Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989
(1989)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Hans Bouman & Ed van EedenAfgelopen maandag zijn de laatste filmopnamen voltooid voor de anderhalf uur lange televisiedocumentaire die Erik Lieshout en Ad Fransen voor de VPRO maken over W.F. Hermans. Beide samenstellers zijn bijzonder te spreken over de bereidwilligheid tot medewerking van de auteur. ‘Eerlijk gezegd waren wij af en toe verbaasd over het feit dat hij elke dag maar weer voor ons klaar stond’, aldus Ad Fransen vanuit Parijs. Gaandeweg kreeg hij ook steeds sterker de indruk ‘binnen te treden in de wereld van W.F. Hermans’. Fransen: ‘Op een gegeven moment hadden wij een afspraak met Hermans in de Tuilerieën. Hij kwam echter niet opdagen. Later bleken Hermans, zijn vrouw en zijn kat te zijn geëvacueerd, omdat het huis achter het zijne was ingestort. Twee dagen later zijn we tijdens de opnamen met hem verdwaald. Het leek Nooit meer slapen wel. Vervolgens zetten we de televisie aan en krijgen daar het beeld van een neerstortende luchtballon, zoals die ook in Geyerstein's dynamiek voorkomt. De frequentie van dergelijke vreemde gebeurtenissen was zo hoog, dat we op een gegeven moment overwogen dat Hermans misschien wel niets voor zijn boeken heeft hoeven verzinnen.’ Hoewel er ook een budget was voor het filmen op lokatie - in het Finmarken van Nooit meer slapen bijvoorbeeld - is van deze mogelijkheid op verzoek van Hermans geen gebruik gemaakt. De schrijver vond het wat al te aandoenlijk om ‘als oude man’ nogmaals rond te gaan wandelen in het landschap waar hij meer dan twintig jaar geleden over schreef. Fransen: ‘Hij vond dat net zoiets als Faulkner, die aan het eind van zijn leven voor de Amerikaanse televisie mocht vertellen over zijn vliegervaringen in de eerste wereldoorlog.’ De Hermans-documentaire is mede mogelijk gemaakt dankzij subsidie van het zogenaamde Stimuleringsfonds, dat enige tijd geleden door minister Brinkman is ingesteld. Het ligt in de bedoeling dat Fransen, die de afgelopen vijf jaar hoofdzakelijk werkzaam was voor VPRO-radioprogramma's als Boeken en Plantage Magazine, in de toekomst nog meer schrijversportretten zal maken. Hugo Claus wordt daarbij als voorbeeld genoemd. Het portret van W.F. Hermans, dat van 16 milimeter speelfilm-kwaliteit is en ook in filmhuizen in roulatie zal worden gebracht, wordt door de VPRO op 8 oktober uitgezonden.
Afgelopen week werd bekend dat er dan toch een uitgever is voor het boek van Jules Croiset over zijn zelf-ontvoering: uitgeverij Thoth brengt het eind oktober uit onder de titel Met stomheid geslagen. Thoth-directeur Cees van den Hoek blijkt al vanaf februari contact te hebben gehad met Croiset, en hem geadviseerd te hebben bij het herschrijven van de oorspronkelijke opzet. Eerder trokken andere uitgevers zich om verschillende redenen terug, maar na Croisets spraakmakende optreden bij Adriaan van Dis was er grote belangstelling, vertelt Van den Hoek: ‘Uiteindelijk is het bepaald geen kwestie geweest dat Croiset niemand kon vinden die zijn boek wilde uitgeven. Hij was het echter eens met onze aanmerkingen op de eerste versie van zijn manuscript en heeft gewacht tot het boek voldragen was. Het is een openhartig en integer verhaal geworden.’ Croisets boek verschijnt met een nawoord van de met hem bevriende psychiater J.P. Teuns, die in algemene termen ingaat op de emotionele conflicten waarin acteurs als Croiset terecht kunnen komen. Er is weinig fantasie voor nodig om te bedenken dat de algemene lijn van dit stuk als volgt zal zijn: een acteur speelt zóveel andere persoonlijkheden, dat er daardoor in een crisis-situatie gemakkelijk een splijting in zijn eigen persoonlijkheid kan optreden. Van den Hoek beaamt deze strekking, maar ontkent dat het rapport is bijgevoegd als vorm van rechtvaardiging: ‘Natuurlijk hadden we Croisets verhaal ook zó kunnen publiceren, want het kan heel goed op zichzelf staan. Het nawoord van Teuns voegt naar ons idee echter iets interessants toe. Croiset vond dat ook.’
