Permanent uit balans
De redeloos sacrale wereld van Yann Queffélec
De vrouw achter de horizon door Yann Queffélec Vertaling Ernst van Altena Uitgever Goossens, 221 p., f 29,50
Eric Gobbers
In 1985 kreeg de Franse schrijver Yann Queffélec de Prix Goncourt voor zijn tweede roman Les Noces Barbares (vertaald als ‘De brute bruiloft’). Die prijs krijgen is erg plezierig maar het is ook beangstigend, zoals uit verklaringen van andere winnaars valt op te maken. Het boek na de Goncourt is voor die schrijvers misschien wel het mocilijkste uit hun hele carrière.
De vrouw achter de horizon (‘La femme sous l'horizon’) is echter geen roman van iemand die snel een doorslagje van een vorig succes op de markt gooit, maar een variatie op een thema dat de essentie van Queffélecs schrijverschap uitmaakt. De familie Tarassevitsj is van Russische afkomst en leeft in het vervallen landhuis Baba Yaga, ergens in een woud in Frans Lotharingen. De handeling speelt zich af in de jaren zestig en zeventig maar de moderne wereld speelt geen enkele rol in de noodlottige levens van de familieleden. Net als in De brute bruiloft is het centrale personage een kind dat vanaf de geboorte gedoemd is om de geneugten van het gemiddelde te missen. Tita is de dochter van Vladimir, een opvliegende man die geobsedeerd is door Carmilla, Tita's moeder, die wanneer de baby zes maanden oud is, levend verbrandt bij een auto-ongeval. Hij heeft een broer, Lev, een afvallige priester die alleen woont in een zelfgebouwde cabine en die in tegenstelling tot Vladimir het meisje liefdevol behandelt. De familie waar ook nog Tita's lelijke zus Zenia toe behoort, wordt gedomineerd door de oude Zinnaïde, Tita's grootmoeder die volledig in de ban van haar prerevolutionaire Russische verleden leeft en door een traumatische jeugdervaring de aanblik van vuur niet kan verdragen.
Met het omschrijven van de secundaire personages en de ontwikkeling van het koningsdrama waar aan het eind alle kegels omver liggen, zoals vertaler Ernst van Altena het noemt, kan men een paar bladzijden vullen, maar het is interessanter de kracht te peilen die van De vrouw achter de horizon zo'n bezeten roman maakt.
Yann Queffélec
De voornaamste kwaliteit van Yann Queffélec is dat hij een melodramatisch gegeven een tragische meerwaarde geeft, die verhindert dat het ontregelende effect dat het boek op de lezer heeft wordt vergeten als de laatste bladzijde gelezen is. Net als in de tragedies van Sophocles, Shakespeare, Dostojevski en Faulkner worden we geïntroduceerd in een sacrale wereld waar geen rede meer bestaat. De personages zijn permanent uit hun evenwicht (vanaf haar geboorte wordt Tita door haar vader met brandewijn dronken gevoerd), er worden taboes doorbroken (moord, incest) en er is geen morele kracht om die te veroordelen. De romanwereld van Queffélec laat geen verzoeningen toe, omdat elke kans op begrip, hetzij tussen ouder en kind, hetzij tussen man en vrouw kapot gaat aan de onmogelijkheid om een definitieve vorm aan een bepaalde emotie te geven. Men heeft heel sterk de indruk een archaïsche wereld binnen te stappen waar de strijd tussen Goed en Kwaad nog volop aan de gang is. In dit boek is een actie of een uitspraak nooit relatief, steeds is er een hele kosmos bij betrokken. Het leven van de Tarassevitsj-familieleden is een open wonde die ze bij tekenen van genezing steeds zelf weer openklauwen.
Nooit wordt het stormachtige verhaal dat hier wordt verteld belachelijk of pompeus. De sneeuwlandschappen, het waanzinnige huis in het woud, de hartverscheurende zoektocht naar liefde van Tita en haar even extreme sabotage van de kansen daarop maken dat deel in ons wakker dat we in naam van de redelijkheid denken vergeten te zijn.
De vrouw achter de horizon is niet zomaar een flauwe schaduw van een succesroman. Queffélec doet geen concessies. Hij engageert zich volledig met zijn personages, hij maakt ze nooit belachelijk (het is tekenend dat de enige uitzondering een ‘moderne’ jongen is die in het tweede deel opduikt) hoe extreem ze ook handelen. De schrijver, en dat onderscheidt hem van veel van zijn tijdgenoten, maakt niet de fout zijn tragische visie in gewone en middelmatige mensen te willen stoppen met als resultaat een ‘aanvaardbare’ visie. Zijn personages bezitten het overdreven gemoed van gevallen engelen.
■