Een tijdperk om jaloers op te worden
De totaliteit van het leven en werk van Paul Bowles
Louise Fresco
Paul Bowles is een componist, schrijver, dichter, vertaler en etnomusicoloog, die een groot deel van zijn leven doorgebracht heeft in Tanger. Daarnaast was hij een verdienstelijk pianist en hield hij zich in zijn jonge jaren ook bezig met tekenen en schilderen. Zoals het vaak gaat bij veelzijdige mensen, wordt ook van Bowles door het grote publiek slechts een facet van zijn persoonlijkheid erkend, namelijk dat van de schrijver van exotische verhalen waarin fantasie en werkelijkheid niet te scheiden zijn. Zelfs Anthony Burgess, zelf naast zijn schrijverschap een niet onbegaafd musicus, noemt Bowles in muzikaal opzicht niet meer dan een ‘dilettant’. Niettemin beschouwde deze zichzelf lange tijd voornamelijk als een componist en streeft hij naar erkenning van zijn niet-literaire kanten, net zoals bijvoorbeeld Leo Vroman, voor de meesten ‘slechts’ een dichter, die liever zijn wetenschappelijke werk bekroond had gezien dan zijn literaire. Ambivalentie kenmerkt Bowles' gevoelens over zijn eigen talenten, of zoals Sawyer-Lauçanno over de jonge Bowles schrijft, hij ‘besloot om zijn creatieve krachten tegelijkertijd in twee richtingen te ontwikkelen - in woorden en in muziek - tot het moment dat iemand hem tot schrijver of componist uit zou roepen’. Nog onlangs, in 1985, merkte Paul Bowles op tegenover zijn biograaf: ‘Het is bijna onmogelijk om iemand te vinden die (mijn) schrijven en muziek in gelijke mate serieus neemt. Zij die de muziek waarderen, vinden het jammer dat ik ermee opgehouden ben: zij die het proza waarderen, kennen de muziek meestal niet, of vinden die ouderwets.’ Blijkbaar is het moeilijk te accepteren voor buitenstaanders dat iemand talenten op meer dan één terrein bezit, en die ook nog op al die terreinen zou willen ontplooien.
AN INVISIBLE SPECTATOR
A Biography of Paul Bowles
door Christopher Sawyer-Laucanno
Uitgever Bloomsbury, 501 p.
Nilsson & Lamm, f 100,75
De veelzijdigheid van Paul Bowles, of beter, zijn multidimensionaliteit, omdat het werkelijk gaat om scherp onderscheiden invalshoeken en fases van zijn leven, vormt echter zonder twijfel de sleutel tot zijn persoonlijkheid, en het stemt tevreden dat het eenzijdige beeld van Bowles eindelijk gecorrigeerd is met het verschijnen van de biografie door Sawyer-Lauçanno. The Invisible Spectator doet een serieuze poging om in te gaan op de totaliteit van het leven en werk van Paul Bowles. Mijn enige bezwaar is dat het boek geen enkele muzieknoot bevat en zich beperkt tot een verbale omschrijving van Bowles' muzikale werk, waardoor de lezer niet in staat gesteld wordt om zich zelf een indruk te vormen van de muzikale kwaliteiten van de componist.
De fragmenten die ik van zijn muziek gehoord heb, hebben een merkwaardige, in eerste instantie koel aandoende vrolijkheid, waaronder een ingehouden melancholie schuilgaat, enigszins vergelijkbaar met sommige dansen van Sjostakovitsj. Ook Bowles maakte veelvuldig gebruik van elementen uit de volksmuziek, zowel de Spaans-Mexicaanse, Noordafrikaanse als de Amerikaanse. Veel van zijn werk was bedoeld als film- en theatermuziek, als illustratie en onderstreping van beelden en dat verklaart misschien het afstandelijke karakter ervan. Er is echter een onmiskenbare parallel met zijn proza: beide worden gekenmerkt door een bijna beangstigende hooghartigheid, een distantie ten opzichte van de wereld van gewone mensen. In zijn vier romans en zijn verhalenbundels gaat het voortdurend om hoofdpersonen die voor zichzelf of voor anderen op de vlucht zijn, zich losmaken uit het gewone leven, ook als dat hun ondergang betekent. Zonder uitzondering doemt een wereld van gruwelijke eenzaamheid voor ons op.
