Ben jij goed in bed?
Yvonne Kroonenberg en de schaduwstrijd tussen de seksen
Alles went behalve een vent door Yvonne Kroonenberg Uitgever Contact, 125 p., f 17,90
Liesbeth Koenen
Een grote foto van een stralende Yvonne Kroonenberg op het omslag, daaromheen overal hartjes en erboven de pakkende titel Alles went behalve een vent. Je kunt aan Kroonenbergs gezicht al zien dat ze het niet zo meent. De buitenkant bedekt wat dat betreft netjes de binnenkant van deze verzameling stukjes uit de Playboy: het boekje staat vol luchthartig gebrachte provocaties en vrolijk gekanker. Over mannen en vrouwen en wat er zich tussen die twee kan afspelen.
Kroonenberg heeft een onbedwingbare neiging seks en de seksen in ferme stellingen te beschrijven. Op de derde pagina kreeg ik al de behoefte die te gaan aanstrepen. Een kleine selectie: ‘Mannen zijn zo onelegant in hun presentatie’, ‘Lief zijn is verslavend’, ‘Wie vieze woorden zegt, is af’, ‘De eerste keer moet leuk zijn’, ‘Een man is al tevreden als een vrouw vriendelijk voor hem is en als ze er aardig uit ziet’, ‘Als een man een slechte verhouding met een vrouw heeft, wist hij haar uit zijn gedachten’, ‘Zo krachteloos als vrouwen kunnen zijn als het gaat om de verovering van een plaatsje in de maatschappij, zo trefzeker zijn ze als het om een man te doen is’, ‘Mannen en vrouwen koesteren een diepe minachting voor elkaar’.
Toe maar. Deze paar voorbeelden (en echt, op bijna elke bladzijde valt er wel zo'n besliste uitspraak te vinden) maken in ieder geval duidelijk dat Kroonenberg het niet per se voor een van de twee geslachten opneemt. We hebben allemaal boter op ons hoofd, dames en heren, ook al doet de titel van het boekje anders vermoeden, evenals de reclamecampagne van Contact waarin gesproken wordt van ‘vrolijke stukken overeen bedreigde soort’. Gelukkig is Kroonenberg niet zo flauw. De bedreigde soort zou hooguit de mens kunnen zijn en verdomd, als je al die stukjes gelezen hebt vraag je je af hoe het mogelijk is dat de wereld maar door blijft draaien en dat iedereen telkens toch weer aan een nieuwe verhouding begint. Het was al nooit eenvoudig maar de moderne tijden hebben het er dikwijls nog moeilijker op gemaakt.
Yvonne Kroonenberg
ronald houben
Herkenbaarheid is de kracht van deze bundel schetsjes vol menselijk leed. U kent vast ook wel zo'n man die best zijn vrouw wil helpen, maar nooit eens iets ‘uit zichzelf’ doet: geef hem een lijstje opdrachten en hij voert ze braaf uit, maar het huishouden met hem delen is uitgesloten. En hoeveel vrouwen hebben niet net als Kroonenberg metselcursussen en meer van dat geëmancipeerds gedaan, met als gevolg nog altijd treurig getuigende scheve contactdozen aan de wand? Of bent u ook zo'n echtpaar dat, zoals Kroonenberg het stelt, ‘uitsluitend in de eerste persoon meervoud spreekt: “Wij lusten alleen maar zelfgebakken patat,” zei een vriend laatst. Zijn vrouw bakt de patat en hij eet hem op, maar dat vindt het echtpaar een onbelangrijk detail. Bijna alles wat die twee vertellen, wordt in het meervoud meegedeeld. Alleen als ze ruzie hebben is er een korte scheiding. “Zij heeft altijd wat te vitten.” “Hij denkt dat dit huis een hotel is.”’
Die laatste gedachte wordt elders uitgewerkt: ‘Wat zou het handig zijn als er een voorziening bestond, een pension voor echtgenoten, waar ze ongestoord met hun ondergoed kunnen strooien, hun koffie kunnen morsen en hun haren wassen. Alleen voorde gezelligheid komen ze thuis.’ Kroonenberg heeft nog meer originele oplossingen, zelfs eentje voor vreemdgaan. Iets dat ze nooit doet: ‘Als ik denk aan het geknoei in het geniep en aan de treurige gesprekken met een verloofde die er natuurlijk tóch achter is gekomen, is de lust alweer verdord. Ik weet iets veel leukers dan seks met andere mannen: praten over seks.’