Achterbuurtromantiek
Was unterscheidet die Photographien von Anton Corbijn so grundlegend von den Dutzendbildern, die die meisten Pop-Magazines bevölkern? Volgens de flap van Famouz, Anton Corbijn photographs 1976,88 (uitg. Schirmer Mosel, importeur Idea Books, f 124,45) is het antwoord dat Corbijn met zijn camera geen ‘spiegelbeelden’ maakt, maar door het glanzende harnas en de maskeraden van zijn popsterren heenkijkt en de waarheid daarachter onthult. Daar is natuurlijk helemaal niks van waar. Wie is er geïnteresseerd in het ware gezicht van David Bowie en Siouxsie Sioux? De kans is erg groot dat er aan die gezichten niet veel te beleven valt. Het is helemaal de taak niet van een popfotograaf om ergens doorheen te kijken. Hij moet de sterren laten zien als raadselachtige, verlokkende en vreesaanjagende wezens, wild levend in grote-stads-krochten, van het ene diepe dal tot de andere hoge piek. Het is waar dat Corbijn vooral talent heeft voor het lagere deel van het spectrum, maar wat hem op dit gebied van mindere collega's onderscheidt, is nu juist een geraffineerd gevoel voor decorum. Het zijn de gewone popfoto's die ons de gelegenheid geven overal doorheen te kijken, dank zij hun overbewerkelijkheid, fratsen en lichteffecten. Corbijns foto's zijn altijd erg eenvoudig, gemaakt met een handcamera en bestaand licht, en met een snelle film die zorgt voor het rauwe korrelige effect. Die manier van fotograferen is overal elders uit de mode geraakt, maar Corbijn bereikt er precies de juiste graad van geloofwaardigheid en achterbuurtromantiek mee. In dit overigens wel erg dure boek wordt goed zichtbaar hoeveel variatie en verrassende oplossingen Corbijn heeft weten te vinden met die beperkte middelen en binnen een ook wel beperkt onderwerp. Prachtig is de foto van Elvis Costello als filosoof op een achterplatje tussen scharrelende kippen, Willy Deville als ruwe bonk met getatoeëerde biceps en ongeschoren kin
(ongeschoren is een belangrijk pre voor popmuzikanten), Captain Beefheart als bankroete goudzoeker in de Mojave Woestijn, Nick Cave als rijkeluiszoontje met een bijverdienste in de autohandel. Overwegend is het een wat twijfelachtig stelletje bij elkaar, met veel zonnebrillen en vette sieraden, inclusief een glimmend kruis in een openhangend hemd. Anton Corbijn is meer een fotograaf van mannen dan van vrouwen. Nina Hagen is niet zo overtuigend als hogepriesteres van het Kwaad, Kim Wilde is een gewoon meisje evenals Debby Harry; alleen van Siouxsie is er een goed portret als dure heks, met parelsnoeren tegen een schoorsteenmantel, naast een scheefhangende lampekap.
MH