Vertaald
In opzet is Susan Sontags essay over Aids een vervolg op haar Illness as Metaphor, schreef Wim Hottentot bij de verschijning van Aids and its Metaphors (Boekenbijlage, 4 maart 1989). Bij uitgeverij Anthos is de Nederlandse vertaling (van A. Daalder-Neukircher) verschenen: Aids en zijn beeldspraken (110 p., f 19,90). Sontags eerste essay noemde ze zelf ‘een polemiek tegen ziektemetaforen’, die door de retorische overtuigingskracht van hun beeldentaal vaak verhinderen dat mensen tijdig medische behandeling zoeken of extra moeite doen om een betere behandeling te krijgen en die misbruikt kunnen worden om maatschappelijke onzekerheden en angsten uit te buiten: ‘Ik was ervan overtuigd dat het de metaforen en mythen zijn die doden.’ In Aids en zijn beeldspraken richt Sontag haar verontrusting op het gebruik van militaire beeldspraken. Ze geeft veel overtuigende voorbeelden uit Amerikaanse medische tijdschriften waarin over Aids geschreven wordt alsof het een moderne, ‘totale’, high-tech oorlogvoering betreft. Ze verzet zich tegen het creëren van een ‘kaste van paria's’ door de omvang van de epidemie te rekenen naar het aantal seropositieven, en waarschuwt tegen inhumaan denken dat etnische en seksuele minderheden of hele continenten (Afrika) verdacht begint te maken. Het slothoofdstuk eindigt strijdlustig: ‘Voor de geneeskunde evenmin als voor de oorlog is het wenselijk om “totaal” te worden. De crisis door Aids ontstaan is ook niet iets “totaals”. Wij worden niet aangevallen. Het lichaam is geen slagveld. De zieken zijn noch onvermijdelijke slachtoffers, noch de vijand. Wij - de medische stand, de maatschappij - hebben het recht niet om terug te vechten, onverschillig de middelen.’