[Altijd wat]
Als er iemand over honderd jaar ineens interesse mocht opvatten voor de 20ste eeuw, en meer specifiek voor de jaren tachtig daarvan, zonder tegelijk allerlei boeken te willen doorploegen, is het enige wat hij hoeft te doen een boek met tekeningen van Peter van Straaten ter hand te nemen. ‘Altijd wat’ (Van Gennep, f 19,50) onderscheidt zich in de onderwerpen die behandeld worden niet echt van ‘'t Gaat wel’ of ‘'t Is niks gedaan’, behalve misschien dat de dernier cri op het gebied van de volksvijanden, de incest, nu ook in van Straatens zuurzoete grappen figureert (een streng-bebrilde hulpverleenster, geflankeerd door een assistente tegen een klein meisje met hangende schouders: ‘Vertel eens Anneke, jij bent vast wel eens bang voor je vader.. ja hè? Zeg het maar eerlijk...’). Alles zit er weer in: van familie- en relatieperikelen, tot de treurigheid van seks, van oude mensen, van kantoren, van de EO, van de jongerencultuur en van vakanties. Elke tekening nodigt uit om aan iemand anders te laten zien: hier, moet je kijken! Altijd succes, want iedereen lacht.