De opstand van het verstand tegen de ziel
Het tweede deel van Michael Holroyds massieve Shaw-biogafie
Bernard Shaw The Pursuit of Power door Michael Holroyd Uitgever Chatto & Windus, 422 p. Importeur Consul Books, f 72,55
Martin Koomen
Bernard Shaw moet een uitzonderlijk gecompliceerd man zijn geweest. Hij had een buitengewoon treurige jeugd vol ontbering en miskenning; op het fundament van de ondervonden liefdeloosheid bouwde hij vervolgens een onverwoestbaar optimisme. Hij beweerde dat vrouwen nooit erg belangrijk in zijn leven waren geweest, maar er valt een indrukwekkende lijst aan te leggen van vrouwen in wier leven hij met grote inzet heeft getracht een rol te spelen. Bij dat laatste had hij vaak succes, maar het eigenaardige is dan weer dat Shaws toch oprecht hartstochtelijke betrekkingen met verreweg de meeste van die dames vrijwel geheel verstoken zijn gebleven van een fysieke kant. Er is veel wat erop wijst dat Shaw eigenlijk een hekel aan mensen had, maar hij was als socialist ‘voor wie de rijken allemaal slecht zijn en de armen allemaal walgelijk’ (zijn eigen woorden) gretig geïnteresseerd in het lot van de mensheid.
Shaw was bepaald niet vies van de machtspositie die zijn beroemdheid met zich meebracht; hij wilde niets liever dan invloed om zijn omgeving en bij voorkeur de hele wereld te veranderen. Iets in zijn karakter echter moet hem met fatale precisie steeds weer in een minderheidspositie hebben teruggeduwd, of zoals Punch dichtte: ‘(...) all because you think yourself undone / Unless in a minority of one.’
Tel bij dat alles op de immense omvang van alles wat Shaw bijeen heeft geschreven (naast zijn stuk of vijftig toneelwerken onder meer nog een kwart miljoen brieven over zowat alle onderwerpen onder de zon) en men heeft het begin van een beeld van George Bernard Shaw. Van een beeld? Van een oppervlakkige schets. Want dat is nu juist de kardinale moeilijkheid bij Shaw: 's mans karakter, leven en werk zijn al te veelomvattend, je krijgt hem nooit helemáál in het vizier.
Michael Holroyd, Shaws nieuwste biograaf, moet gemeend hebben de hier aangeroerde moeilijkheid te kunnen ondervangen door Shaw om zo te zeggen met diens eigen wapens te lijf te gaan. Nu ook het tweede is verschenen van de drie delen die Holroyds biografie moet gaan tellen, kan in ieder geval worden vastgesteld dat dit werk, in geschakeerdheid niet minder dan in pure omvang, monumentale dimensies bezit.
G.B. Shaw in de late jaren negentig
Het eerste deel, The Search for Love, beschreef in 486 bladzijden Shaws jeugd, alsmede het ook al knap getormenteerde begin van zijn schrijversloopbaan. Aan het einde trad de grote man in het huwelijk met Charlotte Payne-Townshend, net als hijzelf afkomstig uit Ierland en bovendien steenrijk. Zijn nogal late succes als toneelschrijver maakte in 1898, in Shaws tweeënveertigste jaar dit huwelijk mogelijk: ‘Het plaatste me buiten elke verdenking een jager op fortuin of een parasiet te zijn.’
In The Pursuit of Power wordt de draad dan ook opgenomen bij deze eigenaardige echtverbintenis, die we blijkbaar als een mariage blanc moeten zien. ‘Seks werd uitgesteld totdat de afwezigheid ervan een onderdeel werd van de structuur van hun leven,’ meldt Holroyd. Net zoals bij alles, moet men ook op dit punt wat de bewijsvoering betreft wachten op deel drie - dan pas komt het ‘apparaat’ van noten en bronnen. Shaw zelf liet eens een op hem verliefde vrouw weten dat het huwelijk iets is dat geleerd moet worden, ‘zoals slakken eten met een speld’.
Charlotte werd Shaws verpleegster (Holroyd: ‘Ze registreerde zijn kuchjes en niesbuien zoals een barometer het weer’), trouwe kameraad en ook reisleidster, want ze schreef voortdurend vakantietochtjes voor. Eerst ging het duo op reis omwille van Bernards of Charlottes gezondheid, later vooral met het oogmerk hém weg te houden bij de talrijke actrices die zich, zo'n beetje om de beurt, in zijn warme (hoewel onveranderlijk kuise) belangstelling mochten verheugen. Zo was er een jarenlange, strikt epistolaire verstandhouding met Ellen Terry. En bovenal was er de betoverende Mrs. Patrick Campbell (geboren als Stella Tanner) op wie Shaw reeds in zijn tijd als toneelcriticus verliefd was geworden. Ze kon dan wel niet acteren, schreef hij toen ongeveer, maar ze hoefde immers enkel maar te zijn.