Mystieke ascese
Dat Zwiers inquisiteur door zijn nuchtere en menselijke aanpak de zaak klaart, komt overeen met de historische feiten. In een informatief boekje De wereld van Gerrit Jan Zwier, samengesteld door Rody Chamuleau, dat door de uitgever aan kopers van de roman cadeau wordt gedaan, worden zijn bronnen genoemd en besproken. Niet vermeld daarin, neem ik aan, is het tweede en verreweg het aardigste motief van de roman: de verbeten speurtocht van Don Pedro naar de waarheid in een hem vijandige buitenwereld, wordt doorkruist door een groeiend inzicht in zijn eigen broeierige binnenwereld. En juist dit motief maakt het boek tot iets meer dan een goed geschreven en goed gedocumenteerde historische roman.
In zijn analyse van De inquisiteur wijst Chamuleau er terecht op dat de roman door vorm en inhoud doet denken aan een klassieke tragedie waarin de held niet langer de eigen barre werkelijkheid kan verdoezelen. De inquisiteur mag dan een rationalist zijn die met zijn achttiende-eeuwse opvattingen zijn tijd ver vooruit lijkt, zijn eigen verlangens, angsten en frustraties weet hij heel wat minder gemakkelijk te plaatsen. Seksuele driften probeert hij te sublimeren tot een mystieke ascese in een poging om ook wat dit betreft zijn vroegere geliefde Gracia na te volgen. Twintig jaren geleden verbrak zij plotseling hun verhouding en trok zich als non uit de wereld terug om zich helemaal te kunnen geven aan haar nieuwe Bruidegom. Als mystica krijgt zij bekendheid door de publikatie van haar Verukkingen en visioenen waarin zij haar ‘orewoet’ uit, haar ‘krankzinnige verlangen om zich genietend met Hem te verenigen’. Slechts Hem wil ze als een voedster de borst geven. En dat terwijl Simancas door niets zo geobsedeerd wordt als door grote, weelderige, melkwitte vrouwenborsten!
Zwier is het natuurlijk juist om dat dualisme te doen. Hij weet dat hekserij en mystieke eenwording met de geliefde illusies, foutieve inbeeldingen zijn. Hij benadrukt de verknipte kijk op vrouwen. Enerzijds zijn zij de wijnstok van het onheil, de stok van alle ondeugden, een met honing ingestreken zwaard, de pijl van Satan, anderzijds zou Simancas niets liever willen dan zich lichamelijk te verenigen met zo'n vrouw. De heks als karikatuur vam de non: een middenweg lijkt onmogelijk. Een glanzende kerkelijke carrière zal hem ongetwijfeld ten deel vallen en zolang hij maar meent dat zijn verlangen naar zuster Gracia het werk is van duivelse inblazing, heeft hij door geestelijke amputatie ook dat probleem opgelost.
De inquisiteur is een zorgvuldig gestructureerde roman die met veel kennis van zaken (van het landschap, van de inquisitie, van de mystiek, van het geloof in heksen) is geschreven. Stijl, detaillering, spanning: allemaal in orde. De vraag is alleen wat het belang van de lezer bij deze roman is. Dat geloof aan heksen het resultaat kan zijn van suggestie, zal weinig opzien baren. Dat geldt ook voor Zwiers analyse van bepaalde uitingen van mystiek. Wat er dan overblijft, is een knappe historische roman die bevestigt wat ik al wist. Als lezer ben ik liever even mijn evenwicht kwijt.
■