Papa's beste meisje
Het toegewijde professionele leven van Anna Freud
Anna Freud A Biography door Elisabeth Young-Bruehl Uitgever Simon & Schuster, Summit Books, 528 p. Importeur Van Ditmar, f 64,60
Christien Brinkgreve
Anna Freud is een van de mooiste voorbeelden van een ‘vaders-dochter’ die ik ken: dochters die zich sterk identificeren met hun vader, die hun leven meer naar het zijne modelleren dan naar dat van hun moeder. Veel van de vrouwen die het ver gebracht hebben, noemen hun vader als voorbeeld en bron van steun en aanmoediging, en de moeders komen er in deze biografische herinneringen vaak erg bekaaid af; of erger nog: ze fungeren vooral als schrikbeeld.
Zo ook Anna Freud. Ze werd geboren in 1895 als jongste van zes kinderen, die niet meer helemaal de bedoeling was: de financiële situatie waarin het gezin verkeerde was penibel, Freuds werk stagneerde - hij slaagde niet in zijn pogingen om een fysiologische verklaring te geven van de werking van het psychisch apparaat - en zijn vrouw Martha was bij het klimmen van het kindertal veranderd in een vermoeide huismoeder die niet veel aandacht kon opbrengen voor het werk van haar man. Young-Bruehls biografie over Anna Freud laat goed zien hoe ze vanuit deze positie - als jongste, minst gewenste, bovendien lijdend onder haar mooiere zuster Sophie die de lieveling was van haar ouders - er geleidelijk in slaagde de lieveling te worden van haar vader, en niet alleen haar moeder van haar plaats te stoten als vertrouwelinge van haar vader op werkgebied, maar ook haar oudere broers en zusters op dit punt voorbij te streven. Elisabeth Young-Bruehl, hoogleraar letteren aan de Wesleyan University heeft de beschikking gekregen over omvangrijke archieven die pas na de dood van Anna Freud ingezien mochten worden. En het is aan dit materiaal, dat voor een groot deel bestaat uit vroegere correspondenties, te danken dat dit boek geen doublure is geworden van bestaande biografieën van Anna Freud. Het verhaal is zorgvuldig gedocumenteerd, vele passages uit briefwisselingen zijn een genot om te lezen, en de spijt bekruipt je dat dergelijke correspondenties in dit telefonische tijdperk niet meer geschreven worden. Hoe jammer voor de biografen!
Dat door dit materiaal een geheel ander beeld van Anna Freud is ontstaan kan niet eens gezegd worden, maar ik wist bijvoorbeeld niet dat de manier waarop Freud zijn dochter voor zichzelf heeft willen houden door alle potentiële minnaars als benedenmaats zwart en min te maken, zover ging! Zo werd Hans Lampl, de latere echtgenoot van ‘onze’ Jeanne (Lampl)- de Groot, als ‘ongeschikt’ afgewezen, een oordeel dat Anna getuige een latere brief deelde. Ernest Jones, de latere biograaf van Freud, hield langer vol, maar toen het gevaar van een aanzoek dreigde, schreef Freud haar beslist dat zij veel te jong en onervaren was.
Naast deze paternalistische woorden, schrijft Young-Bruehl, was er duidelijk een angst dat Anna, gegeven haar mysterieuze psychosomatische klachten en nog zo aan hem gebonden, een ‘kandidaat voor hysterie’ zou worden als haar te abrupt het hof werd gemaakt. En, zou ik zeggen, ook de angst om Anna kwijt te raken zal ongetwijfeld hebben meegespeeld.
Anna Freud met haar vader op het Internationale Psychoanalyse Congres in Den Haag, 1920
Bovengenoemde ‘uitleg’ van de auteur geeft ook meteen de zwakte van het boek aan: ze heeft zich zo ingegraven in alle brieven en in de sfeer rond Freud dat ze de wat onbevangener blik van buiten geheel is kwijtgeraakt; zo ze die ooit gehad heeft voor ze aan dit werk begon (de toegang tot de archieven heeft natuurlijk ook vaak zijn loyaliteitsprijs).
Kwijt is Freud zijn dochter duidelijk niet geraakt: ik ken geen dochter die zich haar leven lang zo trouw aan haar vader heeft gewijd, zijn werk tot haar levenstaak heeft gemaakt, en haar andere verlangens zoals naar kinderen (waar ze duidelijk blijk van geeft in verschillende brieven) ondergeschikt heeft gemaakt aan haar vader-toewijding. Een voorbeeld van geslaagde sublimatie?
Veel komt in deze biografie aan bod, met grote nauwkeurigheid en tot nu toe onbekende citaten: de begintijd van de psychoanalyse, de Weense kring en diens rivaliteiten, de Berlijnse kring die een tijdlang intellectueel het voortouw had, de opkomst van het fascisme, de emigratiegolf naar Engeland en Amerika, en het vertrek van de familie Freud naar Londen in 1938. Voorts de Londense jaren, de verdere ontwikkeling van de kinderanalyse, haar vriendschap en samenwerking met Dorothy Burlingham met wie ze een kinderafdeling leidde (ook later in Londen: de beroemde ‘Hampstead War Nursery’), en de legendarische vetes met Melanie Klein.