Gedicht
Trein
Gestoorde heren en een trein:
het korte razen door het groen;
een oud verlangen, visioen
van een vertrek spookt door hun brein.
Er rijdt een trein langs het terrein
die Martin toch een keer moest halen.
Hij kon geen plaatsbewijs betalen
maar wist een plekje langs de lijn.
Er reed een trein langs het terrein.
Hij werd een eindje meegenomen
en was toen al waar hij moest zijn,
sneller dan hij had kunnen dromen.
Men is in Utrecht met een klein
kwartier vertraging aangekomen.
Uit: Het gesticht. Gedichten. De Arbeiderspers, f 29,90.