.’ Zijn Vierkant Holding bezit achttien boekwinkels, waaronder alle acht AKO-winkels in het zuiden van Nederland. De laatste twee jaar heeft hij zeven winkels gekocht die op het punt van faillissement stonden, om ze vervolgens te laten uitverkopen en opnieuw beginnen. De uitspraak was op 29 december: de Vereeniging verloor van de Holding, maar won van de boekwinkel, die voor iedere overtreding f 10.000 moet betalen met een maximum vam f 100.000.
De Engelse boekhandel heeft ook een vaste prijs, die is geregeld in de Net Book Agreement (NBA) uit 1962. De eigenaar van de Engelse boekwinkel-keten Dillons (48 winkels), de Pentos Group, wil al jaren dat de NBA wordt afgeschaft. Het argument: de consument betaalt meer voor zijn boeken dan nodig is. De klant kan namelijk niet profiteren van het voordeel dat grote zaken altijd hebben: korting bij inkoop van grote hoeveelheden. De kleinere boekwinkels zijn tégen afschaffing. Hun argument: de vaste prijs garandeert dat er ook nog andere boeken dan bestsellers worden gepubliceerd (ze bedoelen dat uiteindelijk een paar grote ketens dicteren welke boeken kunnen verschijnen als zij, de kleine winkels, kapot zijn geconcurreerd). De waarheid zal wel ergens in het midden liggen. Dillons heeft twee maanden geleden het eerste schot gelost in een Engelse boekenoorlog, door acht verschillende boeken met twintig procent af te prijzen. De meeste concurrenten reageerden spottend, want Dillons had alleen de ‘non-net books’ afgeprijsd: boeken die juist niet zijn onderworpen aan de NBA (een wijnboek, een kookboek, een wegen-atlas). Maar de boekwinkel-keten WH Smith wacht liever met commentaar tot blijkt of ze klanten heeft verloren bij de kerstinkopen. Een Nederlandse boekwinkel die onder de vaste prijs verkoopt riskeert zijn erkenning door de vakvereniging. Erkende uitgevers mogen niet leveren aan niet-erkende boekhandels, als ze tenminste zelf hun erkenning willen houden, en dat is een goede garantie. Maar het is de boekhandelaren nog niet genoeg. Han van der Plas, voorzitter van de Nederlandse Boekverkopersbond, wil een wettelijke regeling (volgens hem handelt de overheid unfair door boeken direct bij de uitgevers te bestellen). Een fervente criticus van de vaste boekenprijs is drs. P.J. Uitermark. Hij is sinds een jaar secretaris van de adviescommissie Economische Mededinging, maar daarvoor maakte hij zich als raadadviseur van de minister van Economische Zaken bijzonder impopulair door de argumenten van de boekhandel te kritiseren. Dat het ‘boekenaanbod’ zou ‘verschralen’ noemt hij ‘een voos argument’, want statistisch onderzoek over de laatste dertig jaar zou hebben aangetoond dat die verschraling toch al plaatsvond. Uitermark: ‘Als je de vaste prijs loslaat gaan er wel boekwinkels failliet, maar voor die verschraling maakt het niets uit.’ Ook de werkgelegenheid in het boekenvak vindt hij een slecht argument: daarvoor zijn andere ‘beleidsinstrumenten’.
Negen jaar geleden werd in België de Stichting Boek opgericht. De doelstelling was niet bescheiden: bevorderen van de cultuur ‘door en van het boek’, in Vlaanderen in het bijzonder en in het Nederlandse taalgebied in het algemeen. Omdat is vastgesteld dat het lezen wordt bedreigd (‘door een onevenwichtige ontwikkeling van de media’) verspreidde de Stichting vorige maand een Resolutie die, zoals dat hoort bij een echte resolutie, was geformuleerd in één lange zin van 325 woorden, en opriep ‘een begin te maken met de concrete ontwikkeling van een algemeen en coördinerend initiatief’. Daarmee wordt bedoeld, zegt voorzitter E. Heidbuchel (directeur van de Centrale Openbare Bibliotheek van de Belgische provincie Limburg, in Hasselt), dat er naar Nederlands voorbeeld een Stichting Lezen moet worden opgericht. De Stichting Boek heeft voor de Stichting Lezen 150.000 Belgische Franken nodig - ruim achtduizend gulden. ‘Dat gaan we vragen,’ zegt Heidbuchel, ‘aan de Nederlandse Taalunie, het provinciebestuur van Limburg en de Vlaamse minister van Cultuur.’
Ook op de tweede halfjaarlijkse vergadering van de Vereniging van Letterkundigen-/Vakbond van Schrijvers, op 25 november, is het niet gekomen van het gedwongen lidmaatschap dat Anny Matti (jeugdboekenschrijfster) zich voor ogen had gesteld. Zij had het lidmaatschap willen verplichten voor schrijvers die subsidie krijgen van het Fonds voor de Letteren en bemiddeling van de Stichting Schrijvers School Samenleving. De ruim dertig aanwezige leden waren het wel eens met haar voorstel dat er ‘sancties’ moesten komen, zodat niet iedereen zomaar zijn lidmaatschap van de Vereniging kon opzeggen, maar het kwam niet tot een stemming. Volgens de teleurgestelde Anny Matti kan het nog wel een paar jaar duren voordat de zaak weer serieus wordt besproken. |
|