Anti-alles-houding
De connectie tussen de situationisten en de Sex Pistols is vrij makkelijk te traceren: de geslepen boetiekeigenaar Malcolm McLaren (1960s art student and had-been, would-be anarchist provocateur noemt Marcus hem), die de Sex Pistols in 1975 min of meer ‘uitvond’ in zijn winkeltje op King's Road, had in 1968 solidariteits-demonstraties georganiseerd en verkocht T-shirts met situationistisch geïnspireerde slogans. In 1974 had hij bovendien een boek met Engelse vertalingen van situationistische teksten helpen uitgeven onder de titel Leaving the Twentieth Century. Hoe hij zijn ideeën precies in het hoofd van Rotten heeft gekregen blijft een raadsel, maar feit is wel dat de anti-alles-houding die de Sex Pistols uitstraalden insloeg als een bom. Ze hoefden alleen maar fuck op de televisie te zeggen, of te zingen dat koningin Elizabeth no human being was en dat er voor Engeland no future was en ze haalden de voorpagina's van de schandaalpers. Bovendien bleken hun singletjes gigantische answer-records, zoals Marcus ze noemt: binnen de kortste keren was heel Engeland en later ook het continent vergeven van de punkbandjes.
Johnny Rotten
abc
Bovenstaande zou de indruk kunnen wekken dat Lipstick Traces een vrij rechtlijnig, geschiedkundig werk over het verband tussen de fenomenen situationisme en punk is. Dat is het niet. Zoals een Amerikaanse redacteur van The Viking Press opmerkte toen Richard Brautigan zijn boek Trout Fishing in America ter publikatie aanbood - ‘I gather front the reports that it was not about trout fishing’ - zo gaat het boek van Marcus niet over punk. Punk, de Sex Pistols, dat alles is slechts start en finish van Lipstick Traces. Ligt de connectie tussen de situationisten en de Sex Pistols vrij duidelijk, in vele andere gevallen die Marcus aanhaalt ligt dat allemaal wat minder voor de hand. Hij schetst een geheime geschiedenis, een geschiedenis van verwante ideeën, uitgesproken door verwante zielen die in de meeste gevallen waarschijnlijk nooit van elkaar gehoord hebben. Johnny Rotten is voor Marcus de mouthpiece, de stem die eeuwenlang ondergronds circulerende utopisch-anarchistische ideeën opnieuw uitschreeuwde in 1977, ook al was hij zich dat niet bewust. ‘Unfulfilled desires transmit themselves across the years in unfathomable ways, and all that remain on the surface are bits of symbolic discourse, deaf to their sources and blind to their objects - but those fragments of language (...) are a last link to notions that have gone under the ground, into a cultural unconscious.’
Het zal duidelijk zijn: Marcus begeeft zich vaak op heerlijk onverantwoorde wijze op glad ijs. Zijn suggestie bijvoorbeeld dat de opstandige ketter Jan van Leyden, die de stad Münster in 1534 voor een paar maanden in een anarchistische vrijstaat veranderde, misschien, op een of andere manier, ‘verbonden’ is met Johnny Rotten (echte naam Lydon, voelt u wel?) zal de nekharen van elke rechtgeaarde historicus omhoog doen schieten. Er is nog veel meer kritiek op Lipstick Traces te leveren, maar dat neemt niet weg dat het een van de meest adembenemende boeken is die ik ken. Er staan passages in waar ik (eerlijk is eerlijk) geen touw aan vast kon knopen, maar ook vele stukken zo krachtig dat ze haast beangstigend zijn. Verscheidene malen moest ik tijdens het lezen de behoefte onderdrukken om naar buiten te lopen en te kijken of de wereld zoals ik die gewend ben nog wel bestond.
Ik heb geen idee of Marcus nu popjournalistiek of cultuurfilosofie bedrijft, geen idee of Lipstick Traces nu een geschiedkundig essay of essayistische geschiedenis is, en, om het in de woorden van Johnny Rotten te zeggen: I don't give a flying fuck. Lipstick Traces is uiterst subjectief, goedgeschreven en, de punk-wetten indachtig, geen seconde vervelend. Een geweldig boek.