Katholiek
Sherry is op dat moment ongeveer op bladzijde 175, en tot daar is het voor de lezer ploeteren: veronderstellingen, analyses en verwijzingen. Dan ontmoet Graham Greene Vivienne (later Vivien) Dayrell-Browning. Zij is 19, hij 21 en smoorverliefd, schrijft haar drie brieven per dag. Zij is streng katholiek en vindt de brieven eigenlijk leuker dan de jongen, die zich bekwaamt in de handel en voor een thee- & tabaksfirma naar China zal gaan. Als hij op het laatst van dat vertrek afziet (hij wil gaan schrijven) is ze teleurgesteld, ze heeft hem liever op afstand. Greene solliciteert bij The Times, maar die krant wil alleen redacteuren die bij een regionaal blad ervaring hebben opgedaan en zo komt hij bij The Nottingham Journal terecht. Hij begint aan een (nooit uitgegeven maar wel bewaarde) roman en tevens aan de routine van elke ochtend 500 woorden schrijven. Vivien wil niet met hem naar bed: éérst trouwen. En trouwen wil ze niet omdat hij geen geloof heeft. Greene komt tot de conclusie (Claud Cockburn adviseerde: als 't je om neuken gaat, doe dan alsof je rooms wordt) dat er maar één manier is om haar in bed te krijgen: katholiek worden, en dat doet hij. (Boven zijn eerste brief aan Vivien na zijn intree in de kerk staat in kapitale letters: first catholic letter.) Volgens Sherry is Greenes stap een zegen voor zijn werk geweest: niet alleen bedacht Greene tijdens de kerkdiensten met vrucht de voortgang van zijn boeken, maar gebruikte hij de religie, door die te vergroten ook als uitdaging voor zijn hoofdpersonen: God zag hij niet direct zitten, maar de hel was een mooi, helderen angstaanjagend bruikbaar gegeven.
Greene wordt redacteur bij The Times en wil trouwen, maar Vivien, die schrikt van de intensiteit van zijn liefdesbrieven, bekent dat ze eigenlijk de sex niet aandurft. Greene, die aanneemt dat haar moeder daar achter zit (direct voor de huwelijksnacht geeft Vivien hem een brief van haar moeder, die hij ongelezen voor haar ogen verscheurt) belooft haar zelfs, in een heftige, bezwerende brief, een celibatair huwelijk. Ze trouwen en het wordt, volgens de vrienden die Sherry daarover spreekt, in de aanvang een mooi intens huwelijk. Hij noemt haar pussy, zij noemt hem tiger.
Vanaf het moment dat Greene Vivien ontmoet, die brieven en zijn dagboek schrijft, wordt het boek van Sherry iets meer dan een biografie, het wordt een roman over een jonge, katholiek geworden man die maar één ambitie heeft: schrijven. Direct na het succes van The Man Within neemt hij ontslag en trekt met Vivien in een klein ‘Hans en Grietje’-huisje. Zijn volgende boeken zijn zakelijk een flop, het is armoede troef en toch gaat hij verbeten door. Alles wat hij ziet, meemaakt wordt gebruikt voor zijn boeken. Dat is (zegt hij) het recht van de schrijver, Greene doet het dan ook rücksichtslos (het betekent de uitholling en tenslotte het einde van zijn huwelijk). Hij reist zoveel hij kan (Spanje, Trier, Stockholm) maar altijd met een boek in het hoofd. Voor Stamboul Train (dat weer een succes wordt) probeert hij bedelend gratis reizen te versieren, en als het niet lukt stelt hij zich tevreden met één tochtje, tweede klas tot Keulen. Met het boek in de hand kun je uit de ramen van de trein zien wat Greene op de tocht door België heeft waargenomen, daarna, de rest van Oriënt Expresreis naar Istanboel, heeft hij het reisgedeelte knarsetandend moeten verzinnen. Ook de befaamde grote reizen, te voet door Liberia en Mexico, heeft Sherry nagereisd, Greenes verslagen daarover worden aangevuld door de mensen die hij toen ontmoet heeft.
Vivien op 17-jarige leeftijd
Vooral Mexico (Greene ging erheen om de vervolging van de katholieken te registreren, maar zijn informatie klopte totaal niet), de basis voor de schitterende roman The Power and the Glory, is volgens Sherry tamelijk zwaar aangezet, met alle nadruk op wat er stonk, schuurde en smerig was. (The New York Times: ‘Zelfs op de Noordpool zou Greene nog last hebben van muskieten.’) Greenes uitgever: ‘Al die hitte en smerigheid in het begin van The Power en the Glory geven aan dat hij anders is dan anderen, hij heeft geen belangstelling voor de zachtere emoties. Belangrijke dingen als goed eten, drinken en lekker slapen daar ziet hij niks in.’ Zijn nicht, Barbara Greene, die samen met hem de voettocht door Liberia maakte: ‘Hij had drie of vier mensen van wie hij hield, maar de rest van de mensheid, dat kon ik voelen, zag hij als een hoop insekten die hij, koud en klaar, onderzocht als een wetenschapper. Maar hij was altijd beleefd.’
Dat koude, afstandelijke kenmerkte Greene (‘hij had een ijspegel in zijn hart’). Zijn vrouw Vivien zei tegen Sherry: ‘In het begin was hij blij en warm en kon ik hem aan het lachen maken (...) maar hoe beter hij als schrijver werd, hoe meer die splinter in zijn hart begon te groeien, hij werd steeds ijziger. Hij zei dat schrijvers niet moesten trouwen en volgens mij is dat absoluut waar.’
Vivien zei ook tegen Sherry dat ze bij de dood van de laatste Marx-brother, Zeppo, aan Graham had moeten denken. Zeppo had, las ze in de krant, in een film de naam Otis P. Driftwood gedragen en toen had ze gedacht: exact de naam voor Greene, drijfhout, nooit langer dan een paar weken op dezelfde plaats.