De verleiding van het nazisme
Een studie naar de vrouwen in nazi-Duitsland
Moeders in het vaderland door Claudia Koonz Vertaling Joke Traats Uitgever Meulenhoff, 648 p., f 69,50
Selma Leydesdorff
Vrouwen in nazi-Duitsland..., die woorden roepen beelden op. Ze lopen in groten getale in een optocht, vermoedelijk staat de Führer te kijken. De rechterarm is gestrekt en brengt een fascistengroet. De vrouwen zijn gekleed in een bruin uniform en ze dragen om hun arm een band waarop een swastika is geborduurd. Andere keren hebben ze gewoon een jurk aan, als het ware om te laten zien dat onder het nationaal-socialisme ook een gewone vrouw blij kan zijn. Vrouwen hebben massaal achter Hitler aan gelopen en in hem het symbool van Duitse mannelijkheid gezien, en ze hebben zich daarom blijmoedig aan hem onderworpen. Wij vragen ons nu af wat dat voor vrouwen waren. Hoe verhielden zij zich tot vrouwen van een ‘minder ras’, tot vrouwen die getrouwd waren met mensen ‘van een minder ras’, of tot vrouwen die een krankzinnige, die door euthanasie werd bedreigd, in de familie hadden? Immers, voor hen was de massale jubel voor de barbarij een nachtmerrie. Het onderzoek naar deze vraag is tot nu toe een van de verwaarloosde terreinen van de studie van het Duitse fascisme.
Bij nader onderzoek blijkt de parade niet te zijn samengesteld uit een homogene groep, ook al lijkt dat zo op het eerste gezicht. Claudia Koonz heeft al die verschillende groepen waaruit de massa was samengesteld in haar uitzonderlijke boek Moeders in het vaderland beschreven. Het blijkt dat de massa die Hitler steunde zeer verschillende motieven had, en niet iedereen liep even hard achter hem aan in die juichende zee van vrouwen. Dat beeld is hardnekkig, maar het is in feite een mythe, afkomstig van het Italiaanse fascisme. Mussolini schiep zijn oceanische meetings, waarin vrouwen uitzinnig aan zijn voeten lagen. Het resultaat was een pervers verklikkerssysteem op het niveau van de microkosmologie van het gezin, een ingrijpen van de staat in ieder detail van het dagelijks leven en internalisering van de moraal van leven en baren voor het vaderland. In de film Una giomata particulare speelde Sophia Loren de huisvrouw, die in een (weliswaar erg mooie) peignoir en onderjurk dit leven zonder individualisme leidt.
In Italië wordt deze vrouwelijke begeestering al jarenlang door vakhistorici bestudeerd. Zij hebben geconstateerd dat die begeestering zelf ten dele een mythe is, die voortkomt uit het filmmateriaal en beelden die bewaard zijn. Een massa juichende vrouwen geeft een filmisch beeld; niet die ene vrouw, die bedenkt er helemaal geen zin in te hebben. Zij valt niet zo te filmen, en werd geen deel van een op film vastgelegde en collectieve herinnering. Luisa Passerini, een van de belangrijkste onderzoeksters van de positie van vrouwen in het fascisme, wier werk recent in het Engels is vertaald, heeft laten zien dat die vrouwen helemaal niet zo enthousiast waren. Tenminste, niet in het door haar bestudeerde progressieve bolwerk Turijn. In tegenstelling tot wat werd aangenomen waren vrouwen zo dissident, dat propaganda-instellingen en de regering gedwongen waren hen extra onder druk te zetten met steeds herhaalde krachtige propaganda en steeds strengere straf voor hen die niet meededen. Maar het lukte niet. De vrouwen wilden bijvoorbeeld niet zo hard werken voor het vaderland als van hen verwacht werd, want ze waren uitgeput, doordat ze al zoveel mogelijk soldaten moesten baren. Toch waren ze nodig voor de oorlogsindustrie.