Uitsluitend trouw aan zichzelf
Een postmoderne pastorale van Robert Vernooy
De dingen die er niet toe doen door Robert Vernooy Uitgever In de Knipscheer, 198 p., f 28,50
Wim Vogel
De nieuwe moralisten is natuurlijk een te gemakkelijk etiket maar als je het proza leest van ‘de nieuwe schrijversgeneratie’, onlangs geportretteerd in de Boekenbijlage (in het speciale nummer voor scholieren), dringt die noemer zich toch telkens op. Zwagerman, Van Weelden, Heijne, Van der Wiel en anderen beschrijven het morele bankroet van onze tijd, waarin een belegen begrip als ‘vervreemding’ plotseling springlevend blijkt te zijn. Hun lege personages zijn voortdurend actief hun tijd te doden; dat zij een kader missen dringt pas tot hen door als zij hardhandig met die consequenties van hun manier van leven geconfronteerd worden.
In zijn fictief zelfportret beschrijft Robert Vernooy (1961) in die bijlage zichzelf als iemand die ‘zo plat als een dubbeltje’ is, om vervolgens duidelijk te maken dat zijn ‘hele generatie gekleed (gaat) in rookgordijnen. Zo vluchtig, zo dubbelzinnig...’. Weinig vleiende opmerkingen die geplukt hadden kunnen worden uit Vernooys eerste roman De dingen die er niet toe doen, waarin een louter op lust gebaseerd leven geloond, geanalyseerd én aan de kaak gesteld wordt. Zoals Cees Nooteboom in Rituelen de existentiële leegte laat zien van levens die zich uitsluitend bezighouden met het hoe, zo pretendeert Vernooy dat in zíjn roman. Ook hij beschrijft de nowhere man die geen point of view heeft, die zijn leven baseert op genot en die terugschrikt voor de onvermijdelijke leegte daarvan. Natuurlijk, Rituelen is een veel minder vlak en voorspelbaar boek en Nooteboom een veel beter schrijver, toch is de verwantschap er omdat ook Vernooys hoofdpersoon op zoek is naar een moraal in het postmoderne tijdperk. Zijn verhaal heeft iets van een queeste waarin de esthetiek overwonnen wordt door de ethiek, door de dingen die er wél toe doen. En het zal niet zonder reden zijn dat je in de structuur van deze moderne moraliteit het patroon herkent van de klassieke tragedie.
Robert Vernooy
arthur bajazzo
Het leven van Roberto, antiheld in deze moedige roman, vertoont alle kenmerken van een videoclip: flitsend, momentaan, onderbroken door reclameboodschappen, ongebonden, jong, mooi, het hier en het nu, en lust, lust, lust. Maar schijn bedriegt. De omslag van het boek laat een besneeuwd scherm zien waardoor de beelden onzichtbaar zijn, en de motto's maken snel duidelijk om welke thematiek het feitelijk gaat. Wie ongebonden en zonder weerstanden wil leven, kan dat heel goed, maar wel heel even. Die lijkt op de automobilist die tijdens het rijden weigert in zijn achteruitkijkspiegel te kijken.
Roberto verliet zijn vriendin Heleen toen die bekende gestopt te zijn met de pil. De dwang die zij door haar zwangerschap op hun verhouding uitoefent, is hem te veel. Zijn dochter heeft hij nooit gezien, met zijn studie klassieke talen niets gedaan. Hij slaapt in het Vondelpark, bij vage vrienden in kraakpanden en scharrelt zijn geld bijeen als straatartiest. Aan doelen op lange termijn wenst hij zijn leven niet ondergeschikt te maken, dat zou alleen maar frustraties tot gevolg hebben.