Paul Bowles, ‘ook in de tropen altijd onberispelijk gekleed’
Paul Bowles werd in 1910 geboren in de buurt van New York. Al in zijn vroegste jeugd gebruikt hij zijn verbale en picturale fantasie om te ontsnappen aan zijn tirannieke vader, die hem als een ongewenst kind beschouwt, en aan zijn moeder die niets beters weet dan haar kind griezelverhalen van Poe voor te lezen. Die jonge jaren staan in het teken van onafgebroken verzet tegen controle van zijn gedachtenwereld door zijn ouders, een strijd die Paul in zijn eigen voordeel beslecht door zich een innerlijk universum te scheppen waarin hij niemand anders toelaat. Hij is zonder twijfel een uiterst vroegrijp kind geweest, getuige de verhaaltjes die hij op zijn negende schrijft over een desolate wereld waar anarchie, drugs en psychisch geweld hun tol eisten. Naast verhalen vormt de piano, en vooral de mogelijkheid tot het verzinnen van eigen melodieën, een dankbare ontsnapping. Al snel maakt hij kennis met literatuur, en vooral met de twintigste-eeuwse klassieke muziek, die hem in de vorm van Strawinsky's Vuurvogel overweldigt. Vanaf zijn achttiende publiceert hij gedichten, overigens in een periode dat hij actief schilderde (helaas is geen enkel van deze werken in de biografie gereproduceerd). Omstreeks dezelfde tijd verlaat Bowles het ouderlijk huis om in Virginia te gaan studeren, een bevrijding die hij uitbuit door onafgebroken te schrijven, te discussiëren en te experimenteren met drugs. Maar dat alles blijft onbevredigend, en hij raakt overtuigd dat alleen een verblijf buiten de Verenigde Staten hem voldoende ruimte kan geven. In 1929 neemt hij, zonder iemand daarvan op de hoogte te stellen, de boot naar Frankrijk: ‘Hij zou (...) Paul Bowles zijn, dichter, aankomend componist, schilder, woonachtig in Parijs, medewerker van Transition (een literair tijdschrift - LF).’ Vanaf dat ogenblik reist hij veelvuldig op en neer tussen de Verenigde Staten en Europa, voordat hij zich definitief in Tanger vestigt.
Vanaf het begin raakt hij in de ban van Noord-Afrika, waar hij, op aanraden van Gertrude Steín, in 1931 met zijn mentor, de componist Aaron Copland, een eerste bezoek brengt. Het licht, de mensen, het ongrijpbare en tegelijk het rauwe van het leven inspireren hem mateloos. In Tanger huurt hij een huis, en vooral: een piano, en componeert in korte tijd zijn sonate voor hobo en piano. Bowles' leven wordt, afgezien van die vruchtbare periodes in Noord-Afrika, gekenmerkt door regelmatige geldzorgen, en ook door weken van lethargie en doelloosheid. Daaraan komt geen einde, noch door de groeiende erkenning voor zijn composities, noch door zijn kennismaking en huwelijk met Jane Auer. Als zij elkaar ontmoeten, in 1937, is zij een twintigjarige, wereldvreemde schrijfster in spe die geen geheim maakt van haar voorliefde voor drugs, drank en vrouwen. Sawyer-Lauçanno slaagt er niet helemaal in om duidelijk te maken wat de basis voor hun relatie is geweest, maar het staat vast dat ondanks regelmatige momenten van verwijdering, Bowles tot het einde toe een zekere vriendschap voor Jane heeft gekoesterd. Hun huwelijk geeft Bowles de gelegenheid om het thema van de spanning en het onbegrip tussen man en vrouw uit te werken. Elementen uit hun tumultueuze huwelijksreis naar Midden-Amerika heeft hij aangrijpend beschreven in Up Above the World.
In Marokko wordt Jane Auer zienderogen ongelukkiger en lukt het haar niet te schrijven. Door een tragische en ogenschijnlijk welbewuste drang tot zelfdestructie gedreven, raakte zij steeds meer aan de drank, en steeds dieper geïnvolveerd met een meisje uit de soek, die haar ‘behekst’, en van wie zij volledig afhankelijk wordt. Paul Bowles kan niet anders dan
Vervolg op pagina 4