Soms is de een zijn dood pas 51 jaar later de ander zijn brood. In de literatuur bijvoorbeeld. De wet zegt dat de auteursrechten over een boek na deze periode vervallen en ‘publiek domein’ worden. Jammer voor de kleinkinderen van de auteur in kwestie, maar vanaf dat moment hoeven uitgevers geen cent meer te betalen voor (her)uitgaven van zijn of haar werk. In de nabije toekomst komen de rechten vrij van befaamde ‘modernistische’ auteurs als William Butler Yeats (sterfjaar 1939), Virginia Woolf en James Joyce (beiden 1941). De volgens de Britse pers ‘immer ondernemende’ uitgeverij Penguin zal die gebeurtenissen niet onopgemerkt laten passeren. Voor het eerst gaat men het volledige werk van Joyce uitbrengen, inclusief Finnegan's Wake, dat tot dusver alleen bij Faber & Faber mocht verschijnen. Uitgeverij Grafton verliest zijn alleenrecht op Woolf - wier werk veertien delen Penguin Classics gaat vullen - terwijl Yeats postuum ontrouw wordt aan zijn oude uitgever Macmillan. ‘Ontrouw’ bij leven en welzijn is de thrillerschrijfster P.D. James. Zij zwichtte voor de Penguin-ponden en liet haar oude paperback-uitgeverij Sphere het nakijken. James neemt haar ‘backlist’ van tien titels mee. Volgende week beslist Umberto Eco of hij een vergelijkbare verhuizing gaat maken. Picador verdiende kapitalen aan de Engelse editie van The Name of the Rose, en concurrent Mandarin zou graag hetzelfde doen met Eco's nieuwe boek, dat in Engeland Foucault's Pendulum heet. Het is echter de vraag of dat gaat lukken, want bij Eco is geld alleen niet zaligmakend; hij stelt ook prijs op een verzorgde uitgave in een prestigieuze paperback-imprint. In dat opzicht kunnen weinigen met Picador concurreren.
Ook in Nederland is een bijna een halve eeuw geleden dat het ‘avondrood der modernisten’ scheen. Menno ter Braak en E. du Perron stierven immers beiden in 1940. Nu het uur dat de exclusieve rechten vervallen naakt, heeft uitgeverij Van Oorschot besloten dit najaar een nieuwe editie uit te brengen van Het land van herkomst, die f 24,90 gaat kosten. Het gaat om het zogenaamde ‘Greshoff-exemplaar’, want het was in de eerste druk die Jan Greshoff van het boek bezat, dat Du Perron allerlei annotaties aanbracht. Deze zullen alle in de nieuwe uitgave van Het land van herkomst worden opgenomen. Van Oorschot hoopt het hiermee voor de concurrentie minder aantrekkelijk te maken ook allerlei edities van Het land van herkomst te publiceren, aldus redacteur Gemma Nefkens, die over andere heruitgaven van Du Perron nog niets wil loslaten. ‘Die plannen bevinden zich nog in een te vroeg stadium.’ Met het werk van Menno ter Braak heeft de uitgeverij minder voornemens. Wel zullen zijn Kronieken, opgenomen in de delen 5, 6 en 7 van zijn Verzameld werk, in prijs worden verlaagd. Volgens Nefkens is er echter weinig werk van Ter Braak dat een goedkopere heruitgave commercieel rechtvaardigt. ‘We hebben dan ook niet de indruk dat andere uitgeverijen om zijn werk zitten te springen’.
Edinburgh mag dan een wat saaie provincieplaats zijn vergeleken met Amsterdam, op het gebied van culturele festivals steekt de Schotse hoofdstad de Nederlandse duidelijk naar de kroon. In het kielzog van het jaarlijkse Edinburgh Festival vindt dit jaar voor de vierde keer het Edinburgh Book Festival plaats. Op het tweejaarlijkse boekenfestival, dat afgelopen zaterdag van start ging, verschijnen ook ditmaal in een periode van zestien dagen zo'n tweehonderd auteurs uit Groot-Brittannië en andere Engelssprekende landen. Onder hen bevinden zich Gore Vidal, David Lodge, Roald Dahl, Anthony Burgess, Richard Ford, Edna O'Brien, Maxine Hong Kingston en Michael Ondaatje. Tamelijk uniek wordt het optreden van de gehandicapte Ierse schrijver Christopher Nolan op de slotdag van het festival. De vrijwel on-interviewbare Nolan zal onder andere via zijn moeder vragen beantwoorden die hem van tevoren zijn aangeboden. Parallel met zijn optreden gaat in Edinburgh Nolans toneelstuk Torchlight and Laser Beams in première. Naast openbare interviews, lezingen, forumdiscussies, signeersessies en talloze vormen van entertainment, biedt het Edinburgh Book Festival bezoekers ook de gelegenheid boeken te kopen. Twee jaar geleden bedroeg de omzet zo'n 450 duizend gulden. Het festival vindt plaats in het park van Charlotte Square Gardens, waar voor deze gelegenheid vele tenten zijn neergezet, waaronder de bekende Amsterdamse Spiegeltent. Op de eerste twee dagen van het festival hebben Roald Dahl en Gore Vidal zich in zeer cynische termen uitgelaten over de stand van de literatuur in de Engels-sprekende landen. Vergeleken met ‘de tijd van Hemingway, Waugh en de jonge Greene’ zijn de schrijvers van nu, volgens hen, ‘te academisch, en nauwelijks meer betrokken bij hun publiek’. Vidal vindt dat er ‘niet meer leesbaar wordt geschreven’, en Dahl noemt Salman Rushdie als een duidelijk voorbeeld van een auteur die alleen maar bewondering wil afdwingen bij de intellectuele klasse. ‘Ik ken niemand die de Satanic Verses heeft uitgelezen’, aldus Dahl, die blijft bij zijn al eerder uitgesproken veroordeling van Rushdie: ‘Het is onverantwoord om mensen in gevaar te brengen met een boek, en onnodig om hele bevolkingsgroepen te kwetsen.’ Dahl en Vidal spraken beiden hun minachting uit voor ‘het huidige literaire establishment’, maar wisten niet te vertellen waarom ze dan zelf deelnamen aan een festival dat daar zo duidelijk mee gelieerd is. |
|