Zonder pathos
M. Coutinho, geboren in 1913, was gedurende de laatste jaren van de oorlog ondergedoken en kortte zich de tijd met het schrijven van een roman: De stille strijd, oorspronkelijk verschenen in 1946 en nu herdrukt door uitgeverij Conserve (197 p., f 29,90).
Het verhaal begint kort voor de oorlog met een Joods gezin: vader handelsreiziger, moeder zeer praktisch, zoon en dochter vrijwel volwassen, begaafd, met goede vooruitzichten, en daarbij nog een intelligente grootmoeder. Met veel kenmerkende details worden deze mensen, hun vrienden, kennissen en buren, en de vooroorlogse sfeer in Holland voortreffelijk beschreven, en hetzelfde geldt voor de oorlogsjaren. Geleidelijk verschuiven de houdingen binnen en buiten het gezin van onverschilligheid over wat er gebeurt naar hoop afgewisseld door wanhoop; men geeft zich over aan dwaze fantasieën (het kan nog maar twee, hooguit drie weken duren) en tenslotte volgt de totale ondergang van het gezin. De zoon, op straat opgepakt, sterft binnen enkele weken in Mauthausen; de dochter wil als een soort Etty Hillesum het leed van haar Joodse medegedeporteerden verzachten en weigert onder te duiken; de vrouw sterft aan vaataandoeningen; de man duikt onder, maar wordt door een stommiteit gearresteerd. Einde van de roman.
Het is goed Hollands realisme, je ruikt haast de sfeer van ons land tijdens de oorlog. Het is geschreven zonder pathos, maar ook zonder humor, en zonder hoop. Het laat zich met grote belangstelling lezen, maar men eindigt wel gedeprimeerd: de schrijver zal geen andere bedoeling gehad hebben.
FD