Vertaald
De verschijning van de oorspronkelijke Amerikaanse editie van wat nu in de Nederlandse vertaling Burgers. Een kroniek van de Franse Revolutie heet, was voor Chris van der Heijden aanleiding om in te gaan op het beeld van de Franse Revolutie bij historici en welke plaats Simon Schama inneemt met zijn nieuwe boek (Boekenbijlage 3 juni). Van der Heijden constateerde dat Schama behoort tot de school voor wie de revolutie van 1789 echt verleden tijd is en daardoor vooral een bron van verhalen, die door Schama briljant worden verteld. Schama is geen partijdige historicus, hij heeft met zijn boek geen ideologische bedoelingen en treedt in de voetsporen van de historici die het historisch belang van de revolutie relativeren door verhoudingsgewijs veel meer aandacht te schenken aan de voorgeschiedenis en daaruit die elementen te kiezen die de noodzaak van de revolutie verkleinen: het regime van de koning zou al geneigd zijn geweest tot drastische vernieuwingen, de ontwikkeling van wetenschap en techniek lag niet stil, enzovoort. Van der Heijden: ‘Iedereen verklaart zich kind van de Franse revolutie (ook de conservatief, ook de katholiek), iedereen bewondert de romantiek (ook de socialist). In deze ideologische goulash verliest een symbolische gebeurtenis als de Franse Revolutie haar betekenis en wordt een moment als ieder ander. En wat valt op als je er zo neutraal naar kijkt? Hetzelfde dat in ieder keerpunt van de geschiedenis opvalt: de tegenstelling tussen beleden ideaal en bereikt resultaat, tussen mooie woorden en gewoon bloed. Dat maakt cynisch. Het is die filosofische notie - mogelijk voor iemand die zoals Schama tot een generatie behoort die geen geschiedenis hoeft te maken maar van de geschiedenis mag profiteren - het is cynisme dat de rode draad van dit boek uitmaakt. Vandaar ook de verhalende toon: de cynicus weet dat de feiten altijd sterker zijn dan mooie constructies.’ De Nederlandse vertaling door Eugène Dabekausen,
Barbara de Lange en Tilly Maters is uitgegeven door Contact, 920 p., f 75, - (gebonden f 95,-).
‘Een meeslepende compositie van autobiografie, historisch onderzoek, reisbeschrijving en essayistiek,’ schreef Bernadette de Wit (Boekenbijlage 18 februari) bij de verschijning van Germaine Greers dramatische speurtocht naar het verleden van haar vader, Daddy, We Hardly Knew You. Bij uitgeverij Meulenhoff is de vertaling verschenen: We hebben je nauwelijks gekend, pappie (vertaling Anneke van Huisseling, 360 p., f 29,50). Greer opereerde vanuit de impliciete, pathetische vrouwenvraag: ‘Hield je van me?’; uit haar jeugd herinnerde ze zich de onverklaarbare angstaanvallen van haar vader, die daar nimmer een verklaring voor wilde geven. Over Reg Greer, advertentie-acquisiteur bij een Melbournse krant, wist Germaine Greer toen ze aan haar intensieve research begon niet meer dan dat hij van Engelse afkomst was, en traumatische ervaringen moest hebben ondergaan als officier bij de Britse geheime dienst. Het tweede klopte half, het eerste in het geheel niet: Greers vader blijkt een fantast te zijn geweest, een vondeling met een ‘persoonlijkheidsdefect’. ‘Tegen het einde, als Germaine de bittere confrontatie met haar vader in haar eigen innerlijk uitvecht, lijkt het boek wel een intellectueel Bouquetreeks-deeltje. Compleet met een bikkelharde ruzie tussen haar en haar moeder, die haar “goedkope journalistiek” verwijt. Met het afscheidsfeestje, waarop niemand van de familie naar elkaar luistert, eindigt Greers ambivalente queeste naar de waarheid over Daddy.’