Baggermachines en brandspuiten (brandsbojt)
Een tentoonstelling over de betrekkingen tussen Nederland en Rusland
Russen & Nederlanders Uit de geschiedenis van de betrekkingen tussen Nederland en Rusland 1600-1917 Catalogus van de gelijknamige tentoonstelling Tekst: Jozien J. Driessen, met een inleiding van V.G. Spirin Uitgegeven door het Rijksmuseum/Sdu, 177 p., f 39,50 De tentoonstelling is in het Rijksmuseum te zien tot en met 10 september 1989
Kirill Gradov
Als je van het ene land naar het andere emigreert dan verwacht je als je terug kijkt, dat er tussen deze twee landen op de een of andere manier bepaalde nauwe banden bestonden. Misschien is het maar alleen een onbewuste wens om het land van je keuze te rechtvaardigen. Hoe dan ook, als men over de banden tussen Rusland en Nederland begint, krijg ik altijd een kinderlijk verlangen om de banden tussen mijn oude vaderland en mijn nieuwe moederland zo diep en zo eerlijk mogelijk te laten zijn. De Russen vinden de voor hun onbekende Nederlanders bijzonder sympathiek op basis van een enkel feit. Het volk dat zo'n moedige strijd tegen het water moest leveren en dat grote stukken van zijn grondgebied aan de zee moest ontrukken, kan gewoon geen aggressieve en onvriendelijke gevoelens koesteren. En Russen, voor zover me bekend is, ontlokken aan Nederlanders een glimlach en stereotiepe, doch luchtige gesprekken over drinkgewoonten, kozakken, Siberië, mooie liedjes, romantische Natascha's, Natalja's en dergelijke. Natuurlijk, de grimmige ontwikkelingen ten tijde van Brezjnev zoals bewapeningswedloop, de harde aanpak van dissidenten, vervolging van gelovigen, beperkingen in emigratie en vrijheid van meningsuiting hebben in Nederland een protestbeweging op gang gebracht. Maar los van de politieke ontwikkelingen bestaan er in een volk altijd bepaalde voorkeuren voor bepaalde andere volken. Het lijkt me dat beide naties elkaar, op een prettige manier, liggen.
Dit gevoel van wederzijdse warmte en respect hoopte ik terug te vinden in de tentoonstelling die onlangs in het Rijksmuseum geopend is: Russen & Nederlanders. Uit de geschiedenis van de betrekkingen tussen Nederland en Rusland. 1600-1917. Een bezoek liep op een teleurstelling uit. Schools, onpersoonlijk en niet illustratief - zo zijn, helaas, mijn indrukken. En hoewel ik besef dat er een enorm werk van vijf jaar voorbereiding aan vooraf is gegaan, het resultaat lijkt me bepaald niet wat de organisatoren beoogd hebben. Misschien ligt dat aan de grote hoeveelheid brieven, akten, contracten, pagina's uit verschillende boeken met minimale uitleg die hier zijn tentoongesteld. Dat verleent de tentoonstelling een zeer statisch zo niet saai karakter. Sommige voorwerpen lijken op een willekeurige manier gekozen. Een goed voorbeeld daarvan is ‘het armpje van een negerkind met vrouwelijk genitaal’ (in een glazen pot op sterk water).
Het kozakkenspel, een variant op het ganzenbord, uitgegeven door F.J. Weygand, circa 1813.
Je zou natuurlijk als excuus kunnen aanvoeren dat het moeilijk is om, in onze verlichte tijden, zonder uitgebreid gebruik van elektronische middelen een goed overzicht te geven van de ontwikkelingen van meer dan drie eeuwen. Maar wat de organisatoren niet gelukt is in de tentoonstelling zelf te verwerken, wordt op een zeer passende en lucide manier in de catalogus belicht. Op een zeer nuchtere en zakelijke manier heeft de auteur van de begeleidende teksten, Jozien Driessen, de rijkdom aan informatie aan de lezer gepresenteerd. En hoewel de hooggeleerde V.G. Spirin in zijn ‘inleiding tot de catalogus’ tot weinig zeggende conclusies komt als ‘de gezamenlijke Sovjet-Nederlandse tentoonstelling (...) over de geschiedenis van de betrekkingen tussen Rusland en Nederland laat zien dat de wetenschappelijke en culturele contacten tussen de USSR en Nederland vruchtbaar zijn en toekomst hebben...’ is Jozien Driessen erin geslaagd zonder onnodig pathos duidelijk te maken hoe de contacten tussen de twee landen ontstonden, hun hoogtepunt bereikten en langzaam maar zeker minder spectaculaire dimensies hebben aangenomen.
Van de twaalf hoofdstukken in deze catalogus zijn er drie gewijd aan Peter de Grote en de tijden waarin Nederland Rusland hielp hervormen. Dit resulteerde in het ontstaan van een reusachtige mogendheid die meetelde in de Europese politiek. Maar dit verhult meer dan het onthult. Niet alleen de Russische marine heeft het te danken aan de Nederlandse scheepsbouwers dat zij via tsaar Peter aan haar schepen kwam, maar ook Russische etsers, schilders, drukkers en artsen hebben de introductie van voor die tijden geavanceerde technieken aan Nederlanders te danken. Hiervan getuigen contracten met een damastwerker, een meestersmid en balkenzagers. Deze contracten hadden tevens een didactische strekking. Ze bevatten een clausule waaruit bleek dat de betrokken vakmensen hun vak in Rusland moesten onderwijzen. Peter de Grote had ook belangstelling voor Nederlandse vestingbouwers en ingenieurs. Ook heeft hij een baggermachine en een brandspuit (brandsbojt - in het Russisch) uit Nederland laten importeren. Merkwaardig genoeg wilde Peter het Nederlands in Rusland als tweede taal introduceren; er zijn dan ook ontzettend veel Nederlandse woorden die nog steeds in het moderne Russisch worden gebruikt. Dat is minder wonderlijk als we bedenken dat het gros van deze woorden scheepstermen zijn. Want niet alleen bestelde Peter de Grote zijn schepen in Nederland maar ook liet hij zijn admiraal, die Cornelis Cruys heette, in 1698 en 1704 maar liefst 406 mannen aanne-
Vervolg op pagina 12