Mondwaterende herinneringen
Giacomo Castelvetro, een geacht en bereisd ‘man of letters’ van protestantse signatuur, werd in 1611 uit de kerkers der inquisitie gered door de Britse gezant in Venetië. Castelvetro vond, als een aantal malen eerder in zijn leven, asiel en patronage in Engeland. Als leermeester van James VI van Schotland had hij in hofkringen actief het Italiaans en de contemporaine Italiaanse literatuur gepropageerd. De jaren van zijn huwelijk met de weduwe van Thomas Lieber, of ‘Erastus’, had hij doorgebracht in Basel, jaren die hij besteedde als ‘literair erfgenaam’ van de publikaties van die beroemde geleerde. Maar tijdens zijn laatste verblijf in Engeland ontvielen hem zijn weldoeners; hij stierf berooid in 1616. Zijn laatste manuscript, een ‘kort verslag’ over de vruchten, kruiden en groentegewassen ‘zoals die in Italië gegeten worden’ (Brieve racconto di tutte le radici, di tutte l'herbe et di tutti di frutti, che crudi o cotti in Italia si mangiano, 1614) werd opgedragen aan Lucy, hertogin van Bedford. Die intelligente en geletterde dame met interesse voor tuinaanleg en het verbouwen van bijzondere gewassen zal plezier hebben beleefd aan de bedrieglijke simpelheid van de stijl waarin de Brief account of the Fruit, Herbs & Vegetables of Italy geschreven is, veronderstelt de vertaler en inleider Gillian Riley bij de eerste Britse uitgave ervan (Viking, importeur Penguin Nederland, f 72,35). The Fruit, Herbs & Vegetables of Italy is uitgegeven als een schitterend geïllustreerde catalogus: van lustvolle zeventiende-eeuwse schilderijen (veel van uitnemende Hollandse schilders; co-uitgever is The British Museum) en van Castelvetro's even mondwaterende herinneringen: aan de ‘wonderful flavour’ die een vleugje knoflook aan broccoli kan geven, aan de verrukkingen van asperges,
artisjokken, hopspruiten, doperwten, venkel, in combinatie met een enkele, nederige toevoeging: wat geurige olie, of wat Parmezaanse kaas. Castelvetro's summiere aanwijzingen voor de bereiding klinken hoogst modern; het ontmoedigende van zijn propaganda voor de Italiaanse keuken in Engeland is dat drie en een halve eeuw later Elizabeth David tegen dezelfde grofheden van de Britse keukengewoonten streed. Castelvetro's opmerkingen over het belang van het drogen van salade en de taaie gewoonte om die salade te voorzien van te veel azijn tegen te weinig olie, zijn derhalve niet nieuw, maar het is een lust om het zo hoffelijk en elegant gezegd te zien.
DS